Ik zit op mijn koffer en fluit een melodietje. "Over 5 minuten moeten we het vliegtuig in!" Roept owen. Ik knik zenuwachtig. Ik heb vliegangst. Het is inmiddels een paar weken verder, herfstvakantie. Samen met Rein, Owen, Nils en Daan gaan Zoë en ik op vakantie naar Spanje. Er is eigenlijk niks meer veranderd, ik heb nog steeds een relatie met rein, Zoë heeft weer iets met Nils, Owen is nog steeds mijn beste vriend en daan.. Ik kan het al weer een beetje vinden met hem.
Wanneer we eindelijk in Spanje zijn, zien we al gelijk een heleboel meisjes op de jongens af komen rennen, "JULLIE ZIJN TOCH VAN MAINSTREET?!", vragen ze schreeuwend. Na een paar foto's met de meisjes hebben gemaakt, kunnen we eindelijk weer verder lopen. Onderweg naar het hotel gebeurd dit nog zo'n drie keer, "dus zo gaan we de vakantie van onze leven beleven?", vraag ik lachend.
Aangekomen in het hotel word ons onze kamer al aangewezen. "Wow! Het is hier mega groot!", roept Zoë. Ik kijk uit het raam en zie dat we een heel mooi uitzicht hebben, "ik heb wel zin om te zwemmen, wie gaat er mee?", vraag ik enthousiast. Een tijdje later zitten we met z'n allen in het zwembad. Het is hier bijna 9 uur 's avonds, de lucht is donker en overal rond het zwembad zie je allerlei gekleure lichtjes. Heel gezellig dus. "Romy?", hoor ik achter me. Ik draai me om en zie Rein, hij drukt me onder het water en geeft me een zoen. Wanneer we weer boven water zijn, moeten we allebei heel hard lachen. "Waarom moet je mijn romantische momenten met jou altijd verpesten?", grapt Rein.
- Een week later -
Na een geslaagd weekje gehad te hebben met mijn vriendje en mijn liefste vrienden, kom ik uitgeput weer thuis. Ik ga gelijk naar bed. Op het moment dat ik net zo lekker lig en en haast slaap gaat de telefoon. Ik loop naar beneden neem de telefoon chagerijnig op, "hallo". "Hallo? Met wie spreek ik?", zegt een onbekende stem. "Romy. En wie is dit?", vraag ik kortaf. "Oh, sorry. Verkeerd nummer", en de man hangt op. Pff, dit meen je niet.
Ik weet zeker dat het mijn oom Jeffrey was. Ik heb nooit een goeie band met hem gehad, altijd als ik bij hem logeerde sloeg hij me. Die stem aan de telefoon was precies dezelfde stem als toen hij riep ''OPDONDEREN'' en me uitschold voor varken, rotblaag en meerdere dingen. Ik slik en kruip onder mijn dekens. Ik ben zo bang dat hij nu hier naartoe komt..
Na 2 uurtjes gaat de telefoon weer. Het is 1 uur 's nachts, en het enige wat ik wil is slapen. Alleen mijn rustmomentje wordt verstoord door het gerinkel. ''Hallo? wie is dit?'', vraag ik zacht. Niet dat iemand me kan horen als je alleen woont, maar alsnog. ''Romy.. altijd al zo raar geweest. Ik moet je moeder spreken. NU",roept hij. ''Uhm.. weet u het nog niet? Mama is overleden een paar maanden geleden", zeg ik langzaam en de tranen druppelen uit mijn ogen. Het is om het verdriet van mama, maar ook omdat ik superbang ben voor Jeffrey. Ik hoor Jeffrey schelden aan de telefoon. Ik vind het heel raar dat hij hier nog niks van wist. Ik hoor hem huilen. Ik heb nog nooit een man horen huilen, alleen papa toen hij zei dat hij het niet meer overleefde. Ergens heb ik superveel medelijden met Jeffrey, maar ik kan hem gewoon niet vergeven na wat hij mij allemaal aangedaan heeft. ''IK MOET HAAR SPREKEN!'', roept hij. ''Sorry Jeffrey.. dat kan niet..'', zeg ik en ik hang op. Ik trek ook de stekker van de telefoon eruit. Zucht.. Ja, ik zou mam ook wel willen spreken.
Met hoofdpijn word ik wakker. Het is vandaag de allerlaatste dag van de herfstvakantie. Ik heb besloten om maar even schoon te maken in huis. Alleen wonen betekent ook alleen onderhouden. Ik kijk op de wekker en zie dat het alweer 11 uur is. Ik pak mijn telefoon. Een gewoonlijke ''Goodmorning beautiful'' appje van Rein en 6 gemiste oproepen. Van Jeffrey. Ik begin het nu een beetje eng te vinden, ik hoop dat hij niet meer mijn adres heeft. Ik reageer even op Rein en loop dan naar beneden. Eerst ontbijt.
Na 3 uurtjes kijk ik rond. ''Ik zou best een goeie huisvrouw zijn!'', roep ik tevreden. Opeens stopt er een auto voor mijn huis. Het is een zwarte mercedes en er stapt een man uit. Bang kijk ik naar de klink van de achterdeur die beweegt. Jeffrey. ''DOE OPEN ROMY, IK WEET DAT JE ER BENT!'', hoor ik. Snel ren ik via de voordeur naar buiten, heel ver weg. Ik kijk nog even achterom en ik zie niemand achter me aan rennen. Hij is de laatste die ik op dit moment nog wil zien. ''ROMY?'', hoor ik achter me. Godzijdank, het is Owen.