28

196 11 2
                                    

Ik loop naar de grote roze boom – waar Harry al zit. “Harold.” Hij schrikt op, maar glimlacht dan, omdat ik ’t ben. “Eva, pfft je liet me schrikken.” Ik lach.

Ik ga op de grond liggen – leunend tegen de boom. Harry doet hetzelfde. Het blijft even stil tussen ons totdat Harry spreekt.

“Eva. Het spijt me dat ik zo anders doe elke keer als ik bij je ben, want zoals je al zei; ik ben snel boos, maar daar heb jij niets mee te maken hoor.” Legt hij uit.

“Misschien ben ik ook niet helemaal eerlijk geweest tegen je, maar ik vind je echt heel leuk Eva.” hij glimlacht naar me. Ik doe mijn best om niet naar zijn lippen te kijken, want ik wil hem zo graag zoenen nu.

Ik mompel wat, maar kijk dan weg. “Wil je vertellen waarom je zo vroeg thuis bent?” Ik zucht. Zal ik hem moeten vertellen over Dave? “Ik ben zo vroeg thuis, omdat ik me niet echt goed voelde.”

“Maar waarom wil je dan wel afspreken met mij? Ik wil niet graag ziek worden, Eva.” hij prikt me in m’n zij. Ik lach. “Oké, dat is ook niet de reden.” Zucht ik. “Je kent toch wel die Dave?” Harry knikt. “Nou, hij is dus nieuw bij ons op school. En raad eens? Hij zit in mijn klas.” Ik rol met mijn ogen.

“Maar wat is nu het probleem?” vraagt hij. “Hij. Hij is het probleem.” Harry fronst zijn wenkbrauwen. “Harry serieus. Hij is zo irritant. Bij ’t werk deed hij hartstikke aardig, maar hij is ugh. Ik kan het niet in woorden uitleggen.” Ik bijt om mijn lip.

“Ugh als ik ‘ugh hij is zo irritant daar houd ik van’ of ‘ugh ik wil dat hij me nooit meer lastig valt’?” Ik lach. “Ugh als in ‘ugh ik wil dat hij me nooit meer lastig valt.’”

“Wat doet hij dan? Heeft hij aan je gezeten?” hij bestudeert mijn lichaam. “Wat hij nooit meer mag doen.” Hij komt dichterbij. “Want jij bent van mij.” Fluistert hij in mijn oor.

Ik versteen. Ik doe net alsof dat helemaal geen effect op me heeft gemaakt. “Nee, nee. Hij heeft niet aan me gezeten. Maar… ik uh- hij is gewoon zo irritant dat hij…” Ik zucht. “Harry hij wilde me zoenen.”

“Hij zat aan me. Toen ik aankwam bij jou en je oma wilde hij me aanraken. Ik wil dat natuurlijk niet, maar hij is gewoon zo willig. Hij ziet niet dat ik hem zijn ogen eruit wil krabben. Ik weet niet-“ “Ssh.. Eva. Stil maar. Ik hoef het niet perse te weten als je het niet wilt zeggen.” Stelt hij me gerust.

Ik knijp mijn ogen dicht. Er rolt een traan over mijn wang. “Harry. Ik wil hem nooit meer zien, maar dat gaat niet.” Harry trekt me in een knuffel. Ik laat mijn hoofd op zijn borst leunen. Hij haalt zijn duim over mijn wang om de tranen weg te vegen.

“Eva. Ik laat hem niet meer aan je komen. Ik bescherm je.” Ik kijk hem met gefronste wenkbrauwen aan. “Hoe dan?” “Ik breng je iedere dag naar school en haal je dan ook weer op. Wat denk je daarvan?”

“Maar-“ “Geen zorgen. Dit word een top idee. En als hij toch aanstalten maakt om jou pijn te doen kan dat niet, want ik blijf bij je.” “Hoe dan?” vraag ik weer. “Ik ga niet weg als je op school bent. Nee. Ik ga je lesgeven.”

Mijn mond valt open. “Wat?” “Niet? Vind je dat geen goed idee?” “Harry, dit is super lief. Maar ik wil niet dat je leraar gaat worden bij mij op school om Dave in de gaten te houden.” Ik kijk hem met grote ogen aan.

“Oké, dan niet. Maar laten we wel afspreken dat ik je iedere dag breng en ophaal van school.” Ik zucht opgelucht. “Dat vind ik een goed idee.” “Mooi, want ik wist niet wat mijn andere plan was als je nee zei.” Lacht hij.

***

“Mam, pap! Ik ben thuis.” Roep ik door het huis. Net op dat moment hoor ik de deur naar boven opengaan. “Hey lieverd! Hoe was school?” vraagt mijn moeder enthousiast. “Goed.” Antwoord ik met een neppe glimlach.

“Mooi. En wat vind je van je nieuwe klasgenoot?” Ik frons mijn wenkbrauwen. “Hoe eh weet jij dat?” “Oh. Iedere ouder kreeg een e-mail van school met de informatie.” Glimlacht ze. “Oh.” Zeg ik kortaf.

“Maar vertel. Is hij een leukerd?” Ze gaat zitten aan de tafel met de krant in haar handen. “Dus je weet ook al dat het een jongen is?” “Lieverd ik zei toch dat we een e-mail hadden gekregen.” Lacht ze.

“Mhua. Hij gaat wel.” Ik zucht. “Dus, wanneer krijg ik mijn schoonzoon te ontmoeten?” Mijn ogen worden groot. “Ik ga boven huiswerk maken.” Ik pak mijn tas en trekt de deur open die naar boven gaat.

---

[UNEDITED]

ForgetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu