22

261 11 0
                                    

Ondertussen is het zaterdag, en mijn ouders gingen er gelukkig niet op in dat ik niet thuis was. Ik had namelijk een hele goede smoes bedacht die ikzelf helemaal niet bedacht had. Harry is twintig, hij zou toch moeten weten wat je wel en niet mag doen met andermans telefoon? Hij is oud en wijs genoeg omdat te weten, maar blijkbaar is hij toch te kinderachtig daarvoor.

Toen ik thuis kwam had ik de rest van de dagen geen contact meer met Harry. Ik weet ook niet of ik hem moet berichten over het werk van vandaag, maar hij zal daar vast wel om denken. Toch?

Ach, en anders heb ik geen baantje. Wat maakt het ook uit of ik wel of geen baantje heb? Natuurlijk ik heb wel geld nodig… maar met Harry? Nee, dat hoeft voor mij niet. Hij maakt me het alleen maar moeilijk. Eerst dan brengt hij me naar zijn huis, laat me in een van zijn shirts slapen en vervolgens laat hij me stikken… Tja, dan moet de vriend van jou vriend je gaan wegbrengen naar huis toe.

Mijn hoofd word licht van al dat denken, dus ik sta op van de bank, loop richting de keuken en haal iets te snacken. Nu ik zo naar de kast kijk besef ik dat ik de laatste tijd helemaal niets meer aan sport doe. Vroeger zat ik met Isa altijd op tennis en dansen, maar dat is nu allebei over. Laatst ging ik voor de eerste keer naar de sportschool. Het is nu wel weer tijd voor de tweede poging om fit te blijven!

Ik besluit om meteen erheen te gaan – nu ik toch niks te doen heb. Ik stap op mijn fiets en rijd naar de sportschool. Er is geen plaatst meer voor mijn grote fiets, dus ik zet hem ergens achter een muurtje. Dat is natuurlijk ook beter als iemand opzoek ik naar een nieuwe fiets. En dat word dus niet mijn fiets.

Ik kleed me snel om, want ik wil niet dat iemand zomaar binnen stormt en mij ziet omkleden. Ik ben niet onzeker over m’n lichaam, maar ik vind het niet prettig als mensen zo naar je staren alsof je het laatste stuk vlees bent. Gelukkig is er niemand in de tussentijd naar binnen gekomen en kon ik rustig maar toch snel mijn eigen ding doen.

Ik kijk de zaal in en zie grote, zware apparaten staan. Dat gaat nog iets te ver. Ik zie een loopband staan en wil er heen lopen, totdat iemand langs mij heen loopt met grote passen richting de loopband. “Naja.” zeg ik zacht. De persoon draait zich om met een glimlach op zijn mond. “Sorry, wilde jij gaan lopen?” vraagt de jongen. “Nee, nee. Ga maar.” En ik ga op een bankje zitten.

Het is niet vaker voorgekomen dat ik helemaal niks kan doen bij ’t sporten, van de eerste keer dat ik heenging. De jongen kwam naast me zitten. “Nu is ’t jou beurt.” knipoogt hij. Ik zucht. “Thanks.”

Ik ren op een lekker tempo met ‘Problem’. Er is niks fijner dan sporten met muziek.

Steeds meer mensen verlaten de zaal en gaan naar huis. Ik kijk op de klok, het geeft half twee aan. Het is nog geen tijd om te stoppen. Blijkbaar is die rare jongen ook niet van plan te stoppen, want hij komt opeens naast mij rennen op de loopband. Ik negeer hem, en ren lekker door. “Hey.” hoor ik hem zacht zeggen. Ik besteed er geen aandacht naar, hij moet zien dat ik geen interesse toon.

Plots zie ik een hand boven de knopjes van mijn loopband en mijn tempo vermindert, ik kijk op en zie de jongen met een grijns naar me kijken. “Wat is er aan de hand? Heb ik iets van je aan of zo?” Hij lacht… blijkbaar ben ik heel grappig, want alle mensen lachen om mij. “Nee.” zegt hij hoofdschuddend. “Wat is er dan?” vraag ik hem weer. Waarom laat hij me niet met rust? “We zijn de enige nog in deze zaal.” vertelt hij mij en negeert mijn vraag.

Ik kijk om me heen en zie dat we inderdaad de enige zijn. “Oké, cool.” zeg ik terwijl ik mijn handdoek pak. Ik heb geen zin meer om te sporten als hij er alleen nog is. “Waar ga je heen?” vraagt hij. “Wat denk je? Ik ga naar huis.” “Laat me je brengen.” zegt hij met een grijns. “Nee, bedankt.” Ik loop de zaal uit naar de kleedkamer.

Ik kleed me rustig om – wetend dat ik toch het enigste meisje hier ben. Ik heb gedoucht en mijn spullen ingepakt, dus ik ben klaar om te gaan. Snel loop ik richting mijn fiets, maar ik voel een hand mijn arm vastpakken. “Auw!” “Laat los.” zeg ik tegen een persoon. “Ik ben het. Stil maar.” stelt de onbekende jongen mij gerust. “Maar ik weet niet eens wie je bent!” bijt ik terug.

Ik wring me los van zijn grip, pak mijn fiets en rijd zo snel als ik kan naar huis.

***

Met een plof ga ik op de bank liggen en trek mijn schoenen uit. Ik pak mijn mobiel en zie dat ik een gemiste oproep heb van Harry. Waarschijnlijk gaat het over ’t werk, maar dat doet er niet toe. Hij heeft me gebeld.

Ik toets Harry zijn nummer in en er word snel opgenomen.

“Hey, Eva.” hoor ik zijn stem door de telefoon praten. Wat heb ik zijn stem gemist. Je weet niet hoe erg je iets kunt missen, totdat je het pas mist. “Hey… eh Harry.” begon ik. “Jij had mij gebeld?”

“Ja, over het werk. Want vandaag is ‘t, dus als je nog wilt kan ik je nu ophalen?”

“Eh… ja is goed. Is het niet veel te laat om nog te werken? Of zijn dit geen vaste tijden?”

“Met dit werk heb je verschillende tijden. Gelukkig voor jou begin jij pas om 3 uur.” vertelt hij mij.

“Is goed, kom je mij dan zo ophalen? Want ik neem aan dat jij vandaag ook werkt?”

“Dat klopt, ik zal er binnen een half uurtje zijn. Be ready, babe.” en hij hangt op.

 Ik zucht, oké. Hij noemt me ‘babe’ en vergeet van alles wat er eerder deze week is gebeurd. Ik ga er nu ook geen aandacht meer aan besteden. Het is gebeurd en ik heb geen idee waarom, maar het is zo gegaan. Harry komt me over een half uurtje ophalen, en dan begint pas het echte leven. Het werkende leven. Ik hoop alleen niet dat het straks in de auto erg ongemakkelijk word tussen Harry en mij.

[UNEDITED]

ForgetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu