Hoofdstuk 34
"Dit is mijn huis, als we binnen zijn kunnen we praten" vertelt Elizabeth als we stoppen aan een van de eerste huizen die we tegenkomen. Ik knik en volg haar de wenteltrap op. Als we boven aankomen, haalt ze haar sleutels boven om de voordeur open te maken. Ik kijk nieuwsgierig naar binnen als de deur opengaat. Het sombere uiterlijk van het huis wordt tenietgedaan door zachte houtkleuren langs de binnenkant. Ik stap naar binnen en Elizabeth sluit de deur achter ons. Het is geen groot huis, zeker niet zo groot als het mijn. Het is zelfs zo klein dat het praktisch één ruimte inhoud. Elizabeth geeft me een korte rondleiding. De keuken en woonkamer bevinden zich in dezelfde ruimte zonder muren, dan zijn er nog drie deuren die uitkomen op de slaapkamers - een van haar en een van haar ouders - en de badkamer met washuis.
"Wauw, jullie wonen hier wel knus" zeg ik als we rond zijn. Ze grinnikt en zegt: "En we hebben alles wat we nodig hebben". Ik glimlach naar haar. Ik heb het gevoel dat ik haar echt kan vertrouwen en dat onze vriendschap uit de mensenwereld hier ook van tel is. Terwijl ze haar mand met bessen in de keuken zet, vraagt ze of ik iets wil om te drinken. Zelf zet ze een pot thee voor haar. Ik zeg haar dat thee goed is voor mij en dat ik met haar zal meedrinken. Ze knikt vanuit de keuken en zet de waterketel op het kookvuur terwijl ze zakjes thee in het water hangt.
Even later staat de theepot op tafel en schenkt Elizabeth twee tassen in. Ik bedank haar en blaas de stoom weg. "Eli, wil je me vertellen over je volk; jullie gewoontes, geloven en regentes?" vraag ik haar terneergeslagen. Ze glimlacht naar me en knijpt me bemoedigend in mijn hand. Als ze ziet dat ik opbeur, begint ze te praten: "We zijn allemaal in grijstinten, zoals je kunt zien. We worden zo geboren, of dat denk ik toch. Mijn ouders hebben me thuisonderwijs gegeven omdat de dichtstbijzijnde school op vijftig kilometer hiervandaan is. Ze hebben me geleerd hoe belangrijk het is om mijn gave te verbergen uit veiligheid voor het volk, iedereen doet dat."
Ik onderbreek haar met een nieuwsgierige vraag: "Wat is jouw gave?" Ze glimlacht trots naar me en vertelt: "De gave van genezing, en jij?". Ik glimlach, blij voor haar en antwoord: "Ik bezit zowat alle gaven die er bestaan, vandaar ook mijn regenboogvleugels". Ik probeer het niet al te speciaal te laten overkomen. Ik voel me nog steeds niet klaar om aangekeken te worden als een mirakel. "Wauw, hoe is dat mogelijk?" vraagt Eli nieuwsgierig. Ik haal mijn schouders op: "Geen idee, het enige wat ik weet is dat ik de uitverkorene ben en tot een week geleden nog niet eens wist dat ik een vlinderfee ben." Eli's mond zakt verbaast open. "Je hebt nooit geweten dat je een vlinderfee bent?!" herhaalt ze mijn woorden. Ik knik. Dan valt er een korte stilte.
"Vertel verder" doorbreek ik de stilte. Ze knikt: "Oh ja, het bos is al jarenlang vergiftigd. Volgens de verhalen zou een drakenkoningin, bij onze komst hier, het bos hebben vergiftigd omdat we een deel van haar land hadden ingepikt. Ik weet niet of het waar is, maar het bos is effectief vergiftigd en dat kan niemand ontkennen. Dagelijks sterven tientallen bomen en niemand kan het tegenhouden, zelfs de beste plantenfeeën en genezers niet." Ik knik. De boom in de grote weide had ook niemand ooit kunnen genezen en ik wel. Zou ik dit bos ook kunnen redden?
Ik vertel Eli van de gigantische boom in de grote weide die onze werelden van elkaar scheidt. Ze luistert aandachtig en ik zie een fonkeling in haar ogen verschijnen alsof er hoop groeit binnen in haar. "Jij kan onze thuis redden, ons bos, heel ons leven!" zegt ze blij en grijpt mijn handen stevig beet. Ik glimlach zwak: "Ik hoop het".
JE LEEST
FOX (On hold)
FantasyAlexia is een meisje van 17 en houd van de natuur en de herfst. Wanneer ze op een gewone woensdagnamiddag in het bos naast haar huis een gewonde vos tegenkomt, bekommert ze zich over het beestje. Ze leert hierdoor zichzelf beter kennen en ontdekt ie...