27. A prisoners life

86 4 4
                                    

(Pov: Lotje)

De plek naast me is leeg en ik als ik rondkijk, zie ik dat Ruben bij het raam staat. Ik sta voorzichtig op en loop naar hem toe. 'Hey.' Zegt hij als hij ziet dat ik wakker ben. 'Hey.' Mompel ik. 'Kon je niet slapen?' Ik vertel m'n nachtmerries en hij kijkt me met grote ogen aan. 'Heb je nog nagedacht over therapie?' Vraagt hij uiteindelijk. 'Ik wil geen therapie.' 'Waarom niet?' 'Ik haat om hulp vragen, het lukt me best om dit alleen te doen.' 'Zeker weten?' 'Nee.' Hij slaat een arm om me heen. Ik kijk achterom om de klok te kunnen zien, half 4. 'Waarom was jij wakker?' Vraag ik dan. 'Piekeractie.' 'Waar over?' 'Over jou.' 'Sorry.' Hij trekt me dichter tegen zich aan. 'Daar hoef je geen sorry voor te zeggen hoor.' 'Oh.' Het is weer stil. 'Lot, wat zou je er van vinden als we Leon gaan opzoeken in de gevangenis?' Ik haal m'n schouders op. 'Prima, denk ik.'
Uiteindelijk besluiten we toch nog maar even te gaan slapen. Ruben veegt voorzichtig een pluk haar uit Fleurs gezicht en aait over haar hoofd. 'Truste.' Fluister ik dan. 'Truste.' 'En niet meer piekeren hè.' Ruben lacht zachtjes. Dan val ik weer in slaap.

We besluiten meteen om die dag naar de gevangenis te gaan. Met z'n drieën. Het hele proces is langs me heen gegaan, maar blijkbaar hadden ze genoeg bewijs om hem 10 jaar cel te geven, althans dat beweerde Ruben.
Ruben heeft 's ochtends al gebeld om te regelen dat we überhaupt naar binnen mogen in de gevangenis.
Het is een vrij grote ruimte met stoelen en tafels waar we moeten wachten. Dan gaat de deur open en uit paniek grijp ik Fleurs hand, die ik bijna meteen weer loslaat omdat ze me heel gek aankijkt.

(Pov: Ruben)

Ik voel woede opborrelen in m'n lichaam als Leon binnen wordt gebracht. Hij kijkt met een pokerface naar me, maar begint ineens te glimlachen als hij Lotje ziet. 'Wat een verrassing.' Fluistert hij. Hij wordt op de stoel tegenover ons gezet. Ik zie dat Lotje erg haar best doet om zich sterk te houden. Ik weet dat ze Fleur heeft, dus richt ik me op Leon. 'Leon.' 'Ruben.' Hij kijkt me niet eens aan. Ik doe heel erg m'n best om hem geen rechtse directe te geven. 'Hoe is het hier?' 'Onwijs gezellig.'
'Waarom heb je me vastgehouden?' Vraagt Lotje dan opeens. Hij houdt z'n hoofd schuin. Lacht zonder reden. 'Ik vond het wel een goede straf voor het feit dat je inbrak in m'n huis. Oh, en ik had geen vrouwelijk gezelschap, dus het kwam heel goed uit dat je daar beneden zat zonder dat je iets kon doen.'

Er knalt iets in m'n hoofd en ik spring op. 'GORE KLOOTZAK.' Schreeuw ik. Er komen meteen agenten aangelopen. 'Meneer Nicolai, u moet nu kalmeren of direct de ruimte verlaten.' Ik zak weer neer op m'n stoel. Leon kijkt me geamuseerd aan.

(Pov: Lotje)

Ik denk dat ik Fleur een gebroken hand ga bezorgen als ik nog lang zo hard blijf knijpen. Ik wil nog meer dingen vragen. Wat hij gedaan heeft met me, wat het doel was van het geen voedsel geven, maar tegelijkertijd wil ik niet dat Ruben zo gekwetst wordt.
Ik kijk Ruben aan. 'Vraag maar.' Fluistert hij.
'Wat heb je met me gedaan. Ik ben veel buiten bewustzijn geweest en heb geslapen. Ik weet er weinig van, slechts flarden.'
Nu begint de grijns op z'n gezicht echt eng te worden. Hij vertelt alles, eerlijk. Hij zit nu toch al vast. Als hij klaar is met z'n verhaal knipoogt hij.
Het is even stil, dan buigt hij over de tafel heen naar me toe.
Het is te dichtbij. Agenten komen opnieuw aangesneld en trekken hem terug op z'n stoel. Hij weigert te gaan zitten en verzet zich, wil naar me toe komen. Ik zit als bevroren op m'n stoel. Uiteindelijk wordt hij weggesleept door 5 agenten.

Ruben staat op. Fleur ook. Ik kom niet overeind. Ik kan het gewoon niet.
Ik voel hoe Rubens armen zich om m'n lichaam slaan en hoe hij me optilt. Dan kom ik weer helemaal bij kennis. 'Het gaat wel. Ik loop zelf.'

Zodra we buiten zijn, druk ik mezelf tegen Fleur aan en begin te huilen. Een beetje onhandig knuffelt ze terug en probeert me te troosten. Als ik uiteindelijk uit gehuild ben, loop ik naar Ruben toe, die een stukje verderop staat te roken. 'Ruby.' 'Hm?' 'Ik kan het afsluiten nu. Het komt wel goed met me.' 'Zeker weten?' 'Nee, maar dat komt nog wel.' Hij geeft me een knuffel. 'Goed zo.'

Yaaay saaie hoofdstukken (althans ik vind het saai).
Liedje: Happy Little Pil - superfruit (cover Troye Sivan)

QOTD: kunnen jullie breien?

AOTD: ik wel in ieder geval. Woehoe *partyparty*

I hope you enjoyed.
Xx.

NowhereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu