Hoofdstuk 24

30 2 0
                                    

Lea.




Hamon heeft één van zijn mannen Elijah en mij naar een tent laten leiden. Ja... één tent. Niet twee. Nee één. Allebei fronsen we wanneer de man weer weg loopt.

'Oké,' mompel ik in de war.

Samen lopen we de tent in, maar ik bevries bij het zicht van één bed. Wel een tweepersoons bed, maar het zijn er geen twee. Verdomme. Wie zegt dat ik naast Elijah wil slapen. Nou.. ik wil het ook niet. Maar ik denk dat hij eerder op de grond zou slapen. Toch?

'En nu?' vraag ik nog steeds stil staand op dezelfde plek.

Hij haalt zijn schouders op en gaat op het bed zitten.

'Rusten? Slapen? Eten? Plannen overleggen?'

Het is duidelijk een grap, maar ik blijf fronsen en doe niet eens de moeite om te glimlachen.

Elijah staat met een zucht op en loopt naar me toe. Hij gaat voor me staan en pakt mijn handen vast. Ik kijk naar onze voeten en waag het niet om hem aan te kijken.

'Ik snap dat het allemaal zoveel is, maar we hebben je nodig. Ik heb je nodig.'

Mijn hoofd schiet omhoog en dan vinden mijn ogen de zijne. Meent hij dat nou? Blijkbaar is de vraag al van me af te lezen.

'Ik meen het. Maar ik ben niet de enige die je nodig heeft. Ik weet zoveel namen op te noemen.'

'Oh?' zeg ik zachtjes.

Hij lacht kort en knijpt zachtjes in mijn handen. Tot mijn verbazing begint hij ook echt namen op te noemen.

'Hamon. Tracy. Amara. Je zusje. Von. Xzo-'

'Oké ik snap het,' zeg ik voordat hij verder kan gaan.

We kijken elkaar aan en zeggen niets. Een vlaag kalmte gaat door me heen. Allebei buigen we naar voren tot onze lippen elkaar zachtjes raken. De rustige kus wordt vervolgens een hardere en vanuit die kus beginnen we te zoenen. Na een paar tellen stoppen we, allebei buiten adem. We leggen onze voorhoofden tegen elkaar terwijl we tot adem komen.

'Ga slapen. Dan regel ik eten voor ons,' zegt hij terwijl hij me los laat.

Voordat ik commentaar kan geven loopt hij snel de tent uit. Ik slaak een diepe zucht en ga met een hand door mijn haar. Slapen gaat het echt niet worden. Toch ga ik wel op het bed zitten en trek ik mijn laarzen uit. Veel beter.

Ik rek mijn voeten uit en laat de kalmte die ik net nog voelde weg dalen. Stress daalt over me heen. Ik denk aan alles. Letterlijk alles wat ik sinds gisteren en vandaag weet. Dat is veel. Te veel.

Mijn nagels maken afdrukken in het matras doordat ik die stevig vast grijp. Als poging om de stress te laten verminderen. Natuurlijk lukt dat niet, maar toch blijf ik het doen. Ik sluit mijn ogen en ga nadenken. Mijn ademhaling verhoogt om de seconde tot ik zit te hijgen.

Ineens wordt het vreselijk warm om me heen, maar ik hou mijn ogen gesloten. Stop met nadenken. Kom op Lea! Maar het lukt met niet. Echt niet. Ik blijf hijgen en ik krijg mezelf niet in controle.

Op een gegeven moment hoor ik vaag het geluid van dat iets valt, dan voetstappen. Ik voel dat ik door elkaar wordt geschud en ik hoor mijn naam die steeds vaag herhaalt wordt.

'Lea! Kom op! Open je ogen!'

Ik kan het niet.

'Lea! Ik ben het Elijah! Lea?!'

Mijn ogen schieten open en dan zie ik waar de hitte vandaan kwam. Het matras staat in vuur en vlam. Ik haal mijn handen gauw van het matras af en zie daar twee brandplekken in de vorm van mijn handen. Wow, wat? Elijah trekt me van het matras af, maar mijn benen werken niet mee. Ik zak in. Gauw tilt hij me op door een arm onder mijn knieholtes te doen en zijn andere arm legt hij onder mijn rug. Snel loopt hij de tent uit.

Om de tent staat een grote groep engelen toe te kijken. Sommige vragen wat er aan de hand is en andere willen naar binnen kijken.

Ik kijk naar beneden en zie dat ik geheel ongedeerd ben. Mijn kleding is nog heel en niet aangebrand. Verder is er ook geen schrammetje te zien. Ik staar naar mijn blote voeten en frons. Dat is ook zo. Die had ik uitgedaan.

Elijah loopt nog een stukje verder tot we weg zijn van de tent en het publiek. Hij zet me neer en gebaart dat ik moet zitten op een krat. Voorzichtig ga ik zitten.

Beiden zeggen we geen woord terwijl Elijah op zoek gaat naar tekens van verwondingen. Hij vindt helemaal niets. Ik voel dan ook helemaal niets wat pijn doet. Nadenkend gaat hij voor me staan.

'Je handen? Doen ze pijn?'

'N-nee. Ik voelde alleen de warmte.'

Vanuit de verte horen we bevelen die rond worden geroepen.

'Blus het dan!' Hoor ik Hamon zijn bekende stem roepen.

Ik sluit me buiten van het geschreeuw en kijk Elijah aan. Hij staat echter nadenkend voor zich uit te staren. Richting de tent.

'Ik heb dat gedaan... Ik heb het matras in de fik gestoken,' zeg ik zacht zodat hopelijk alleen Elijah het hoort.

Hij knikt.

'Dat had ik ook al bedacht, maar Lea. Ik kreeg je maar niet uit die trans waarin je zat. Waar zat je met je hoofd.'

Schuldig staar ik naar mijn voeten.

'Ik was overal... behalve hier.'

Niet begrijpend kijkt hij op me neer. Het is hartstikke moeilijk uit te leggen, dus ik doe het maar niet.

'Denk je dat je het nog een keer zou kunnen?' Vraagt hij na een korte stilte.

'Ja? Nee? Ik zou het niet weten. Ik wist niet eens dat ik het deed tot nu net.'

'We hebben het er zo nog wel over.'

Ik wil net vragen waarom, maar dan komt Hamon naast hem staan.

'Hoe kan een matras nou in de brand vliegen?'

'Weten we niet. Lea lag een soort van te slapen en voelde alleen de hitte. Ik heb haar gelukkig op tijd de tent uit gedragen.'

Hamon kijkt ons allebei niet gelovend aan. Hij ruikt leugens al vanaf een extreem grote afstand. Natuurlijk niet letterlijk.

Echter stelt hij geen vragen. Hij kijkt me alleen aan met een bepaald blik en ik weet wat hij daarmee wil zeggen... We zullen het er onder vier ogen nog over hebben.







Take me to hellWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu