my boss, the Italian

* quarantatre *

Opeens steekt een klein wit hondje zijn hoofd onder de deken vandaan. 'Ik heb een kleine pup voor je gehaald gattina' zegt Ruggero glimlachend, 'en hij is helemaal van jouw.'

'Awh' zeg ik.

Ik pak de pup beet en til hem op. Het is een maltezer. 'Hij is zo cute' zeg ik.

Ruggero legt de deken weg en glimlacht. 'Hoe wist je dat ik maltezers leuk vind' vraag ik.

'Dat heb je gezegd, in het park met Bobby.'

'Kan ik me niet herrineren' zeg ik grijnzend.

Hij grinnikt. 'Dus hoe wil je hem noemen?'

'Vriend' zeg ik.

'Amico' zegt Ruggero.

Ik grinnik. 'Als hij daarnaar gaat luisteren.'

'Vast wel' zegt Ruggero.

Bobby is zielig voor mijn voeten gaan liggen. 'Ik denk dat Bobby zich genegeerd voelt' zegt Nino.

Bobby piept zacht. Ruggero aait over zijn kop. 'Hij is jaloers' zegt Ruggero, 'solo geloso.' -gewoon....-

Vriend begint mijn wang te likken. Ik gniffel en duw hem zachtjes van me af.

'Had je vroeger huisdieren' vraagt Nino, 'bij gastgezinnen of zo?'

'Nee, er had wel iemand wat vissen. Maar die tellen niet vind ik.

Hij knikt. Ruggero geeft een kus op mijn hoofd en aait Vriend. 'Waar slaapt hij' vraag ik.

'Bij ons' zegt Ruggero, 'Bobby slaapt voorlopig even bij Nino tot Amico gewend is.'

Vriend kijkt me met zijn bruine ogen aan. 'Hoe oud is hij?'

'Elf weken' zegt Severino, 'dat leverde minder stress op voor die kleine.'

Ik knik. 'Zullen we naar mijn kamer gaan gattina' vraagt Ruggero.

'Kay.'

Ik sta op en houd Vriend goed vast. 'Buonanotte' zeg ik.

'Buonanotte Milena' zeggen ze allemaal tegelijk.

Ruggero en ik lopen naar boven. Als we in de kamer zijn zet ik Vriend neer. 'Amico' zegt Ryum 'kom ens hier.'

Vriend trippelt naar hem toe en likt over zijn hand. Ik ga op bed zitten en Ruggero komt naast me liggen. 'Ben je blij met Amico?'

'Heel blij.'

Hij glimlacht en geeft een kus op mijn hoofd. 'Dank je' zeg ik.

'Graag gedaan hoor gattina.

'Dus wanneer gaan we naar Italië?'

'Binnenkort' zegt hij, 'we brengen Sartori daar ook heen. Dan kan oom met hem afrekenen.'

Hij draait zich op zijn zij en kijkt mij aan. 'Er is wel een klein probleempje, mijn oom wil vast dat we trouwen voordat het kindje wordt geboren. Maar als jij dat niet wil dan-'

Ik kus hem zodat hij ophoud met onzin praten. 'Ik wil graag met je trouwen' zeg ik, 'maar ik wil wel dat je me echt een aanzoek doet.'

'Natuurlijk gattina' zegt hij blij, 'natuurlijk doe ik dat.'