Dave p.o.v
Nu sta ik hier dan. Op de stoep voor het politiebureau, waar ik wel drie dagen moest blijven. Ik ben vrijgelaten. Ze hadden me zo vaak genoeg overhoort, maar konden er niet uitkomen. Ze wisten natuurlijk wel dat ik ’t gedaan had, alleen blijkbaar had mijn advocaat een goede indruk gemaakt op de rechter.
Omdat ik onder de achttien jaar ben, ben ik nog minderjarig en heb ik dus een advocaat nodig. Ik kan het niet alleen en mag het zelfs ook nog niet. Ik heb alleen een boete gekregen. Als Harry dood was gegaan, dan zou ik sowieso vast hebben gezeten.
Toen Eva zei dat hij niet dood was gegaan, moest ik haar meteen geloven. Waarom zal ze grapjes maken over deze situatie? Dat doet Eva niet. En ik moest dan gewoon geloven. Misschien is ze nu wel pissig op me, juist omdat ik haar niet geloofde.
Nu sta ik buiten en ik heb geen idee waar ik heen moet gaan. Ik denk dat naar huis geen optie is, omdat mijn vader en moeder dan allemaal vragen naar mijn hoofd zullen gooien. Ze hadden me wel opgezocht en vragen gesteld met hoe en waarom, alleen ik kon ze het echte verhaal nog niet vertellen.
Ik weet dat ze het beste voor hun zoon willen. En ik wil ook dat ze blij zijn voor mij, alleen dit is zo’n lastige situatie. Ze steunen me, maar nu leek het wel minder. Ook kwam Chantal me opzoeken. Ze vertelde me dat ze ondanks dit alle, me wel ziet zitten. Ik kon letterlijk een gat in de lucht springen, alleen dat zou er raar uit hebben gezien.
Ik vond het wel snel gaan allemaal. Deze drie dagen gingen voorbij voordat je met je ogen knipperde. Gelukkig maar, want als ik daar langer had gezeten, kon ik bijna wel doodgaan.
Ik besluit maar een rondje te gaan lopen. Nu ik toch nergens heen heb te gaan. Ik loop naar de stad, waar allemaal mensen lopen. Het is best wel druk. Gek genoeg vind ik het niet erg dat ’t zo druk is. Het heeft wel wat. Al die mensen die op uitje gaan naar de stad.
Ik zie in de verte een bekend meisje, met blonde haren met een lach op haar gezicht door de mensen heen lopen. Het is Eva. Ik ren naar de overkant en als ze mij ziet licht haar hele gezicht op. “Dave!” Gilt ze. Ik ren naar d’r toe en geef haar een stevige knuffel.
“Eva! Hoe is ’t met je?” Vraag ik tegen d’r als ik haar nog steeds in een knuffel houd. “Het gaat goed met mij, maar hoe gaat het met jou?” Vraagt ze als we teruggetrokken zijn. “Gek genoeg gaat het wel.” Ze glimlacht als reactie.
“Kom je mee een ijsje eten? Ik trakteer.” Vraagt ze als ze me meetrekt naar een ijssalon.
***
“Maar ben je niet bang als hij wakker wordt en achter je aangaat?” Vraagt Eva aan me als we met ons ijsje in ons hand over straat lopen.
Ben ik bang voor Harry als hij wakker wordt? Ik zou bang moeten zijn, want dit heb ik hem allemaal aangedaan. Maar toch ben ik niet bang voor hem. “We zullen wel zien. Ik heb geen idee.” Ze knikt eenstemmig.
“Zullen we anders naar Harry toe gaan?” Stel ik voor. Eva schud haar hoofd. “Nee, dat kan volgens mij niet. De vorige keer wilde ik ook langs gaan, maar mocht het niet vanwege zijn kritieke toestand.” Zegt ze met een teleurstellend gezicht.
“We kunnen het altijd proberen?” Probeer ik haar op andere gedachten te brengen. Even lijkt ze na te denken. “Oké, waarom ook niet.” Stemt ze erin mee. “Alleen het enige probleem is dat ik geen fiets heb.” Zeg ik als ik stil sta.
“Gelukkig voor jou, ben ik op de fiets. Maar dat betekent wel dat ik ga fietsen.” Grapt ze. Ik lach. “Het moet dan maar.” Zucht ik nep geïrriteerd.
***
We zijn aangekomen bij het ziekenhuis en gek genoeg was het helemaal niet druk. Eva stalt haar fiets in het fietsenrek en we lopen samen naar binnen, naar de balie. “Kan ik jullie ergens mee helpen?” Vraagt ze beleefde vrouw. Eva kijkt naar mij. Ik knik als reactie dat zij het mag vragen.
“We komen voor Harry Styles. Kunnen we hem bezoeken?” Vraagt Eva aan de vrouw. De vrouw kijkt op haar scherm en richt zich daarna weer op ons. “Alleen als jullie achter de ramen van de deur blijven staan. Jullie mogen niet naar binnen gaan.” Zegt ze.
Eva en ik knikken allebei als we door de grote klapdeuren heenlopen. Het is kamer A3 op de eerste verdieping. Als Eva en ik de trappen op lopen voelen we allebei een raar gevoel onze buiken. Volgens mij is het de spanning als we hem nu zien, in dat enge ziekenhuisbed.
We lopen door de gang en kijken op elk bordje, totdat we het bordje A3 zagen. Hier ligt Harry achter. Eva en ik kijken elkaar aan met een diepe zucht. Ik leg mijn hand op de deurklink en stap naar binnen. Eva volgt mij.
We zien nu Harry liggen tussen door een groot glas. Daarin zit een deur in, omdat de dokters natuurlijk naar binnen moeten kunnen gaan. Eva en ik verroeren geen spier. Hij ligt daar zo. Levenloos. Hij ligt doodstil. Je ziet hem niet ademen. Eva loopt dichter naar het glas. Ze legt haar handen erop.
Ik kom naast haar staan en leg mijn hand over de hare heen. Ze kijkt me even aan, maar laat het toe. Ze richt zich weer tot Harry. We zeggen niets tegen elkaar. We horen alleen elkaars ademhaling, die nog vrij rustig is.
Ik hoor Eva af en toe sniffen. Tranen lopen over haar wangen. “Dit is zo erg.” Fluistert ze zo zacht dat ik het amper kan horen. In plaats van te reageren zeg ik niets. Ik weet dat het erg. Allemaal door mij. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen dat dit een ongelovige stomme fout van mij is geweest.
Net zoals mijzelf zou ik als ik Eva was, zo ontzettend kwaad op mij zijn. Eva richt zich op mij met tranen in haar ogen. “En nog steeds snap ik niet hoe.” Zegt ze tegen me als ze me doordringend aankijkt. Ik schud mijn hoofd. “Ik ook niet.” Zucht ik als ik Harry aankijk.
Zijn ogen zijn ingedeukt. Als ik nu naar binnen mocht gaan zo ik hem zoveel dingen vertellen. Dat hij het moet volhouden. Dat hij wakker mag worden. Dat hij het recht heeft om boos op mij te zijn. Hij heeft alle recht om alles naar me toe te schreeuwen. Ik heb dat wel verdient na al dit.
Eva trekt haar hand onder die van mij vandaan en legt hem op de deurklink die naar Harry zijn kamer leid. “Eva. Niet doen.” Waarschuw ik haar zachtjes. “Ik moet naar ‘m toe.” Fluistert ze. Ze stapt binnen in de kamer.
Ze staat vlak naast Harry aan zijn bedrand. Ze kijkt hem met grote ogen aan. Dit is zo pijnlijk om te zien. Volgens mij heeft ze nooit zoiets heftigs meegemaakt in haar leven. Dus weet ze niet hoe ze dit allemaal kan verwerken. Ze pakt zijn hand vast.
Ze zegt een paar woorden naar Harry, wat ik niet kan horen. Opeens begint de monitor hard te piepen. Eva laat in schrik Harry zijn hand vallen en rent terug naar binnen, om naast mij te staan. “Wat gebeurt er?” Vraagt ze hard.
De machine blijft maar doorgaan met piepen. Eva en ik rennen de kamer uit opzoek naar dokters die ons kunnen helpen. “Iemand help. Harry is denk ik wakker!” Roep ik door de lege gang. Er steekt een hoofd op het hoekje van een muur.
Een arts rent onze kant op en roept in andere kamers om meer hulp. De machine piept nog steeds, wat me nu op de zenuwen werkt. Het was zo vredig om hem op te zoeken. Gebeurt er dit. “Kom op!” Roept een arts als ze met drie man naar binnen stormen.
Eva en ik proberen naar binnen te lopen om te zien wat er allemaal aan de hand is, maar worden tegengehouden door een andere arts. “Hier kunnen jullie helaas niet bij zijn.” Zegt hij als hij ons meeneemt terug naar de wachtkamer.
// het spijt me, maar dit is het laatste hoofdstuk. ik zal na deze update nog aan een epiloog werken, die ook weer online zal komen (: \\
JE LEEST
Forget
Fanfiction"Hij liet me dingen voelen wat ik nooit gedacht had dat ik kon voelen." ©sarcastichairy #10 fanfiction