24

227 9 4
                                    

"Weet jij trouwens wat je moet doen bij dit werk? Want Harry wilt het me blijkbaar niet vertellen." Vraag ik aan Dave.

Dave en ik lopen samen terug naar binnen. "Ik heb eigenlijk ook geen idee, maar we zullen wel zien." Antwoord hij. "Wacht, dus jij bent ook nieuw?" Vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen.

"Ja, waarom verbaast je dat zo erg?" "Nou... je leek me zo gehecht met de groep en je hielp me." Hij glimlacht. "Wat er ook gebeurt ik blijf bij je." Ik kijk hem aan en frons mijn wenkbrauwen, maar laat het zitten en loop door de gang heen naar de grote groep mensen.

Dave en ik gaan stilletjes zitten op de bank waar wij net ook opzaten en vermijden de blikken van de andere. Ik hoef Harry zijn blik nu ook niet te zien, want ik weet precies al hoe 'ie eruit ziet: boos.

"Collega's!" Roept iemand die net binnen komt lopen. Het is een vrouw met een tijgerprint jas aan en hele grote zwarte hakken. Haar geblondeerde haar zit straks in een opgestoken staart. Ze heeft een dikke laag make-up op dat net een masker lijkt.

Ik trek mijn neus op in walging. "Is dat onze baas?" fluister ik vragend aan Dave. Dave knikt.

"Hoe gaat het met mijn schatjes?" Ze loopt naar een jonge gozer en haalt een hand door zijn gelikte haar. Ze kijkt de groep rond en haar ogen belanden op Dave en mij. Ik kijk in afwachting voor wat ze gaat zeggen. "Ik zie dat we twee nieuwe nieuwelingentjes hebben?" Ik glimlach verlegen en voel Harry zijn ogen op me branden.

"Ja, leuk u te ontmoeten mevrouw." Zegt Dave. "Mag ik vragen hoe u heet?" Vraagt hij aan de vrouw. "Maar natuurlijk schatje. Ik ben Katherine, jullie baas." Knipoogt ze naar hem. Ik frons mijn wenkbrauwen.

Intussen zitten die andere jongeren door te kletsen terwijl Katherine richting ons toeloopt. Ik slik. "Wat zijn jullie namen?" vraagt ze nep lief aan ons. "Eva." Zeg ik zonder haar in de ogen aan te kijken. "Dave." Zegt Dave trots. Ik grinnik.

"Wat valt er te lachen madammetje?" Bijt ze opeens naar mij. "Eh, helemaal niets. Nee." Schud ik met mijn hoofd. Ik zit ongemakkelijk aan mijn haar. "Mooi, wat werk hoort niet leuk te zijn." Zegt ze gemeen. Ze loopt terug naar de andere en gaat mee kletsen.

Ik kijk met een opgetrokken wenkbrauw naar Dave - die met een open mond naar mij kijkt. "Bitch." Zeg ik tegen hem. Hij grinnikt.

"Oké, nu we twee nieuwelingen hebben." Zegt Katherine met een boze blik naar ons. "Gaan we pas volgende week beginnen." Gaat ze verder. "Ik wil trouwens niet alleen zaterdag instellen als dag voor werk, maar ook maandag en vrijdag." Iedereen is het met haar eens.

"Hebben jullie daar problemen mee, Dave en Eva?" Vraagt ze met een extra irritatie als ze mijn naam zegt. Snel schud ik mijn hoofd - zo doet Dave. "Mooi." Grijnst ze.

"Dus, nu kunnen jullie gaan." Zegt Katherine. Ik schud mijn hoofd verbaast. Helemaal voor niets ben ik hierheen gekomen. Dan heb ik dus met Harry ruzie gemaakt om niks en viel in Dave zijn kruis voor niets. Dat klinkt verkeerd. En nu moet ik ook nog weer terug met Harry in zijn auto. Gezellig.

Iedereen staat op en gaat weg. Harry loopt naar zijn auto en start 'em. Ik loop naar zijn auto toe, maar Harry draait al om en rijdt weg. Verbaast volg ik zijn auto - die met hoge snelheid over de weg heen rijdt.

Fijn Harry, bedankt. Heel erg bedankt. Denk ik in mijn hoofd. "Is Harry al weg?" hoor ik Dave achter mij zeggen. Ik zucht. "Ja..." "Ik kan je wel brengen naar huis?" Mijn ogen worden groot. "Dat zou fijn zijn."

We zitten in Dave zijn auto en rijden richting huis. Het is stil, maar niet ongemakkelijk. "Waar woon je trouwens, want anders weet ik niet waar ik je moet afzetten." Ik glimlach. "Ik woon vlakbij de sport hal, op de Agneslaan weetje wel?" Dave knikt.

Ik kijk dromerig door het autoraam heen totdat ik opeens een hand voel op mijn bovenbeen. Ik kijk geschrokken naar Dave - die een vieze grijns zet. Ik slik.

"Dave, wat doe je?" vraag ik hem en schud zijn hand weg. "Ik wil je aanraken." Met gefronste wenkbrauwen kijk ik hem aan. "Nee, doe maar niet." Zeg ik hem. Ik probeer weer uit het raam kijken, maar voel dat mijn hand word vastgepakt.

"Je zag er erg lekker uit, in je sportkleding." Grijnst hij naar me. Mijn mond staat open. "Je billen man, wow." Ik slik. "Stop." Dwing ik hem. "Nee." "Ik bedoel de auto, sukkel. Laat me eruit." Dave rijdt naar de kant van de weg en stopt.

"Waarom ga je uitstappen? Dit is een snelweg, Eva!" "Liever alleen lopen, dan in een auto met jou!" roep ik naar hem voordat ik de autodeur dichtknal.

Ik draai me om en begin hard weg te rennen, tranen springen in mijn ogen en ik houd ze niet binnen. Ze stromen over mijn wangen en het houd niet op. Ik kijk achter me of hij me is gevolgd, maar ik zie niemand. Gelukkig is hij weg.

Ik zucht. Ik weet niet eens de weg terug. Ik veeg mijn tranen weg en loop langzaam door. Auto's rijden langs me met hoge snelheden. Het is ook onmogelijk om hier iemand aan te houden en vragen naar de normale weg.

Het begint opeens hard te waaien en ik trek mijn jas verder dicht. Niet even later hoor ik gedonder. Ik schrik kijk om me heen of er niet iemand anders is die me de weg wilt wijzen. Duh iemand is er natuurlijk. Niemand gaat alleen over een vluchtstrook lopen in de regen nog wel.

Strompelend loop ik door en ben intussen helemaal nat. Naast de snelweg is een bos en ik besluit om daar heen te gaan. Meestal vind ik bossen eng, maar dat is alleen in 't donker - wat het nog lang niet is.

Ik haal diep adem, maar zie in de verte een huisje. Ik frons mijn wenkbrauwen. Wie gaat er dan ook in een bos wonen? Ik ga hun wel vragen naar de normale weg.

Ik klop op de deur en na een tijdje wachten doet een oud vrouwtje met grijze haren de deur open. "Hallo." Zegt ze bijna verbaast. Zeker omdat ze geen bezoek verwacht. "Eh, hallo." Glimlach ik.

"Wat kom je doen?" Vraagt ze aan me. "Ik wil eigenlijk iets vragen, want ziet u ik ben verdwaald en weet de weg niet terug naar de normale weg. Weet u misschien waar ik dan heen moet gaan?" vraag ik beleefd aan haar.

Ze kijkt me met gefronste wenkbrauwen aan en houd haar wijsvinger tegen haar wang - om te laten zien dat ze aan het denken is. "Nee, het spijt me mijn lieve kind, maar ik heb werkelijk geen idee." Ze glimlacht zwakjes naar me. Ik zucht. "Oké, maar toch bedankt."

Ik draai me om en loop weer weg. "Oma, wie staat er aan de deur?" Vraagt een bekende stem aan het oude vrouwtje. Snel kijk ik terug en zie Harry in de deuropening staan.

­---

Nog een hoofdstuk omdat ik dacht dat jullie dat wel verdient hadden na al dat wachten gehehehe :')

[UNEDITED]

ForgetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu