part 26

1.1K 49 5
                                    

Ik schrik me dood, dit kan toch niet waar zijn? Snel loop ik naar boven en maak Rein wakker, "Rein! Wakker worden! We gaan naar Goor", schreeuw ik. "Huh, hoelaat is het?", vraagt Rein half slaperig. "Schiet op, Rein, ik leg je onderweg alles uit".

Na nog geen uur zitten we al in de trein. "Ga je me nu nog vertellen waarom we zo vroeg in de trein zitten?", vraagt Rein. "Voordat ik het je zeg moet je me beloven dat je Daan niet in elkaar gaat slaan als we bij hem zijn", zeg ik. Rein gaat opeens in een serieuze houding zitten, "is het zo erg dan?", vraagt hij. "Eerst beloven, Rein, anders zeg ik het je niet". Rein zijn ogen worden klein, "beloofd. Vertel nu maar". Ik slik, maar dan begin ik te praten, "toen Daan en ik nog aan het flirten waren, zeg maar, gaf hij me een beer". Rein kijkt onbegrijpelijk, "een beer?", vraagt hij. "Geen echte beer, een knuffelbeer", zeg ik en ik ga weer verder met mijn verhaal, "Daan zei dat hij die knuffelbeer van zijn oma gekregen heeft en dat hij hem aan een meisje moest geven die volgens hem heel speciaal is. Nou, ik heb dat beertje dus op het plankje boven mijn bureau gezet en precies vanaf daar zijn foto's van ons gemaakt. Dus ik den-", ik wil verder gaan maar Rein onderbreekt me, "er zijn dus weer foto's?!". "Ja, er zijn weer foto's. Foto's van ons waar je in mijn bed slaapt. Hun weten niet dat we alleen aan het slapen waren, dus als ze door gaan denken.. Rein, wat moeten we doen?!", vraag ik bijna huilend. Rein pakt mijn hand en kijkt me in mijn ogen aan, "we gaan zorgen dat dit stopt Room, dat gaan we doen".

- 2 Uur later -

Daar staan we dan voor Daans huis. Wanneer Rein net wilt aanbellen, doen Daans ouders net de deur open, "oh, Hallo Rein en.. Romy, was het toch?", zegt Daans moeder. "Ja, dat ben ik, uhm, is Daan misschien thuis?", vraag ik. "Ja, Daan is thuis. Ga maar naar binnen, van ons zullen jullie geen last hebben, wij zijn namelijk allemaal weg! Sam, Jorn, komen jullie?", roept Daans moeder.Na 5 minuten is iedereen weg en zijn we alleen met Daan. "Dus, ga je ons nog vertellen wat dit betekent? Ik heb Romy beloofd je niet in elkaar te slaan, dus bedank haar maar", zegt Rein, "we weten dat jij de opdrachtgever bent of hoe je het ook wilt noemen, waarom doe je dit Daan? Kun je er na een halfjaar nog niet mee dealen dat Romy je niet leuk vindt?!". Het blijft even stil. "Het spijt me, ik had dit nooit mogen doen, het spijt me echt heel erg", zegt Daan. Ik zucht, "het is okë, Daan". "Wat?!", zegt Rein, "het is niet, oké, Romy? Je bent gestalkt en niemand wilde je geloven en daardoor, daardoor ben je uitgescholden! Het is niet, oké, je komt maar met wat beters, Daan", zegt Rein. Daan wilt iets zeggen, maar ik ben hem voor, "nee, het is oké, als je maar zegt dat het jouw schuld was", zeg ik. Dit is de eerste keer, maar dan ook echt de allereerste keer dat ik zoiets durf te zeggen. Mama zei altijd dat ik meer in mezelf moet geloven en niet alleen moet denken aan wat het beste is voor iemand anders, nou, dat doe ik nu dus. Ik weet zeker dat ze nu vanaf boven toekijkt en trots op me is. Ik wacht op Daans antwoord af, Rein zegt ook niks meer. Hij moet mijn keuze maar accepteren. "Ja, ja dat is goed", zegt Daan. Gelijk pakt hij zijn telefoon en tweet iets. Wanneer hij klaar is krijg ik een melding dat Daan wat getweet heeft, "mijn meldingen staan nog aan, je weet wel, van toen ik nog mainiac was", zeg ik. Ik kijk naar wat Daan getweet heeft, "Hey lieve Mainiacs. Wees niet boos op Romy, ze had echt een stalker. Ik was namelijk haar stalker". Ik kijk Daan aan en ik kan zien dat hij echt spijt heeft, "bedankt, Daan", zeg ik. Daan schudt zijn hoofd, "nee, jij bedankt. Bedankt dat je me vergeeft". Ik glimlach. Eindelijk is het allemaal voorbij. Na nog een uur met Daan gekletst te hebben gaan Rein en ik weer naar huis. Wanneer we allemaal bij de deur staan is het nogal ongemakkelijk tussen Daan en Rein, "nou jongens, alles is voorbij, geef elkaar eens een dikke, vette knuffel, oh, dat mocht ik niet meer zeggen, geef elkaar eens een dikke, vette jongensknuffel!", lach ik.

Onderweg naar Waalre zijn Rein en ik allebei stil. Het is nog inmiddels al bijna half 2, maar aangezien we zo vroeg op zijn gestaan zijn we allebei nog heel erg moe. "Ik houd van je, lieve Romy. Je bent een geweldig mens", zegt Rein. "Ik houd ook van jou. Twijfel nooit aan jezelf, Reintje".

Mainiac or more?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu