Eenmaal thuis aangekomen kan ik nog steeds aan niks anders denken dat Rein appen, maar iets in me zegt dat ik het niet moet doen. Ik twijfel even en besluit niks te zeggen. Waarom zou ik eigenlijk? Rianne heeft niks verkeerds gedaan. Jemig, soms snap ik mezelf echt niet. Ik kijk naar de klok en zie dat het alweer vier uur is, wat zou ik eens gaan maken? Sinds mama overleden is heb ik weken lang alleen maar kant en klare dingen gegeten, maar ik ben er een week geleden achter gekomen dat ik zelf eigenlijk ook best goed kan koken. Dat heeft mama me allemaal geleerd toen ik al vrij jong was, ze zei dat het altijd handig is als je zelf je eten kan maken, maar nooit heeft ze gezegd dat het voor altijd zou zijn, dat ik voor altijd alleen mijn eten moet maken omdat zij er niet meer is.. Er lopen tranen uit mijn ogen, snel veeg ik ze weg. "Wees sterk, Romy, je kan dit", zegt een stem in mijn hoofd. "Ik ben sterk, ik kan dit", zeg ik hardop.
Drie uur later zit ik wel vol. Ik heb taco's gemaakt en ze waren heerlijk, al zeg ik het zelf. Het zit me al een sinds ik heb besloten Rein niks te zeggen dwars dat ik hem niks zeg, raar. Het is zeven uur, ik frummel wat aan mijn mobiel en sta op. Ik ga naar Rein toe en vertel hem alles over vandaag, hij zei al dat hij vandaag de hele dag thuis zou zijn, dus waarom zou ik hem appen als ik hem ook in de ogen aan kan kijken en zijn hand vastpakken..
Ik stap op mijn fiets, maar anders als normaal. Ik heb een heel naar gevoel. Ergens bij een bankje stop ik even, wat is er met me aan hand? Ik heb hele erge buikpijn, niet normaal meer. Opeens komt er een vrouw voor me staan, "gaat het wel, meisje?", vraagt ze. Ik knik, "het gaat wel, bedankt", zeg ik. De vrouw kijkt me nog heel eventjes aan en loopt weg. Ik besluit mijn oortjes te pakken en muziek te luisteren de rest van de weg. Muziek vrolijkt me altijd op, soms zelfs meer dan Rein me opvrolijkt. Ik pak mijn fiets weer en fiets door. Vanaf hier is het nog zo'n tien minuten fietsen, dat kan ik nog wel aan. Ik verheug me er nu al op om Rein weer te zien. Ik mis hem zo erg terwijl we gister de hele dag samen waren. Ach, waarschijnlijk 1 van die vrouwendingen, zeg ik tegen mezelf.
Wanneer ik voor Reins huis sta zie ik een fiets. Ik kijk lang naar de fiets, hij komt me zo bekend voor, maar van de van Duivenboden familie is die niet, daar ben ik zeker van. Ik loop naar de deur en bel aan, alleen is er niemand die open doet. Ik bel nog ongeveer drie keer aan, maar nog steeds doet niemand open. Ik maak me zorgen en herinner me dat ik ook de sleutel van het huis heb. Ik zoek ik mijn tas, hopend dat de sleutel daarin zit. Yes, gevonden! Ik grijns, lief dat ze me die sleutel toevertrouwen, denk ik bij mezelf. Ik maak de deur open en ik had gelijk, er is inderdaad iemand thuis. Ik hoor boven stemmen, twee om precies te zijn. De ene stem is van Rein en de andere komt me bekend voor, maar ik kom niet op de naam, het ligt letterlijk op het puntje van mijn tong. Langzaam loop ik de trap op. Wanneer ik boven ben kan ik niet te stil zijn, in dit huis kun je zelfs een zucht horen uit een andere slaapkamer. Als ik voor Reins deur sta hoor ik Rein en die bekende stem lachen, ik raak zo nieuwschierig dat ik gelijk de deur open, maar dat was niet mijn beste keus.. Ik sta met mond open voor Rein.. én die o zo bekende stem...