Hoofdstuk 13

31 1 0
                                    

Denise
Ik zit in de auto naar het ziekenhuis. Ik weet niet of Thomas er is vandaag. Ik mis rutger enorm. Het was nogal een schok dat ik hoorde dat hij in coma ligt en vooral dat Thomas niet elke dag meer komt. Ik probeer hem vaak over te halen om mee te gaan maar dan zegt hij dat hij met die Daan is. Thomas is dus blijkbaar goeie vrienden geworden met hem. Ik heb hem nog nooit gezien dat hoeft ook niet. Het enigste wat ik wil is dat Rutger wakker word. Elke dag zit ik naast zijn bed zijn hand vast te houden en te hopen dat hij wakker word en elke dag ga ik teleurgesteld naar huis. Ik heb Thomas niet meer gesproken sinds een week. Volgens mij gaat hij nog maar 1 keer in de week naar Rutger toe. Ik zie het ziekenhuis al in zicht komen. Ik parkeer me auto en stapt uit. Met een zucht loop ik naar binnen en loop naar de afdeling waar Rutger ligt. Ik word gegroet door een paar verzorgers. Dat komt omdat ik elke dag bij hem zit ze kennen me inmiddels. Ik stap de kamer binnen en er zit niemand. Rutger ligt nogsteets levenloos op zijn bed. Ik pak een stoel en zet hem naar het bed. Ik kijk hem aan. Het lijkt of hij slaapt ookal weet ik dat dat niet zo is. Waar is hij? Zou hij me horen? Of is hij aan het dromen over leuke dingen? En droomt hij dan over mij of over Thomas? Ik pak zijn hand en wrijf met mijn duim over de palm van zijn hand. "Rutger als je me hoord knijp dat in me hand." zeg ik zacht. Geen antwoord. Ik voel tranen opkomen. Het word me te veel ik wil mijn beste vriend niet kwijt raken aan een coma. Misschien word hij nooit meer wakker en ligt hij voor altijd in een coma. Er rolt een traan over me wang. Ik leg mijn hoofd op Rutger zijn schouder en begin harder te huilen. Dan hoor ik de deur open gaan maar ik kijk niet op. "Denise?" Ik hoor een bekende stem. Het is Thomas ik kijk op en veeg een traan van me wang af. "Kom eens hier." Zegt hij dan. Ik sta op en Thomas slaat zijn armen om me heen en ik begin weer harder te huilen. Er staat nog een jongen erbij ik denk dat dat Daan is. "Ik ben zo bang dat we hem kwijt raken Thomas." zeg ik snikkend. "Het komt goed hij word wakker dat weet ik gewoon hij komt terug bij ons." zegt Thomas rustig. Wat is er gebeurt met hem. Toen het ongeluk net was gebeurt was hij zo overstuur en bang Rut kwijt te raken en nu doet hij zo koel. Ik laat hem los en ga weer zitten op me stoel. Ik kijk naar Thomas die ook gaat zitten en Rutger een kus op zijn voorhoofd geeft. Ik zucht even en geef de tranen uit me ogen. "Hoe kan je zo positief zijn Thomas hij ligt in coma. Hij is je vriend hij is je leven dat zeg je zo vaak. Hoe kan je doen alsof alles goedkomt en dat hij morgen gewoon weer op de bank zit tv te kijken met je." Thomas kijkt me aan. "Het komt echt goed Denise hij word wakker we verliezen hem niet." zegt hij rustig. "Nee we verliezen hem niet maar hij jou wel." Ik kijk naar Daan terwijl ik dat zeg. Het is zo we verliezen Thomas. Hij komt minder en is alleen maar bezig met Daan. "Pardon Denise hij verliest me niet ik hou van hem Daan is een vriend ik hou van Rutger." zegt Thomas boos. "Ik ga weg je zoekt het maar uit maar ik ben wel de gene die elke dag bij hem zit jij bent er nooit." zeg ik boos. Ik ben ook heel erg boos. Thomas is er nooit. "Dat komt omdat het me te veel word Denise. Hij ligt verdomme in een coma hoe kan ik nou elke dag bij hem zitten en hopen dat hij wakker word dat jij dat nou doet betekend niet dat ik dat elke dag aankan." zegt Thomas boos. Oke ik ben het zat. Ik loop de deur uit en sla de deur achter me aan en ren naar de wc toe. Daar sta ik dan. Huilend voor de spiegel. Hoe kan Thoma dat zeggen. Ik veeg me tranen weg en gooi water over me gezicht. Ik stap de wc uit en zie Thomas en Daan in de gang. Ze hebben elkaars hand vast. Maar dan schrik ik me dood als Thomas Daan een kus geeft. Hoe kan hij zeggen dat hij van Rutger houd als hij met die jongen zit te zoenen. Ik ren het ziekenhuis uit en stap in de auto. Wat moet ik doen?

In my dreamsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu