35. All alone

107 7 15
                                    

(Pov: Ruben)

Terwijl ik wacht voor de I.C., komen er twee bedden binnen rijden. De dokters praten gehaast met elkaar. Ik schenk er niet veel aandacht aan tot de bedden langs rijden en ik zie wie er op de bedden liggen. 'NEE!' Schreeuw ik uit. 'Meneer Nicolai. Maak alstublieft ruimte, u moet echt even opzij nu.' Een arts trekt me naar achteren, weg van de bedden. Ik strek machteloos m'n arm uit, terwijl de bedden van me vandaan gereden worden.
Een half uur later komt een arts naar me toe om te vertellen dat Julia's lichaam het begeven heeft. Hij overhandigt me een brief. 'Deze zat onder haar blouse. Het spijt me.'
Ik vouw hem open en lees hem helemaal. Ondergetekende, Fleur.
De nacht wordt Fleur fataal. Ook haar organen begeven het uiteindelijk door het letsel dat ze heeft opgelopen door de val.

Ik ga zitten, alles is verdoofd. Ik kan niet helder meer denken. Twee in een nacht en de derde ligt in coma. Dat kan niet.
Ik knijp mezelf, nee, ik ben echt wakker. Dit is de realiteit, geen nachtmerrie.

*we skippen 'm even naar 3 weken later*

(Pov: Ruben, nog steeds)

Lotje is wakker geworden uit haar coma.
Ze was net wakker toen de dubbele begrafenis was. We zijn samen gegaan. We huilden. We lazen Fleurs brief opnieuw en opnieuw en we huilden nog meer.
Lotje praat niet meer.
We communiceren wel, maar niet met woorden.
De afgelopen week lag ze elke avond tegen me aan. Zich vastklampend aan mijn borstkas. Elke keer als ik haar 's avonds in bed legde, was m'n shirt nat van de tranen en haar ogen zijn rood van het huilen.
Alle nachten ben ik op haar bed blijven zitten om te zorgen dat ze zich veilig voelde.
Slapen zou toch niet lukken.

(Pov: Lotje)

Ik pak m'n tas in. 'Waar ga je naartoe?' Vraagt Ruben.
Voor het eerst sinds ik wakker ben, doe ik m'n mond open om te praten. 'Weg hier.' Zeg ik schor. 'Waarom?' 'Ik kan niet meer. Alles doet me denken aan....' M'n stem stokt. Ruben knikt alsof hij het begrijpt.
Zou hij me begrijpen?
'Als ik een nieuwe plek heb gevonden om te blijven, dan schrijf ik je een brief en dan gaan we er samen naartoe.' Ruben knikt. Hij is moe, ik zie het aan hem. Ik loop naar hem toe en trek hem tegen me aan. 'Het spijt me.' Dan pak ik m'n tas en loop langs hem heen de kamer uit.

Ik denk terug aan dit moment. Eergisteren heb ik Ruben geschreven en de brief op de bus gedaan. Dit is de enige plek waar ik weer gelukkig zal zijn en ik weet dat Ruben naar me toe zal komen.
Het waait hier boven.
Onder me kolkt donker water.
Ik kijk naar beneden, denk aan Ruben en spring. Wetend dat hij me achterna zal komen.

Muziek: Evanescence - Bring Me To Life.
QOTD: was dit het laatste hoofdstuk?
AOTD: bijna.

I hope you enjoyed.
Xx.

NowhereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu