Hoofdstuk 23

28 2 0
                                    

Lea.








Hamon leeft! Hij leeft en hij weet wie mijn ouders zijn.

'Wie?'

Ik ga op het puntje van mijn stoel zitten en wacht tot hij antwoord.

'Je moet eerst iets weten voordat ik vertel over je ouders.'

'Oké?' Zeg ik twijfelend.

'Ze hadden een liefde, die zwaar verboden was. Je vader was een eikel tegen je moeder en je moeder is toen bij hem weggegaan.'

'Dus wie zijn haar ouders nou?' Vraagt Elijah ongeduldig.

'Je vader ken je al, dat is gewoon Rogziel. Je moeder... was de demonen koningin, oftewel Xzoë.'

Elijah lijkt te bevriezen, maar ik frons en wil het niet geloven.

'Je maakt een grapje, toch?'

Hamon schud bloedserieus zijn hoofd.

'Ik zou hier nooit een grap over maken. Ik had respect voor Xzoë en bij het nieuws dat je vader haar vermoord heeft was ik woedend.'

'Maar... ik... hoe..'

'Je was vier toen je moeder overleed. Je hebt ook je eerste vier jaren bij haar gewoond, in het demonen paleis.'

Hoe kan ik me dat niet herinneren dan?

'Dat betekent-' probeert Elijah.

'Ja, dat klopt,' onderbreekt Hamon hem.

'Wat?'

'Je heet helemaal geen Lea. Je echte naam is Leanne en die eerste vier jaar van je leven heb ik meegemaakt.'

Nu ben ik degene die verbaast voor me uit kijkt. Elijah kende mij... ik heet geen Lea. Mijn moeder is dood. Al die gedachten spoken rond in mijn hoofd.

Het is me teveel.

'Ik... ik moet weg hier.'

Ik sta op en loop de tent uit. De kou van buiten slaat gelijk op mijn gezicht, maar ik negeer het tot ik op een afgelegen plek sta en dan pas hap ik naar adem. Blijkbaar hield ik dus mijn adem in. Mijn handen trillen en mijn hoofd bonst.

Te veel informatie. Gisteren ben ik er achter gekomen dat ik een halve ben en dat ik blijkbaar mensen omver kan blazen. Vandaag ben ik achter nog meer gekomen. Het is me te veel. Veel te veel. Ik moet gewoon even weg van alles en de enige plek waar dat kan.. is weer door dat portaal heen. Dat is absoluut geen optie door de demonen die ons aan die andere kant zullen op wachten.

Ik neem mijn tijd. Probeer mijn ademhaling weer in orde te krijgen en dan loop ik de tent weer in. Elijah en Hamon zijn druk in gesprek waardoor ik frons.

Allebei kijken ze me aan.

'We zijn aan het praten over Xzoë en hoe close Hamon met haar was.'

Langzaam laat ik me weer op de stoel zakken.

'En? Hoe close was je met haar?'

'Close genoeg om haar vaak te hebben bezocht nadat jij was geboren. Ik probeerde we zoveel mogelijk heen te gaan zonder dat Rogziel er achter kwam. Die had me in Hell opgesloten, wat op dat moment niet zo heel erg was.'

'Maar,' ik slik en verschuif ongemakkelijk in mijn stoel, 'Waar was jij? Toen hij haar vermoorde? Je had hem kunnen tegenhouden.'

Hij knikt.

'Dat klopt en dat heb ik ook geprobeerd. Vervolgens had hij me laten opsluiten.'

Oh wow. Mijn moeder had nog kunnen leven als hij mijn verdomde vader had kunnen overhalen. Niet dat dat iemand zou lukken. Het idee is wel frustrerend.

'Wat zullen we eens met deze informatie doen?' Vraagt Elijah nadenkend.

Is dat niet duidelijk?

'We houden tussen ons drieën. Niemand die hier voorlopig iets over hoeft te weten. Iedereen kijkt me al raar aan.'

'Wie bedoel je met iedereen?' Vraagt Hamon fronsend.

'De demonen en de engelen. Niemand weet aan welke kant ik nou sta en eerlijk gezegd weet ik dat zelf ook niet,' antwoord ik terwijl ik met een hand door mijn haar heen ga.

'Dat is toch best makkelijk, ik weet het we namelijk,' zegt Elijah.

'Ik ook,' zegt Hamon vervolgens.

'Oh? Welke kant sta ik dan?'

'Engelen.'

'Demonen.'

Zeggen ze in koor. Ik frons diep en schud mijn hoofd.

'Kijk, dit bedoel ik. Hoezo moet ik een kant kiezen? Het gaat erom dat mijn vader van de troon wordt geschopt, toch?'

'Ja,' zeggen ze in koor.

Lichtelijk verbaasd kijk ik Hamon aan. Nooit verwacht dat hij zich tegen mijn vader zou keren, maar hier zit hij voor me. Te zeggen wat voor een man mijn vader echt is. Hij is altijd al erg geweest, maar hij is nog erger dat ik altijd heb gedacht.

'Er is al drie jaar een verzet hier,' begint Hamon licht fronsend.

Oh tuurlijk. Nog meer dingen waar ik niets van af wist.

'En dat vertel je me nu?'

'Ik mocht niets zeggen van je vader en de koningin.'

'Oké en dan nog. Hoe heeft niemand anders me daar iets over vertelt?'

'Omdat het zo veiliger voor je was. Heel veel engelen die een positie hebben in het kasteel zitten in het verzet,' zegt Hamon alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

'En jij?' Vraagt Elijah die de hele tijd aandachtig zat te luisteren.

'Soort van. Ik ben officieel geen lid, maar ik help wel veel. Zo veel mogelijk. Vooral nadat Lea door jullie ontvoerd is.'

Ik sluit mijn ogen kort en laat alles even neerdalen. Net wanneer ik iets wil vragen begint Hamon weer te praten.

'Amara zit ook in het verzet. Je weet wel wie dat is toch?'

Mijn ogen schieten open en ik kan mijn verbazing niet verbergen.

'Dus die ene keer dat ik aanbood om te helpen met dat geld, zou ik het verzet hebben geholpen?!'

'Uhm, ja volgens mij wel,' zegt Hamon fronsend.

Elijah lacht zachtjes en staat dan op.

'Denk je dat de engelen uit het verzet aan onze kant zullen staan?'

Hamon denkt even na.

'Vast. Zolang jullie maar krijgen wat jullie willen. De engelen willen een nieuwe heerser en voor zover ik weet vrede. Ik weet niet hoe dat met jullie zit.'

'Wij willen alleen Rogziel van de troon hebben. Die man hoort niet te bestaan. Hij veroorzaakt alleen maar pijn en verdriet,' hij pauzeert even en kijkt mij dan spijtig aan, 'Sorry.'

Ik haal mijn schouders op.

'Ik snap het. Hij is misschien mijn vader, maar ik ben het nooit eens geweest met zijn acties.'

Ik sta op en kijk Hamon aan.

'Waar bevindt het verzet zich?'

'Ergens in de bergen als het goed is,' zegt Hamon duidelijk twijfelend.

'Nou, dan weten we waar we naartoe moeten,' zegt Elijah lichtjes glimlachend.

'We zullen eerst terug moeten gaan. Anders brengen jouw mannen de engelen om.'

'Dat is ook zo,' zegt Elijah alsof hij het vergeten is. Ik weet een glimlach op mijn gezicht te plakken en schud mijn hoofd. Al deze zooi is zoveel. Mijn ouders, een opstand en wat er nog allemaal in de toekomst gaat gebeuren wil ik niet eens weten. Wat ik me wel afvraag is of ik dit allemaal wel kan hendelen?

Take me to hellWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu