12. Picknick at midnight

102 8 2
                                    

Woesh elke dag een hoofdstuk B)

(Pov: Ruben)

Anderhalf uur later word ik wakker. Ik voel Lotje opstaan. 'Wel terugkomen hè.' Ze knijpt even in m'n hand, dan loopt ze de kamer uit.

(Pov: Lotje)

23:17. Ik ren naar het restaurant van het ziekenhuis. Er is niemand. Ik pak maar gewoon 2 willekeurige broodjes, 2 flesjes cola en 2 cupcakes. €5,- zal wel niet genoeg zijn, maar ik leg het toch maar even neer, zodat ik me niet schuldig voel tegenover het ziekenhuis. Ik stop alles in een plastic tasje en ren dan zo snel als ik kan naar buiten. Ik voel alles branden terwijl ik de eerste noodtrap op klim. Hoelang is het eigenlijk geleden dat ik geslapen heb? Ik reken het terug, 40 uur geleden, gok ik. En daarnet heel even. Op het eerste dak aangekomen, adem ik heel even in en uit. Alles doet pijn. Godver. Dan zet ik mezelf weer in beweging en loop naar de 2e brandtrap. Volgens mij lukt het niet zo goed om stil te zijn, want nog voor ik boven ben, verschijnt er een hoofd boven me. 'Hey.' Zegt ze. 'Hey Fleur.' Ze ziet er minder goed uit dan gisteren, maar wel vrolijker. 'Heb je avond gegeten?' Vraag ik terwijl ik uithijg. 'Nee geen zin in.' We gaan op dezelfde plek zitten als gisteren. 'Top.' Zeg ik. 'Hé, dat is mijn woordje!' 'Wat?' Zeg ik verbaasd. 'Ik zeg altijd top.' 'Oh sorry.' 'Haha geeft niet.' Ik lach en haal de broodjes en de cola uit de tas. Als ik op m'n ipod kijk, zie ik dat het 23:57 is. 'Midnight diner.' 'Ach joh.' Terwijl we rustig de broodjes opeten zegt Fleur. 'Wat handig dat je colaflesjes met kroonkurken hebt gepakt.' 'Ooohww.' 'Maar daarom heb ik deze.' Fleur haalt een klein zakmes uit haar zak. 'Handig.' 'Ja, best wel.' Ze opent de flesjes en geeft er eentje aan mij. 'Share a coke with....' Leest ze voor. Ze moet het flesje een beetje draaien om de rest te kunnen lezen in het donker. 'Friends.' Ze kijkt me aan. 'Nou proost hè.' 'Proost.' Zeg ik terug terwijl ik een slok neem. 'Zou je me willen uitleggen waarom je ervoor gezorgd hebt dat iemand werd gewurgd?' Vraagt ze. Ik ga op mijn rug liggen en zucht. Vertrouw ik haar nu al genoeg om het te vertellen? Want als ik het begin vertel, wil ze sowieso de rest ook weten. 'Ik woon nu ongeveer 2 weken bij iemand. Eergisteren stond er man voor de deur. Ik wilde niet dat hij open zou doen, maar hij deed het toch. Na een woordenwisseling begon de man de persoon bij wie ik woon te wurgen. Ik zag het en ben terug naar boven, naar binnen gerend en heb een ambulance en de politie gebeld.' Fleur is stil, ze ligt nu net als ik op haar rug. Vanaf hier kun je meer sterren zien dan wanneer je op de grond staat. De stemmen in m'n hoofd beginnen te schreeuwen naar de sterren, dat ze net zo vrij willen zijn, dat ze ook aan de hemel willen staan. Ik zit zo opgesloten in m'n hoofd dat ik Fleur nauwelijks hoor. 'Hallo Lotje! Ik vroeg wat.' Ik kijk haar aan. 'Waarom stond er een man voor de deur die je huisgenoot wilde wurgen?' 'Als ik je alles vertel. Beloof je dan dat je alles voor jezelf houdt?' Ze knikt. 'Beloofd?' 'Beloofd.' Dus begin ik te vertellen. 'Ik heb 2 weken vast gezeten in de kelder van die man. Toen kwam Ruben. Hij redde me van de man en nam me mee naar huis, verzorgde me, omdat ik 2 weken nauwelijks gegeten had.' Ze onderbreekt me. 'Ruben is je huisgenoot?' Ik knik. 'En toen stond die man dus zomaar weer voor de deur.' Ruben dacht dat hij hem wel aan kon, omdat het de vorige keer ook ging. Maar dat ging het nu dus niet.' Ik begin te huilen. Gevangen, bang en schuldig. Zo voel ik me. Ik ben nu niet meer letterlijk gevangen, maar toch heb ik het gevoel gevangen te zijn. Fleur gaat rechtop zitten en schuift naar me toe. 'Niet huilen alsjeblieft.' Ik adem in en uit en stop met huilen. 'Sorry, het is gewoon nogal frustrerend en ik heb al een tijdje niet echt meer geslapen.' Ik leg m'n hoofd op haar schouder. 'Waarom zat je opgesloten in zijn kelder?' Ik blijf stil. 'Lotje?' Dan zucht ik. 'Ik heb stemmen. In mijn hoofd. Ze zijn een hele tijd rustig geweest, maar een paar maanden terug begonnen ze ineens weer te ruziën, want dat doen ze veel. Ruziën. Ik wilde dat ze stopten en op de een of andere manier dacht ik dat dat zou lukken door in te breken bij de man. Leon heet hij geloof ik. In plaats van de politie te bellen, dacht hij dat kelder opsluiting een goede straf zou zijn.' Mijn adem stokt. Ineens krijg ik flash backs van de kelder. De man die me vast pakt. Dingen doet die ik niet wil. Ik verdring de beelden. Til m'n hoofd op en kijk Fleur aan. Ze lijkt niet eens verbaasd door wat ik net verteld heb. 'Dus?' 'Dus wat?' 'Verklaar je me bij deze voor krankzinnig?' 'Nee.' Ze geeft me nog een knuffel. 'Ik verklaar je bij deze tot eerlijk.' 'Oh. Dan verklaar ik jou bij deze tot lief. En tot mijn niet-bloedverwante zusje.'

Mijn hoofdstukken worden wel steeds langer zeg.... Is dat heel erg?

Bij deze is dit verhaal ernstig beïnvloed door 1 van mijn 2 niet-bloedverwante zusjes. Oh eigenlijk door allebei trouwens, maar dat snapt alleen mijn 2e niet-bloedverwante zusje (denk ik). Nu heb ik wel heel veel extra tekst, dus laten we overgaan op de QOTD.

QOTD: Hebben jullie niet-bloedverwante zusjes of broertjes?

AOTD: fleurtjeeh (zal ze leuk vinden dit) en Lauraa <3

I hope you enjoyed xx

NowhereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu