Hoofdstuk 1

145 7 2
                                    

Hoofdstuk 1

Ik loop door het bos zoals ik wel vaker doe op woensdagnamiddag. Ik loop dezelfde weg als altijd en toch ziet het er iedere keer anders uit. Het is ergens midden oktober, dus je voelt wel al dat de koude winter op komst is. Ik schat dat het ongeveer 15 graden is momenteel, maar door de vrij sterke wind lijkt het kouder.

Oh, trouwens ik ben Alexia. Maar iedereen noemt me Lexy. Ik ben 17 jaar en woon naast een bos, waarin ik nu dus aan het wandelen ben. Ik heb lang, krullend, rood haar en hou van het herfstseizoen. Mijn hobby's zijn tekenen, fotografie en de natuur bewonderen. Ik vind het fijn om alleen te zijn in een rustige omgeving waar ik goed kan nadenken. Mijn tekeninspiratie haal ik ook grotendeels uit dit bos. Ik heb de liefste vriendinnen ter wereld. En zoals de meesten, vind ik school niet zo leuk (het is pure tijdsverspilling). Maar genoeg over mezelf en terug naar de realiteit.

Ik stap rustig door het bos en neem de omgeving goed in me op. De kleuren zijn zo mooi. Al die bruine, gele en rode tinten vormen zo'n mooi geheel. Hier en daar zie ik paddenstoelen staan langs het wandelweggetje. Het is wel duidelijk dat het herfst is. Wanneer ik aan de grote eik ben, sta ik even stil. Deze boom heeft zijn naam te danken aan de omtrek van zijn stam. De omtrek van de eik is ongeveer vijf meter, wat ik toch al vrij veel vind. Ik zet me op de boomstronk naast de eik en neem mijn tas op mijn schoot. Eerst neem ik een slok van de drinkfles gevuld met water, die ik van thuis heb meegenomen. Daarna neem ik mijn schetsblok uit mijn tas en wat tekengerief. (Dat nam ik altijd mee naar het bos. Je weet maar nooit.) Ik zet mijn tas op de grond en leg het schetsblok op mijn schoot.

Nadat ik goed om me heen heb gekeken, begin ik te tekenen. Een aantal dieren komen voorbij, zoals een konijn, enkele musjes, een eekhoorn en een specht. Ik probeer de dieren te verwerken in mijn tekening en steek daarna alles weer in mijn tas. Ik hang mijn tas weer over mijn schouder en ga verder.

Ik wandel nog altijd in het bos en ondertussen is het bijna 16.00 u., wat wil zeggen dat ik al bijna twee uur in het bos zit en ik ben nog wel even onderweg. Ik hoor iets en stop om beter te kunnen luisteren. Het geluid komt uit de struiken en lijkt op het gejank van een hond. Ik stap in de richting vanwaar het geluid vandaan komt. Ik ben nieuwsgierig, maar toch op mijn hoede.

Het duurt even, maar het geluid wordt steeds duidelijker hoorbaar, dus ik weet dat ik in de buurt kom. Ik moet oppassen dat ik niet struikel over de boomwortels die uit de grond steken of takken die op een hoopje liggen. Uiteindelijk hoor ik het geluid vlakbij en kijk om me heen. Het komt van achter een paar struiken.

FOX (On hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu