19

253 12 2
                                    

Vandaag word ik ontslagen uit het ziekenhuis, ik kan haast niet wachten totdat ik weer in mijn eigen bedje kan kruipen. God wat mis ik mijn eigen bed toch erg.

En wat er met Harry aan de hand was, weet ik ook niet. Hij deed wel erg kwaat tegen me, maar misschien had ik ook niet zo bot tegen hem moeten doen. Hij is tenslotte ook maar een mens, en maakt ook fouten. Ik kan niet iemand beschuldigen van wat hij niet heeft gedaan, want het was de chauffeur natuurlijk.

Ik weet niet hoe het nu zal verlopen tussen Harry en mij. Misschien gaat hij me wel totaal negeren of wilt hij juist contact met me opzoeken. Ik denk ook wel dat 'ie weer gewoon normaal gaat doen tegen me, teminste dat hoop ik.

Ik zeg wel steeds dat Harry moet beginnen met het praten en shit, maar ik kan dat natuurlijk ook doen. Nu ik erover denk, ik ga hem nu meteen berichten.

Ik zoek mijn mobiel, maar kan hem nergens vind- natuurlijk! Hij ligt in mijn tas met kleren - die mijn ouders hadden gebracht toen ik werd opgenomen - èn helemaal onderop. Ik pak mijn tas en zet hem op het bed neer. Er vliegen allemaal kleren uit de tas, maar dat levert wel mijn mobiel op.

Ik zoek naar het nummer van Harry, en beluit hem toch maar te bellen. Dat is even wat socialer.

Met een beetje kriebels in m'n buik leg ik m'n telefoon aan mijn oor en wacht totdat er word opgenomen. Ik wacht. Ik wacht, en ik wacht. Er word niet opgenomen.

Ik zucht en gooi mijn mobiel terug in de tas, helemaal voor niets al die - netjes opgevoude - kleren uit de tas gesmeten.

Ik hoor geklop op de deur, ik kijk op en zie daar mijn moeder staan. Ze glimlacht. "Ben je klaar om te gaan, lieverd?" zegt ze lief. "Natuurlijk ben ik er klaarvoor! Ik verlang echt naar m'n bed." zeg ik dromerig. Mijn moeder lacht en maakt een gebaar dat haar moest gaan volgen. Snel pak ik de kleren van de grond en duw ze in m'n tas. Ik spurt naar mijn moeder toe die gelukkig nog met een arts staat te praten.

"Mevrouw Groenman, ik wil wel dat u rustig aandoet, oké?" vraagt de grijs-harige arts aan mij. Ik glimlach en knik dan. "Ik zal wel op haar letten." grapte m'n moeder. Ik glimlach weer en maak aanstalten om naar de uitgang te lopen. "U moet nog wel even naar de receptie, om daar een brief te vragen voor de volgende controle." zegt de arts ons nog na. "Ja." zeg ik nog snel voordat we de hoek om zijn.

***

Nu we thuis zijn weet ik eigenlijk niet wat ik moet doen. Ik voel me een beetje slap en fitloos, misschien kan ik het overwegen om even een rondje te gaan lopen. Dat helpt voorde fitheid én voor je gezondheid. Twee vliegen in één klap. Goh wat leuk weer.

Ik trek mijn schoenen aan en loop naar de voordeur. "Waar ga jij heen?" vraagt mijn moeder. Ik frons mijn wenkbrauwen. "Ik ga naar buiten." zeg ik alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Én dat is het ook. "De dokter zei dat je rustig aan moet doen, Eva." Ik zucht en rol mijn ogen. "Ik ga toch niet meedoen aan de Olymische Spelen? Mama, ik ga alleen een rondje lopen, om een frisse neus te halen." stel ik haar gerust. "Voor 't donker thuis." zegt ze kortaf. Ik grinnik. "Het is zomer. Het is donker om 10 uur ofzo." en ik stap de deur uit.

Een verkoelende windvlaag blaast in mijn gezicht en ik merk dat ik m'n ogen dicht doe. Het is gewoon zo lekker buiten, als het zomer is. Ik houd echt meer van de zomer dan de winter. In de winter is het gelijk zo koud en moet je zoveel shirts onder je dikke trui aandoen als je nog warm wilt blijven. Teminste, dat ik mijn ervaring. En ik de zomer kan je alles doen, want het is gewoon lekker weer daarvoor. Je kan in je korte broek lopen, lekker ijsjes eten. Genieten.

Ik loop richting het parkje waar Harry en ik eerst zaten - toen ik eindelijk besefte dat Isa een bitch is. Hij heeft me die keer erg geholpen, en ik wil hem opbellen om hierheen te komen. Nee, dat doe ik niet. Straks dan komt hij echt en dan weten we niet wat we moeten zeggen? Ik weet al hoe dat gaat. Dat is altijd zo.

Maar ik mis hem te erg, en ik wil graag mijn excuses aanbieden. Ik bel hem gewoon op. Yolo denk ik.

Ik toets zijn nummer in en hoop dat hij dit keer wel opneemt. Ik hoor gehoest en neem aan dat hij opneemt.

"Eva?" hoorde ik zijn mooie, lage stem zeggen.

ForgetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu