Hoofdstuk 7

36 1 0
                                    

Rutger
Ik word wakker en zie dat Thomas al wakker is hij zit op het balkon. We hebben heel erg mooi uitzicht op het platteland van België. We gaan straks weer verder rijden. Dit keer is het Thomas zijn beurt. Dat word voor mij lekker een paar uur achterover zitten muziek luisteren. Ik zucht en sta op en loop naar Thomas toe en druk een kus in zijn nek. "Goeiemorgen lief lekker geslapen?" fluister ik in zijn oor. Ik merk dat mijn gefluister hem kippevel bezorgt want ik zie haren overeind gaan op zijn arm. Thomas knikt afwezig. "Het is zo mooi hier Rut lekker lands." zegt hij zonder om te kijken. We hebben nier voor niks een hotel in de middel of nowhere genomen. "Zullen we gaan ontbijten ik begin trek te krijgen." Thomas knikt en staat op. We maken ons snel klaar pakken de tas met kleren en gaan naar het restaurant om te onbijten. Na het ontbijt gaan we meteen verder. We halen wat eten en gaan aan een tafel zitten om te eten. Thomas zit weer naar buiten te staren. Hij vind het echt mooi hier. Als het eten op is stappen we weer in de auto. Ik stel de route beschrijving in terwijk Thomas zijn stoel aam het goedstellen is. Ik zet muziek aan en we gaan meteen meezingen. Goed begin van de dag, zingen in de auto. Dan bedoel ik niet zacht zingen, neeee het is keihard meezingen. Zo hard dat andere mensen ons aankijken alsof we gek zijn. Ik kan hier zo van genieten. Lekker auto rijden met keihard muziek aan en mee schreeuwen. Want ja het klinkt nergens na. We zijn al een tijdje onderweg en we zijn overgegaan naar rustige ballets. Ik laat me ogen dicht gaan. Ik zie weer het ongeluk voor me. De jongen die staat te huilen. De ambulance. Mensen die helpen. Waarom droom ik erover ik was het zelf niet. Thomas en ik zijn er veilig voorbij gereden we zijn al bijna in Frankrijk dus waarom droom ik over een ongeluk dat ons niet is overkomen. Ik voel een hand op me arm. Ik doe me ogen open en zie dat Thomas koffie hebt gehaald. "Lekker kan ik wel gebruiken." "Dacht ik al." zegt Thomas lief em geeft me een kus op me wang. Wat ben ik toch ook blij met hem. Ik heb het liefste vriendje ever. Thomas begint weer te rijden. Ik neem een slok van me koffie. Voor ik het weet zijn we al bij het hotel waar we een nachtje blijven voor we naar Parijs gaan. Ik merk dat Thomas moe is. We lopen naar binnen en checken ons in. In de kamer ploffen we meteen op bed zonder de kamer te bekijken. We zijn allebij te moe ervoor. Ik kruip onder de dekens en kruip tegen Thomas aan. Lekker knus. Ik geef hem nog even snel een kus en voor ik het weet val ik in slaap. En weer zie ik het ongeluk.

In my dreamsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu