* quarantaquattro *

2.5K 89 7
                                    

Ik word wakker door zacht gepiep. Ruggero gromt zachtjes en kijkt naar de deur. Vriend zit bij de deur en kijkt ons smekend aan. 'Wat is er met hem' vraag ik.

'Hij moet uitgelaten worden' zegt Ruggero.

Snel staat hij op en kleed zich aan. 'Kleed jij je aan? Dan zie ik je zo.'

Ik knik en ga rek me uit. Ruggero loopt weg met Vriend aan de lijn. Als hij net weg is sta ik op en kleed mezelf aan. Daarna loop ik naar beneden en ga naar de keuken. Celio leunt op het aanrecht. Zodra hij mij ziet begint hij te grijnzen. 'Buongiorno Milena' grijnst hij.

'Buongiorno' zeg ik.

Ik pak Bobby's etensbak en vul die met voer. Daarna pak ik de nieuwe bak die er staat en vul die met puppyvoer. 'Gefeliciteerd met je zwangerschap' hoor ik opeens vlak achter me.

Ik draai me om en kijk recht tegen Celio aan. 'Dank je' zeg ik zachtjes.

'Dus hoe voel je je' vraagt hij, 'ben je misselijk?'

'Nog niet, komt vast nog wel.'

'Dat hoeft niet' zegt hij.

Hij doet een stap naar me toe. 'Wat wil je van me' vraag ik.

'Gewoon wat praten.'

Hij leunt op het aanrecht zodat ik tussen zijn armen in gevangen sta. 'Als Ryu ons zo ziet dan-'

'Dan moet iemand je heel erg snel loslaten' roept Ryu vanachter Celio.

Celio doet snel een stap weg en draait zich om. Ik ren naar Ruggero toe die me in zijn armen neemt. 'Wat heb je gedaan bij haar Celio' sist Ruggero kwaad.

'Niets' zegt Celio, 'ik wilde alleen wat praten met haar.'

Ruggero kijkt naar mij. 'Liegt hij gattina' vraagt hij zacht.

Ik schud mijn hoofd. 'Hij maakte me wel bang'  fluister ik.

Hij knikt en kijkt Celio aan. 'Als ik je nog eens bij haar in de buurt zie dan heb je wel problemen' sist Ruggero naar Celio, 'maar als je hem nu smeert dan mag je weg.'

Celio loopt snel langs hem heen de keuken uit. Ruggero kijkt mij aan. 'Ben je oké?'

Ik knik. 'Hij maakte me alleen bang.'

Hij kijkt naar de etensbakken. 'Dus je hebt ze al eten gegeven.'

'Ja' zeg ik, 'maar waar is Vriend?'

Ruggero kijkt om zich heen. 'Hij was hier net' zegt hij.

We lopen de gang op en zien Vriend de woonkamer inrennen. 'Ga jij maar douchen' zeg ik, 'dan ga ik Vriend wel halen.'

Hij geeft een kus op mijn hoofd en loopt naar boven. Ik loop de kamer in en Vriend rent snel langs me heen weg. Ik ren achter hem aan. 'Jij kleine dondersteen' roep ik.

Er is een klein trappetje waar hij vanaf rent. Ik volg hem maar struikel en val verder van de trap af. Ik kom hard neer op de grond met mijn achterhoofd op de laatste trede. 'Au' zeg ik zachtjes.

Ik open mijn ogen en zie allemaal zwarte vlekken alles begint te draaien en naast me hoor ik zacht gepiep. Ergens in de verte roept iemand mijn naam en er is veel lawaai. 'Wat is hier aan de hand' roept iemand vanboven me.

'Oh mijn hemel Milena!'

Ik wordt door iemand opgetild en dan wordt alles zwart.

my boss, the ItalianWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu