18. Wait a moment svp

77 7 4
                                    

(Pov: Ruben)

Ik word midden in de nacht wakker gemaakt. 'Meneer Nicolai, er is toch een meisje met rood haar, wie altijd bij u is.' Ik knik, aangezien ik net wakker ben en nog geen stem heb waar ik echt iets mee kan zeggen. 'Ik ga u in een rolstoel zetten, we moeten naar haar toe. Ik denk dat u even met haar moet gaan praten.' 'Mag ik lopen? Ik word gek van het alsmaar zitten en liggen.' 'Als het gaat, mag u het proberen.' 'Fantastisch.'
Ik sta op en na even strekken, gaat het best oké. Aangezien ik me nu moet gaan inspannen, moet de zuurstofpomp mee. Terwijl we de gang op lopen vraag ik: 'wat is er dan?' 'Ze was er bij toen een patiënt een hartstilstand kreeg. Ze wil niet weg van de kamer.' 'Hoe is het met de patiënt?' 'Ze zijn nog bezig. Alleen zou dat wel een stuk makkelijker gaan als dat roodharige meisje er niet was.' 'Hm.'
We lopen nog een stuk door en als we een bocht omgaan, zie ik aan de rechterkant van de gang een deur openstaan, waar mensen in en uitlopen. En ik hoor iemand schreeuwen. Lotje.
'Lotje!' Ik wil rennen, maar de verpleegster houdt me tegen. 'Doet u dat nog maar even niet meneer.' Ik snelwandel door.
Ik loop de kamer binnen en ontwijk daarbij iemand wie naar buiten loopt. Op het bed zijn ze iemand aan het reanimeren en tegen de muur gedrukt staat een heel bleke Lotje. Als ze me ziet, rent ze naar me toe en drukt zich tegen me aan. 'Het mag niet. Ze mag niet.... Niet zij....' Ze huilt niet, maar heel veel scheelt het niet.

(Pov: Lotje)

Ruben! Ruben, Ruben, Ruben! Ik druk me tegen hem aan. De enige boei die ik nu heb in de chaos die in m'n hoofd zit. Hij duwt me rustig naar achteren, aangezien we nu de ingang heel erg blokkeren. 'Ze redt het wel.' Fluister ik. 'Dat weet je niet.' 'Als ze het haalt, heb jij haar gered.' 'Ja en als ze dood gaat, dan had ik het kunnen voorkomen door sneller te handelen en niet in paniek te raken.' Dan zijn we stil. Een verpleegster komt naar ons toe. 'We doen ons best, maar het zou wel handiger zijn als jullie even op de gang zouden kunnen gaan zitten. Het is al zo'n chaos.' 'Ja, sorry.' Zegt Ruben. Hij trekt me mee naar de gang, net als de verplegers daarnet. 'Ik wil niet weg!' Roep ik. Ik wil terug naar Fleur. Ondanks het feit dat Ruben eergisteren een zware operatie heeft gehad en een week in het ziekenhuis ligt, krijgt hij me toch mee naar de gang. Hoe erg ik me ook probeer te verzetten. Als we op de gang op 2 stoelen zitten, slaat hij zijn armen om me heen. Ze zijn te sterk om geruststellend bedoelt te zijn. Het is waarschijnlijk om ervoor te zorgen dat ik niet terug de kamer in ga.

(Pov: Ruben)

Dus nu zitten we te wachten. Midden in de nacht, maar ontzettend wakker. Doodstil zit ze naast me. Alleen maar te kijken of er al iemand komt om te zeggen hoe het met dat meisje is. Het meisje wiens naam ik nog steeds niet weet, maar wie wel mijn leven heeft gered door op de noodknop de drukken toen ik geen lucht kreeg.
Een assistent komt vragen of we iets willen eten of drinken en ik schud mijn hoofd. 'Nee dank u wel.' Ze knikt en loopt weg.
Een half uur later komt er eindelijk een arts uit de kamer. 'Horen jullie bij Fleur?' Oh, zo heet ze dus. Lotje schiet overeind. 'Ja.'

Tamtamtamtaaaaam.

Muziek: Black Veil Brides - Lost It All

Dus.... Komt er goed of slecht nieuws? (Beslis of je Fleur d'r leven gunt xD, sorry Fleur xP <3)

>:)

QOTD: Welke klas zitten jullie??
AOTD: 3AG (Atheneum-Gymnasium), maar ik behoor dan tot het Gymnasium gedeelte.

I hope you enjoooooyed.
Xx

NowhereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu