11. When the snow is black in August

99 9 4
                                    

Vinden jullie het erg als ik iets meer aan dit verhaal werk dan aan mijn echte Fanfics? Ik heb momenteel net wat meer inspiratie nog voor dit verhaal en even wat minder voor de andere.

Sorry

(Pov: Lotje)

'En jij?' 'Lotje.' 'Hoi Lotje.' 'Hoi Fleur.' Dan is het weer stil. Eigenlijk zijn we daarna allebei elkaar weer half vergeten, doordat we alleen maar in gedachten zijn. Ik heb geen zin meer om naar de schreeuwende, roepende, nare stemmen in mijn hoofd te luisteren, dus probeer ik een gesprek te beginnen. 'Waarom ben je hier?' 'Ik zit hier bijna altijd 's nachts.' 'Nee ik bedoel in het ziekenhuis.' Ze is weer even stil. 'Verschillende dingen, allemaal vaktermen, niet echt interessant.' 'Oh.' Is het enige wat ik nog kan verzinnen als antwoord. Ik ga verder met Fleur inspecteren, voor zover dat gaat in het donker. Ze is best mooi, maar als ik zo kijk ziet ze er niet op haar best uit. 'Hoe lang ben je al in het ziekenhuis?' '2 weken.' 'En wanneer mag je weg?' Ze zucht. 'Als het zwart sneeuwt in Augustus.' Ondanks de vermoeidheid in haar stem moet ik toch even glimlachen om de uitdrukking. Dan kijkt ze me opeens aan. 'Waarom ben jij hier eigenlijk?' vraagt ze. 'Hé, ik was hier de vragen aan het stellen.' antwoord ik. Ze leunt een beetje achterover op haar handen. 'Waarom wil je niet zeggen waarom je hier bent?' 'Jij hebt toch eigenlijk ook niets gezegd over waarom je hier daadwerkelijk bent. Alleen maar dat het vaktermen zijn. Het gaat je niks aan waarom ik hier ben.' Ik schrik van de felheid in m'n stem en ik zie dat Fleur ook schrikt. 'Sorry.' fluister ik er achteraan. Ik ben enorm bang dat ik het meteen alweer helemaal verpest heb. Ze kijkt me even strak aan. 'Stel ik ben ziek en ik heb geen zin om daar 24/7 aan te denken. Misschien loop ik daarom wel weg. Dat ik niet elke dag en elke nacht het gevoel heb dat ik gevangen zit en niet echt beter word.' Ik ben stil en luister alleen maar. Kijk over de rand naar beneden, we zitten hier minstens 25 meter boven de grond. Dan zegt Fleur: 'dus, waarom ben jij hier?' 'Ik heb er voor gezorgd dat iemand gewurgd werd tot hij zijn bewustzijn verloor.' Ze kijkt me met grote ogen aan. Ik haal m'n schouders op. 'Wat?' 'Ik heb er voor gezorgd....' 'Nee, ik verstond je heus wel. Maar.... Wat? Ik bedoel hoe? Of waarom? Iets.' Ik haal opnieuw m'n schouders op. Langzaam zie ik het steeds lichter worden achter de huizen en flats van de stad. Ik sta op. 'Ben je vanavond weer hier.' vraagt ze. Ik glimlach. Gelukkig ik heb het niet helemaal verpest. 'Denk het wel.' Ze staat ook op en geeft me een knuffel. Even ben ik overdonderd, maar ik ben blij dat ze me vertrouwd en voel me voor het eerst in lange tijd niet alleen. Dan ren ik de naar de brandtrap en begin zo snel als ik kan naar beneden te klimmen. Terug naar Ruben.

(Pov: Ruben)

Als ik wakker word, zit Lotje toch naast me. Heb ik alleen maar gedroomd dat ze weg was of is ze gewoon weer terug gekomen. Ik hou mijn ogen nog even dicht. 'Ik ben terug. Je hoeft je geen zorgen meer te maken.' fluistert ze. Ze is dus toch weg geweest. 'Dat hoorde ik.' zeg ik terug. Althans, zeg ik terug, het is meer een soort krakend gefluister. Ik doe mijn ogen open en zie Lotje verbaasd naast me zitten. 'Waar ben je geweest?' 'N.... Nergens.' 'Uhu.' Ze pakt mijn hand vast. Haar handen voelen als ijsklontjes. Dan komt er iemand binnen met ontbijt. Rustig eet ik het op. 'Ik vraag me toch af wanneer de pers er achter komt dat ik half gewurgd ben en in het ziekenhuis lig.' Wauw, mijn stem is in ieder geval weer bijna terug. Nog geen half uur later probeert iemand van de televisie binnen te komen. Een verpleger stuurt haar weg. 'Hij moet rusten.' Hoor ik haar zeggen. Het is dus blijkbaar dezelfde verpleegster als vannacht. Voor de rest blijft het redelijk stil qua radio en televisie mensen. Pas om half 5 's middags word ik gebeld. 'Met Ruben Nicolai.' 'Met Coen en Sander. Hoe gaat het Ruben?' 'Ja fantastisch.' 'Fantastisch? We hoorden dat je in het ziekenhuis was.' 'Ja klopt, maar dat komt wel weer goed en voor de rest moeten jullie lekker door gaan met plaatjes draaien.' 'Oh, oké.' Klinkt het twijfelend vanaf de andere kant van de lijn. 'Nou veel beterschap dan Ruub.' 'Dankjulliewel jongens. Tot ziens.' 'Dag.' Ik leg mijn telefoon weer weg en kijk even naar alle draden en slangetjes die om me heen hangen. Tegen de tijd dat mijn avondeten komt, realiseer ik me opeens dat ik Lotje de hele dag nog niet heb zien eten. 'Moet jij niet eten?' 'Doe ik zo wel.' 'Zeker?' 'Zeker.' 'Ik geef je zometeen €5,- ga daar maar iets van kopen. Oké?' Ze knikt. Ik til met moeite mijn arm nog wat verder op en trek haar tegen me aan. 'Wel ook voor jezelf zorgen hè.' 'Jaja.' 'Dan is het goed.' Ik glimlach en gelukkig krijg ik ook een glimlach terug. Na het eten geef ik haar die €5,-. 'Lot?' 'Ja?' 'Ga je vanavond weer weg?' 'Ik denk het wel.' 'Wel voorzichtig doen hoor. Ik wil je niet weer kwijt zijn.' Ik zie dat er tranen in haar ogen staan. Ze schudt haar hoofd, dat ze vervolgens op mijn borst legt. Ze komt even naast me op het bed liggen, voor zover daar ruimte voor is. Aan haar ademhaling hoor ik dat ze in slaap valt en ik kam rustig met mijn vingers door haar haar. Tot ik zelf ook in slaap val. Ik hoop dat ze niet uit het bed valt. Echt veel ruimte heeft ze niet.

Je hebt van die dagen dat je veel wil schrijven, maar je weet niet precies wat je wil schrijven. Nou dan krijg je dit soort drappige verhaal sh*t....

Anyway anyhow

I hope you enjoyed

Xx

QOTD: Ooit wel eens langer dan een nacht in een ziekenhuis gelegen?

AOTD: Alleen bij m'n geboorte.

NowhereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu