Hoofdstuk 30

26 0 0
                                    

Rutger
Vandaag gaan we weer naar de droom specialist. Ze gaat hypnose proberen. Ik weet zeker dat het niet gaat werken maar we zien wel. Thomas en ik zitten in de wachtkamer. Ik weet niet waarom maar ik ben zenuwachtig. Ik pak Thomas zijn hand vast en knijp er even in. "Wat is er lief?" Vraagt hij aan me. Ik kijk hem aan. "Ik weet niet, ik ben zenuwachtig stel dat die droom uitkomt ik droom er al meer dan een jaar over." Zeg ik dan. Thomas knijpt in me hand. "Ik weet zeker dat het niks is." Zegt hij dan. Ik geef hem snel een kus. Dan gaat de deur open en we worden naar binnen geroepen. Daar is Tanja weer. Ik geef haar een hand en we gaan zitten. "Oke Rutger laten we beginnen. Is er nog wat nieuws aan je droom?" Vraagt ze aan me. Ik kijk haar aan en schud me hoofd. "Nee het blijft hetzelfde." Zeg ik dan. Tanja kijkt naar Thomas. "Heb je hem in de gate gehouden tijdens het slapen is hij onrustig?" Vraagt ze aan Thomas. Waarom vraagt ze dat aan Thomas eigenlijk? Thomas kijkt me aan. "Ja hij is heel onrustig. Afentoe schreeuwt hij en dan probeer ik hem wakker te maken maar dat lukt niet." Zeg Thomas. Ik kijk hem aan. "Waarom heb je dat nooit verteld lief?" Zeg ik dan. Thomas haalt zijn schouders op. "Nou ja laten we maar beginnen met de hypnose misschien dat er meer loskomt over de droom." Zegt Tanja. Ze wijst naar een bed waar ik in moet gaan liggen. Ze brengt me onder hypnose. Het lijkt net of ik slaap. Ik hoor haar vragen stellen ver weg. Ik zie het ongeluk weer. Maar dit keer is het anders. Ik zit niet in de auto en Thomas zit niet naast me. Ik hoor Thomas weer schreeuwen. Ik kijk op me heen en zie dat ik in de ambulance lig. Dit heb ik nog nooit gedroomt. Ik zie Thomas staan bij de ambulance. Hij is aan het huilen. Dan schrik ik wakker.

Een witte waas. Ik hoor voetstappen. Ik heb pijn. Waarom heb ik pijn. Ik voel iets in me keel. Ik begin te hoesten. Langzaam open ik me ogen. Ik kijk om me heen. Waar ben ik? Ik ben niet thuis. Ik kijk nog even om me heen. Ik zie fotos van mij en Thomas er staan kaarten met beterschap. Ik zie geen Thomas. Lig ik nou in het ziekenhuis??!! Ik begin in paniek te raken. Dan komt er iemand binnen. Een bekent gezicht. Ik ken haar. Ze roept iemand en er komen nog meer mensen binnen. Ze halen dat ding uit me mond. "Omg Rutger je bent wakker!" Zegt dat meisje. Ze pakt me hand. Ik wil wat zeggen maar me keel is droog. Ik wijs naar de kraam. Ze pakt een glas water. Ik neem een slok. "Waar ben ik. Wie ben je? Je komt me bekent voor." Zegt ik met een schore stem. Ze kijkt me aan en ik zie tranen in haar ogen komen. "Rutger je hebt een jaar in een coma gelegen. Ik ben Denise je beste vriendin." Zegt ze. Ik kijk nog even naar haar. Ja het klopt het is Denise. "Waar is Thomas?" Vraag ik. Meteen vertrekt haar gezicht. "Eeehm.. Thomas.. eeehh.. ja ik zal hem bellen als het lukt." Zeg Denise en dan loopt ze weg. Er komt een dokter me onderzoeken. Ik krijg testen. Dan komt Denise terug. "Thomas komt eraan maar niet schrikken Rut." Zegt Denise. "Maar ik lag in een coma? Dus Thomas en ik zijn niet getrouwt. We zijn niet naar egypte geweest? Ik ben niet naar Tanja geweest?" Zeg ik verward. "Nee Rut je ligt hier al meer dan een jaar. Eehm.. Thomas heeft iemand gevonden. Hij kan het beter zelf vertellen denk ik." Zegt ze dan. Hoe bedoelt ze Thomas heeft iemand gevonden. "Ik ben moe blijf je bij me tot Thomas er is?" Denise knikt. Langzaam val ik in slaap. Ik zie geen droom. Ik ben er vanaf.

In my dreamsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu