Hoofdstuk 18

31 2 0
                                    

Elijah.








Lea kijkt lichtelijk bezorgd om zich heen.

'En, wil je nog steeds blijven?'

Zeg alsjeblieft nee.

'Ja, tuurlijk,' zegt ze schouderophalend, maar ik zie haar twijfelen.

Ik slaak een diepe zucht. Te gek.

Ik pak haar hand steviger vast en wacht nog even met lopen tot Tracy, en helaas Von, bij ons zijn. Dan lopen we met zijn vieren een klein winkeltje in.

'Wat doen we hier?' Vraagt Tracy fronsend.

Die meid moet ook alles weten. Het zou me niet verbazen als ze dat als kind van Von heeft overgenomen. Ik laat Lea's hand los.

'Ze ziet er nog niet uit als een demon,' antwoord ik terwijl ik ondertussen naar de winkel eigenaar loop.

'Heer! Wat een eer u in mijn winkel te hebben,' zegt de vrouw te vrolijk naar mijn mening.

Tuurlijk weet ze wie ik ben. Wat een vreselijk nadeel van Hell leiden.

'Mijn...'

Wat is ze eigenlijk van me? Helemaal niets. Of toch wel iets meer dan niets?

'Je vriendin? Jullie zijn een ontzettend schattig koppel hoor.'

Voordat ik haar kan verbeteren gaat ze weer verder.

'Ik heb zeker wat voor haar!'

Ze loopt naar achteren en komt terug met een witte haarband.

'En u hoeft helemaal niets te betalen. Een cadeautje voor alle heldendaden, die u heeft verricht en nog gaat verrichten. Ook bent u hier natuurlijk altijd welkom, wat u ook nodig heeft.'

Ze loopt trots naar Lea toe. Ik kijk toe hoe ze hele zinnen uitwisselen. Ze heeft het zelfs voor elkaar gekregen om haar te laten lachen. Goh, wat doet die lach veel met mij.

Veel meer dan dat ik liever zou willen toegeven, maar er is nu eenmaal niets aan te doen. Het enige is, is dat ik die gevoelens niet mag voelen.

Mijn gedachten dwalen af naar die dag dat we gezoend hadden en hoe Silas die had verbroken. Ik voelde hem al aankomen, dat is nou eenmaal een demonen ding. Toch stopte ik pas toen hij klopte.

Maar haar zachte lippen. Wat voelden die goed. Misschien als ze geen engel was zouden zij en ik echt iets kunnen krijgen. Alleen is dat niet zo.

Plots staat de winkeleigenaar weer voor me met Lea naast zich. Lea heeft de haarband om haar hoofd. Het zit zo dat een paar voorste plukken aan de voorkant van de haarband zitten en de rest zit daar achter. Het geeft haar juist helemaal niets demon achtigs. Ze lijkt alleen maar meer op een engel. Misschien is dat omdat haar ogen wel lijken op te lichten.

Ongemakkelijk kijkt Lea me aan, afwachtend op een antwoord.

'Dat is prima.'

Bij mijn antwoord fronst ze lichtelijk.

'We moeten helaas weer verder, een fijne dag verder,' zeg ik tegen de winkeleigenaar.

Ik wacht niet tot ze gedag zegt en sleur Lea mee de winkel uit. Nogmaals volgen Von en Tracy ons.

'Dat ding helpt helemaal niet,' zegt Tracy gefrustreerd, waarschijnlijk omdat ze ons de hele tijd achterna moet lopen.

'Nee, klopt. Gelukkig is Silas minder slim dan we denken,' antwoord ik.

Vol verbazing kijken ze me alle drie aan. Wat? Heb ik iets raars gezegd? Voor zover ik weet was dat de waarheid. Niet dat ik vaak met mijn broer praat of om ga. We zijn close, maar niet zo close.

Ik schud mijn hoofd geërgerd. Wat een onzin dit. Waarom heb ik hier ja tegen gezegd? Hoe dom is dat. Ik haat dit hele festival.

'Dansen?' Vraagt Von glimlachend aan Lea.

Ze glimlacht breed terug en knikt ja. Samen lopen ze naar de plek waar alle mensen staan te dansen en ik kan het niet helpen om jaloers te zijn.

'Wij kunnen ook-'

Ik onderbreek Tracy gauw, aangezien ik al weet wat ze wil gaan zeggen.

'Nee, gewoon nee.'

Ze mompelt iets onverstaanbaars en loopt naar het buffet. De gehele tijd kijk ik naar Lea en Von die lachend dansen.

Kom Elijah. Er is geen reden om jaloers te zijn. Op een gegeven moment scannen Lea's ogen de menigte en uiteindelijk komen die prachtige groene ogen van haar op mij terecht.

Er komt een oprechte glimlach op mijn gezicht terecht.

'Waar kijk jij nou naar.'

Ik schrik op en heb eigenlijk gelijk de neiging om hem te negeren. Toch doe ik het niet.

'Ik kijk naar de mensen die dansen. Dat is toch logisch. Ik heb een betere vraag voor jou Silas. Wat doe jij hier?'

Hij negeert mijn vraag compleet en kijkt de kant op waar Lea net stond te dansen. Ik kijk hem aan en wacht af op zijn antwoord.

'Die meid is wel ontzettend knap,' zegt hij goedkeurend.

Fronsend kijk ik dezelfde richting op, oftewel waar Lea net stond. Ze staat er alleen niet meer.

'Ja, daarom keek ik ook,' mompel ik.

'Nou, ik ken je langer dan vandaag! Ik zal het wel voor je fixen.'

'Wat-'

En dan loopt hij al naar die onbekende meid toe. Oh, wat haat ik hem. De meid stopt met dansen als Silas met haar begint te praten. Ze verwisselen wat woorden, Silas wijst naar mij en zij volgt zijn vinger. Ze kijkt mij aan en gelijk kijk ik weg.

Ik moet weg van deze plek. Echt. Maar goed. Het is al te laat. De meid komt regelrecht op mij af lopen. Voor mij stopt ze weer en ze heeft een plagerig iets op haar gezicht te geplakt.

'Ik hou wel van verlegen mannen,' zegt ze op een domme en toch flirterige toon.

Heel eerlijk gezegd, zou ik normaal terug flirten. Maar ik kijk een kant op en zie Lea ons aanstaren. Naast haar staan Tracy en Von. Alle drie hebben ze drinken in hun handen. Goh, Lea heeft ook al flink gedronken en toch is dat nauwelijks aan haar te merken.

'Sorry, ik moet gaan.'

Een plan vormt zich in mijn hoofd. Ik kan maar op één manier van die meid afkomen. En dat is haar jaloers maken.

Net wanneer ze iets van plan is te zeggen loop ik naar Lea toe. Wat ben ik aan het doen...

Ik stop niet met lopen tot mijn handen op Lea's wangen liggen en mijn lippen op de hare neerkomen. We zoenen een korte tijd tot Tracy ons kuchend onderbreekt.

'Dit is heel schattig hoor, maar kan dit wanneer wij er niet bij zijn?'

Voordat hij iets zegt voel ik zijn aanwezigheid al.

'Ik ben het helemaal met je eens,' zegt Silas zijn stem van achter mij.

Wat heb ik gedaan...

Take me to hellWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu