Hoofdstuk 8

33 2 0
                                    

Hamon.

- een dag geleden -








Rogziel schudt zijn hoofd diep in gedachten.

'Die demonen weten waar ze mee bezig zijn Hamon, maar we kunnen lastig de hele stad evacueren.'

'Hoe dan ook, is dat wel de veilige stap die we kunnen nemen.'

'Dan maken we het alleen maar makkelijker voor ze,' zegt hij terwijl hij opstaat uit zijn troon.

Rogziel heeft al haat gehad voor de demonen sinds hij een kleine prins was. Ik kan het hem ook niet kwalijk nemen, eentje heeft zijn moeder vermoord. Hij begint te lopen, dus ik kom aan zijn zijde lopen.

'Dus wat is precies het plan?'

'We zullen gewoon-'

'Vader!'

Lea's stem echoed door de troonzaal. We draaien ons om en ze ziet er bezorgd uit. Ik zie al aan Rogziel zijn gezicht dat hij hier geen zin in heeft. Dus ik besluit haar te helpen.

'Misschien is het belangrijk, geef haar een kans,' fluister ik zodat alleen hij het hoort.

Lea is zijn eerste dochter, maar behandelt haar soms als een bastaard. Toen ze jonger was heb ik zo af en toe maar de "oom" rol op me genomen. Ze is een goed kind echt, maar luisteren kan ze niet.

'Wat is er Lea?' vraagt Rogziel zo kalm mogelijk.

'Heeft u het gehoord? Over de demonen?'

Ik doe mijn best om Rogziel niet verbaasd aan te kijken. Hoe weet zij daar nou van af? Wij maar denken dat we ons best hadden gedaan om het binnen een kleine cirkel engelen te houden.

'Tuurlijk,' hij knikt, 'al een tijd geleden, maar dat zijn we aan het afhandelen.'

Oh nee. Hij gaat de verkeerde richting met haar op. Ze gaat nu koppig zijn. Daar ben ik zeker van. Ze gaat iets zeggen waardoor hij zijn irritatie niet kan inhouden. Ik kan haar natuurlijk niet altijd helpen. Soms lokt ze het te ver uit. Ze weet hoe haar vader is.

'Hoeveel zijn het er?'

'Niet dat het je aan gaat, maar het is een groep van 45, misschien 50.'

Stop Rogziel, geef haar verder geen informatie. Straks raakt ze er te betrokken in. Lea's mond valt open. Daar zullen we het hebben hoor.

'Ze gaan niet voor de dorpen, dat zal u ook wel weten,' ze zet een paar stappen naar voren, 'ze gaan voor de stad, ik ben er zeker van. Als dat ze lukt zullen ze hier ook makkelijk komen.' 

Rogziel zet een stap naar voren. Alleen Lea zet angstig een stap naar achteren. Al zou ze het niet snel toegeven, ze is bang voor haar vader. Arm kind.

'Ten eerste zijn dit niet jouw zaken waar je je neus in steekt en ten tweede is het paleis onmogelijk om binnen te komen. Maak je er verder geen zorgen over.'

'Maar het zijn mijn za-'

Ik kruis mijn armen en hou mijn adem in.

'Genoeg! Ga naar je kamer!'  schreeuwt hij, duidelijk klaar met haar.

Het kost me heel wat moeite om haar niet ter hulp te schieten. Maar ze knikt en luistert. Ik kijk haar medelijdend aan. Ze kijkt me kort aan, draait zich dan om en loopt de troonzaal weer uit. Rogziel draait zich naar mij om en schud zijn hoofd.

'Het leven zou zoveel makkelijker zijn zonder dat kind.'

Zo, die is nieuw. Hij heeft heel wat nare dingen over haar gezegd, maar deze heb ik nog niet eerder gehoord.

Take me to hellWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu