It can't be real. ft. Mainstreet!

Chapter 38.

~P.O.V Rein~

Ik loop naar de kamer van Nils en Caroline. Als ik de deur opendoe worden mijn ogen groot. Caroline zit op haar bed met een mesje in haar hand. 'Waag het niet nog een keer te doen!' roep ik als ze het mesje weer op haar arm zet. 'Wat doe jij hier?' zegt ze als ze mij zien. 'Kom ff mee dan leg ik het je uit'. Caroline stat op en loopt met me mee. We lopen het hotel uit naar het park, in het park gaan we op een bankje zitten. 'Als we hier zijn omdat jij mij wil vertellen dat ik Nils moet vergeven ga ik weer.' 'nee ik wil het je uitleggen'. zeg ik. 'Luister Caroline.. Nils en Daphne konden er niks aan doen, ze wilde niet dat er iets met je gebeurde.' 'Rein ik snap niet dat jij niet boos bent op Daphne, en waarom met mij iets gebeuren?' Ik kijk haar aan en begin te vertellen. 'Jij kreeg een dreigmail over dat je eraan zou gaan, en dat Nils je zou verlaten. 1 dag later kreeg Nils ook een appje dat hij jou moest laten vallen en een ander moest zoenen, en als die dat niet deed ging jij eraan,hij heeft het toen aan mij laten lezen en hebben het er samen met Daphne over gehad en besloten dat Nils met Daphne zou zoenen. Die avond toen jij in de club was zijn Nils en Daphne naar huis gegaan en hebben dus gezoent, Daan heeft een foto gemaakt en als bewijs naar dat dreigbummer gestuurd.' vertel ik. Als ik uitgepraat ben kijkt Caroline me met grote ogen aan. 'm-meen je dat?' vraagt ze met tranen in haar ogen. Ik knik en ze staat op. 'sorry Rein' zegt ze en rent weg, 'maakt niks' zeg ik in mezelf, ik weet waar ze heen gaat.

~P.O.V Caroline~

Als Rein klaar is met vertellen heb ik tranen in m'n ogen. 'M-meen je dat?' Rein knikt. Dit kan niet, hoe kan ik Daphne ooit geslachten hebben? Hoe kan ik zo boos zijn op Nils terwijl ze allebei zoveel om me geven. 'Sorry Rein' Ik sta op en ren weg, ik ren en ren en uiteindelijk kom ik bij het hotel. Ik ren naar binnen en druk ongeduldig op de liftknop, de lift duurt te lang dus pak ik de trap. In mijn snelheid kijk ik niet uit waar ik loop en knal tegen een jongen aan, ik slaak een gil en val op de grond. De jongen helpt me overeind en als ik opkijk kijk ik recht in de bruine ogen van Nils.