Hoofdstuk 2

74 4 0
                                    

Hoofdstuk 2

Ik duw de struiken aan de kant en zie een hulpeloze vos, die vastzit in een jagersklem (je weet wel: zo'n rond ding met punten dat dichtklapt wanneer een dier op het midden van de klem stapt). Ik laat mijn tas van mijn schouder zakken en kniel naast het voorval neer. De val zit gelukkig niet rond de nek, maar rond het pootje. Met al mijn kracht trek ik de val open, wat gemakkelijker gaat dan ik dacht. Het vosje haalt zijn pootje uit de val en blijft angstig liggen. Ik laat de val weer dichtklappen en kijk naar de poot van het dier. Het bloedt hevig, dus neem ik mijn stoffen (nog niet gebruikte) zakdoek, vouw het in een driehoek, rol het een stukje op en bind het rond de poot van de gewonde vos, die verbazend genoeg blijft stilliggen.

Ik denk na. Ik kan de vos hier niet zomaar achterlaten, dus rits ik mijn tas open en til voorzichtig het dier op. Het beestje laat mij mijn gang gaan zonder tegen te spartelen, alsof het weet dat ik hem wil helpen. Ik zet hem in mijn tas en hang deze rustig rond mijn schouder. Het vosje past perfect in mijn tas en komt met zijn snuit net uit de tas piepen. Ik neem de val van de grond, vastbesloten om het bij het afval te gooien voor er nog meer onschuldige dieren gewond raken, en loop vervolgens naar huis.

Eenmaal het bos uit loop ik richting onze schuur en gooi de val in de vuilnisbak. Ik zet mijn tas op de grond zodat het vosje eruit kan kruipen. Het jankt wanneer het een paar stapjes zet. Ik kijk het dier bezorgd aan terwijl het zich neerlegt. Ik pak de EHBO-doos van de plank en doe hem open. Ik rommel in de doos en uiteindelijk vind ik wat ik nodig heb. Ik leg een verband samen met de ontsmettingsalcohol op de tafel, die tegen het raam staat. Dit was altijd mijn vaders werktafel geweest tot hij vorig jaar in de zomer verdween. We weten niet wat er gebeurt is. Is hij dood? Is hij weggelopen? Houdt hij nog van mij en mama? Die vragen spoken nog altijd door mijn hoofd.

Ik zet het vosje op de werktafel en haal mijn zakdoek van zijn pootje af. Met de nog niet bebloede delen van mijn zakdoek kuis ik het overige bloed rond de wonde af. Ik trek het dopje van de ontsmettingsalcohol eraf en druppel de inhoud voorzichtig op de wonde. Het dier laat piepende geluidjes van pijn weerklinken. Om de vos gerust te stellen, aai ik over zijn kopje en rug terwijl ik dingen fluister zoals 'Rustig maar' en 'Het komt wel goed'.

Nadat het verband rond de poot van het dier is gebonden, zet ik het vosje weer op de grond. Ik kijk de ruimte rond en zoek naar een deken en wat krantenpapier. Ik vind achter een aantal boeken op een hoge plank een soort van doek die ik dubbelgevouwen op de grond leg. Het is niet groot, maar wel genoeg om de vos op te laten liggen.

FOX (On hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu