Hoofdstuk 18

35 2 0
                                    

Hoofdstuk 18

Ik schiet wakker met een gil en meteen zwaait de deur van mijn kamer open. Fabio vliegt naar binnen en kijkt wild in het rond. Als hij mij ziet zitten, komt hij naar me toe. "Gaat het? Ik hoorde je gillen" zegt hij bezorgd. "Ik had gewoon een nachtmerrie. Niets aan de hand, maar je bent nog niet naar huis?" stel ik vast. "Ja, dat klopt. Ik was beneden in de zetel in slaap gevallen. Daarom ben ik er nog" verduidelijkt hij. "Ik ben eigenlijk wel blij dat je er nog bent". Het was niet de bedoeling om dat luidop te zeggen, maar ik doe het toch. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht en hij komt naast me op het bed zitten.

Zo zitten we nog een tijdje, hij heeft inmiddels al een arm om mijn schouder geslagen en ik lig zowat met mijn hoofd op zijn gespierde borstkas. Zo val ik terug in slaap.

--------------------------------------------------------------------------------------------------

Ik rek me uit en open mijn ogen. Ik tast met mijn hand naast me, maar daar is niets. Hij ligt niet meer naast me, maar op een of andere manier voel ik dat hij er nog is. Ik hop uit bed en loop naar de badkamer om te zien hoe ik er uitzie. Mijn haar ligt helemaal in de war, dus ga ik er even met de borstel doorheen. Daarna was ik mijn handen en ga met een nat washandje over mijn gezicht.

Wanneer ik de gang oploop, ruik ik de geur van vers gebakken omelet met spek. Zo snel ik kan loop ik de trap af naar de keuken. Als ik de keuken binnenkom, zie ik hem staan. Hij staat met zijn rug naar me toe gedraaid en bakt een omelet met spek. Ik sta stil en neem hem in me op, hoe hij daar staat. Ik zie zijn gespierde rug en dat alleen al maakt mijn dag compleet.

"Heb je goed geslapen?" vraagt hij nog steeds met zijn rug naar me toe. "Hoe weet je dat ik achter je sta?" Ik heb meteen spijt dat ik dat zeg, want nu geef ik toe dat ik wel degelijk achter hem sta. "Wel, dat was niet moeilijk. Ik hoorde je van de trap stommelen" grinnikt hij en hij draait zich traag om. Ik kan alleen maar lachen, maar ik weet zeker dat ik ook zo rood als een tomaat ben.

Nadat ik plaats heb genomen aan de keukentafel, schuift Fabio een bord naar me toe waarop een halve omelet met spek ligt. "Dank je" zeg ik uit beleefdheid en neem een hap. En net als gisteren overvallen de smaken me. Een omelet als deze heb ik nog nooit geproefd. Echt heerlijk. "En? Bevalt het je?" vraagt Fabio. "Bevalt wat me?" vraag ik met een halfvolle mond. "Alles" is zijn antwoord. "Nou, de omelet is lekker, het huis groot en jij aardig" zeg ik. "Is dat alles. Ik ben aardig" zegt hij licht beledigd. "Ja, je bent aardig en je kan goed koken. Dat is toch al beter dan dat ik zeg dat je gemeen bent, niet waar soms?" antwoord ik. "Ja, daar heb je een punt. Goed! Laat me maar meteen ter zake komen. Vandaag beginnen we met trainen" kondigt hij aan. Ik verslik me zowat in mijn omelet: "Wat?!" "Je hebt me wel verstaan, ik ga je trainen," zegt hij kortaf, "dus zie dat je iets gemakkelijk aandoet waarin je kunt trainen."

FOX (On hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu