Day 17 - Trashy

578 20 4
                                    

Harry nam me mee uit brunchen. Hij reed naar een het vliegveld, maar ik had nog helemaal niet in de gaten waarom. "We gingen toch brunchen?" vroeg ik verbaasd. Harry parkeerde op de parkeerplaats. "Ja klopt! Maar dan wel in New York!" riep hij enthousiast. Ik kon het niet geloven, hij nam me mee naar New York City! "Maar ik heb niets ingepakt!?" Harry deed de kofferbak open en toverde mijn -nog niet-  ingepakte koffers. "Tada!" zei hij. Ik stapte haastig uit de auto en liep hand in hand met Harry naar de departures.


"Ik kan het gewoon niet geloven!" zei ik toen we naar ons vliegtuig liepen. Harry begeleidde me in het vliegtuig en ging naast me zitten. "Sorry dat ik mijn privé jet niet kon regelen," biedde hij zijn excuses aan. "Doe niet zo gek! Ik moet al blij zijn dat ik even weg kan uit al die toestand daar," zei ik. 

We waren al drie uur in de lucht en dat zou ook nog zo even door gaan. Ik gaapte en keek het kleine raampje uit. Onder mij zag ik lange landschappen die in uren hetzelfde konden blijven. Mijn gedachten dwarrelde af naar Nathan. Ik besefte me nu pas dat hij er niet meer was, weg. Opeens verdwenen. Net als mijn eten, mijn moeder en de lucht. Het werd me benauwd in mijn keel en begon naar zuurstog te happen. Ik keek snel naast me, maar Harry was in slaap gevallen. Wat er trouwens erg schattig uit zag. "Mevrouw!" riep ik naar de stewardess die aan het andere gangpad bezig was. Ze kwam naar me toe en gaf me een bekertje water. "Gaat het weer?" vroeg ze oprecht bezorgd. Ik knikte, maar dat was duidelijk dat het niet echt was. Opeens barstte ik in huilen uit. "Hij is verdomme dood!" gilde ik overstoer. De stewardess voelde zich ongemakkelijk en besloot Harry wakker te maken. Die vermomd was in zijn hoodie. "Excuses voor het ongemak, maar uw vriendin is erg overstuur," zei ze nog redelijk zacht. "Ik kan haar niet zo goed helpen." Harry ging weer rechtop zitten en keek naar me. Hij legde een hand op mijn schouders, waardoor mijn gehuil iets afzakte. "Is dit om Nathan?" vroeg hij. Ik gaf geen antwoord en zo stond ik op. Ik veegde snel mijn tranen weg, deed mijn shirt goed en gooide mijn haren naar achter. "Ik ben zo weer terug," zei ik luchtig. Harry stribbelde tegen. Waarschijnlijk omdat het 'opeens' goed was. "Nee, nee! Wacht, ik ga met je mee. Of je het nou leuk vindt of niet," zei hij vast beraden. 


Ik liep naar de toiletten. De kleine hokjes benauwden me altijd, maar dit keer moest ik zó ongelooflijk nodig. Ik deed het schuifsysteem open. "Wat is er? Wilde je met me mee naar binnen?" vroeg ik aan Harry die al achter me aan naar binnen liep. "Ja inprinciepe wel, maar laat maar. Je red je wel," zei hij en daarna liep hij terug naar onze stoelen. 


Snel deed ik het deurtje dicht en haalde een plastic medicijnen potje uit mijn tas. In mijn hand hield ik een potje met wat middeltjes dat ik gister had weten te bemachtigingen bij een freak van school. Ik dacht twee tellen na, maar na de tweede tel pakte ik mijn flesje water en gooide ik het zo achterover. Ik sloot mijn ogen en sprak mezelf moed in. Nu kond ik er weer voor een paar uur tegenaan. 
Ik telde de pillen, ik had er nog zes. Daar kon ik deze twee dagen wel mee toe. 


Harry en ik liepen samen het vliegveld uit. "Wil je mee uiteten? Nu we niet meer kunnen brunchen, dat hebben we min of meer in het vliegtuig gedaan," zei Harry lacherig. 
"Ja de noodles waren echt haute cuisine," 
"Tja, daarom bood ik mijn excuses al aan,"


Ik zat tegeover Harry. Hij at zijn bestelling op en keek daarna naar mij. "Waarom eet je niets?" vroeg hij. Ik haalde mijn schouders op. "Ik heb geen honger," zei ik stug. Ik liet geen enkele emotie zien. "Ik ga wat sigaretten halen, wil je ook?" vroeg ik daarna. Hij keek me verbaasd aan. "Ik wist niet dat je rookte..." bracht hij voorzichtig. Ik stak mijn wenkbrauw omhoog. "Het is weer eens wat anders, vind je ook niet?" zei ik lachend. Harry vond het niet zo om te lachen en bleef stug voor zich uit staren. "Dit meen je niet hoop ik?" vroeg Harry. Ik schudde mijn hoofd, ik was bloed serieus. "Ik ben zo terug." Ik stond op en liep het restaurant uit. 


Ik kwam aan bij een supermarktje die vol lag met dat soort troep. "Hebben jullie deze toevallig?" vroeg ik aan de oude man die achte de balie stond Ik liet hem mijn potje zien. Hij knikte en pakte het onder de balie vandaan. "Zeventig dollar," zei hij. Mijn ogen werden zo groot als de maan. "Ben je niet goed in je kop?" vroeg ik zwaar geïrriteerd. De man keek precies hetzelfde de hele tijd.
"Dan niet,"
"Jawel!" Ik stopte even. "Heb je misschien ook wat sigaretten?" vroeg ik zachtjes. Hij legde een random pakje neer en rekende daarbovenop nog eens zeven dollar. Ik betaalde en liep daarna met mijn nieuwe voorraad de winkel uit. 


Harry keek bezorgd toen ik het restaurant terug in liep. "Gelukt. Prima dat je het koopt, maar roken zal je niet doen. En wanneer wel, dan ben ik weg," zei hij op een boze toon. Ik ging naast hem zitten en legde mijn arm om hem heen. "How dare you," zei ik alsof ik dronken was. Maar ik had nog geen druppel alcohol op. Harry wist daar geen antwoord op te verzinnen en bleef boos te kijken. Ik gaf hem een zoen en ging daarna terug naar mijn eigen stoel die tegenover zijn stoel was.


We kwamen aan in onze hotel kamer. "Dit is prachtig!" zei ik toen ik de kamer zag. "Gelukkig, ik wilde je wat moois geven na al dat gedoe," zei hij lief. Ik glimlachte en legde mijn armen om zijn nek. Daarna drukte ik mijn lippen op de zijne. "Als jij maar niet dood ga, anders ga ik nog eens aan de alcohol..." Ik was bang voor mijn reactie. Maar Harry had me blijkbaar niet gehoord en liep met me mee naar bed. "Weltrusten," zei hij. Harry draaide zich om en sloot zijn ogen. Ik griste het la'tje open en pakte mijn water en een pil. Ik gooide het achterover. Ik zuchtte en ging tegen Harry aanliggen. 

Our Moment // Harry StylesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu