Hoofdstuk 28

13 1 0
                                    

Hoofdstuk 28

De volgende morgen ben ik al vroeg wakker. Ik besluit te gaan joggen om mijn gedachten op een rijtje te kunnen zetten en uit te zoeken wat ik moet doen. Ik loop mijn inloopkast in en zoek voor gepaste kledij. Ik vind een joggingpak in een van de lades en trek het aan. Dan ga ik naar beneden voor het ontbijt. Ik merk dat mam nog slaapt, dus ik probeer stil te zijn. Ik vul een kom met granen en melk als ontbijt en eet ook een aantal frambozen. Na mijn ontbijt schrijf ik gauw nog op een briefje waar ik ben zodat mam niet ongerust hoeft te zijn. Als laatste neem ik mijn oortjes en mp3 en vertrek.

De frisse ochtendlucht doet goed en ik begin meteen te joggen naar de rand van het dorp. Ik plug mijn oortjes in mijn mp3 en zet wat muziek op. Terwijl het landschap voorbij glijdt en de muziek in mijn oren klinkt, probeer ik na te denken. Als ik vrede moet brengen tussen twee volkeren die al jarenlang elkaars vijanden zijn, hoe ver zou ik dan moeten gaan? Als ik de uitverkorene ben, wat moet ik dan überhaupt doen? Waar moet ik beginnen? Ik weet amper iets over mijn eigen volk, laat staan het duistere volk. Ik haal diep adem en begin harder te lopen.

Al gauw ben ik aan de rand van het bos en kijk over het grote weiland heen. Ik vertraag mijn tempo tot ik al stapvoets door de weide ga. De geur van bloemen en gras prikkelt mijn neus en ik kom tot rust. Ik loop naar de boom in het midden van het weiland. Het is dezelfde dode boom als voor ik naar deze wereld kwam. Ik loop om de boom heen. De tekening staat er nog steeds in zoals ik me herinner. Ik leg mijn vingertoppen op de schors en volg de lijnen. Als ik even later stop en mijn hand laat rusten op de stam, merk ik iets op. Daar waar mijn vingers de boom hebben geraakt, krijgt de stam weer zijn levendige kleur en niet de dode zwarte kleur. Ik haal mijn hand van de boom en zie dat ook daar alles weer is beginnen leven. Ik staar verbaasd naar de boom. Dan leg in mijn beide handen tegen de schors van de boom aan en sluit mijn ogen. Ik beeld me in hoe hij eruit zag voor hij vernietigd werd. Ik voel de stam onder mijn handen veranderen.

Als ik mijn ogen even later weer open doe, zakt mijn mond open van verbazing en mijn ogen worden groot. Ik deins achteruit om de boom van verderaf te bekijken. Hij is niet meer dood en zwart, hij heeft een kruin en een kastanjebruine stam, zijn bladeren hebben een smaragdgroene kleur en overal hangen bloesems in alle kleuren van de regenboog. Ik sla mijn vleugels open en vlieg langs de stam omhoog, de kruin in. Alles is zo levendig en mooi. Ik kan niet geloven dat ik dit heb gedaan. De boom is gigantisch geworden. Als ik uiteindelijk boven uit de kruin vlieg, krijg ik een uitzicht dat verder reikt dan je zou verwachten. Ik kan over het hele bos kijken en aan de andere kant van het weiland zie ik een ander bos verschijnen, maar dat bos ziet er veel donkerder uit dan het bos waar ik vandaan kom. Ik vraag me af of daar misschien de duistere vlinderfeeën leven.

FOX (On hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu