2. Counting

201 6 0
                                    

Sinds ik hier zit tel ik. Alles. Omdat ik toch niets anders te doen heb. Als ik goed heb berekend hoe lang ik geslapen heb, zit ik hier nu 2 en een halve dag.

Het liefst slaap ik de hele tijd, omdat de stemmen in mijn hoofd dan stil zijn. Maar ik hou mezelf wakker, voor het geval er iets gebeurd.

Ik ben er achter gekomen dat ik hier waarschijnlijk gewoon zit in de kelder van een rijtjeshuis.

Nu pas bedenk ik dat ik dus ook al niks gegeten heb. Water wordt telkens aangevuld als ik slaap, eten heb ik niet. Ik voel geen honger, misschien omdat ik niks doe, misschien omdat ik eigenlijk doodsbang ben.

De stemmen in mijn hoofd kunnen het er niet over eens worden.

Ik heb geen zin meer om tegen ze in te gaan, ze zijn het enige wat me momenteel nog bewijst dat ik leef.

Zouden er eigenlijk al mensen naar me op zoek zijn?

Ik weet niet meer hoe ik weg ben gegaan, hoe ik hier kom. Ik weet niet of er wel mensen zijn die zich druk om me zouden kunnen maken.

Nadat ik nog uren (voor mijn idee) heb door gepiekerd, val ik toch weer in slaap.

Dag na dag gaat voorbij, na een week vraag ik me af of ik hier überhaupt nog wel uit zal komen.

Waarschijnlijk sterf ik voortijdig van de honger. Ik voel hoe ik beetje bij beetje verzwak door te kort aan voedsel. Ik probeer zo veel mogelijk te slapen.

Ik wist dat het zou gebeuren terwijl ik sliep. Op de een of andere manier heb ik overal doorheen geslapen. Misschien droom ik nog steeds wel. In ieder geval ligt het oppervlak waar ik nu op lig, lekkerder dan de koude stenen.

Ik probeer mijn ogen open te doen, ze voelen zwaar.

Als ik mijn ogen open doe, zie ik iemand staan. Hij komt me zo bekend voor, maar ik kan me niks herinneren. Niet eens mijn eigen naam, zijn naam dus ook niet.

Ik val weer in slaap voor hij gemerkt heeft dat ik wakker was.

NowhereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu