De twee dagen die we moesten wachten voelden onwerkelijk. Na die dag bij de rivier was mijn band met Cobe verandert. Hij keek me niet meer vol haat aan, maar eerder met een bepaalde warmte. Het feit dat ik zijn leven had gered en de prijs die ik daarvoor had betaald hadden hem beïnvloed en hij leek anders, alsof hij het idee had dat hij me iets verschuldigd was.
Ik haatte het. Echter, toen ik hem daarmee confronteerde, ontkende hij het volledig, en mijn magie vertelde me dat hij niet loog. Daardoor raakte ik in de war. Ik had geen idee waarom hij zo verandert was, of wat ik had gedaan om zijn vriendelijkheid te verdienen. En toch, toen een lagere heks had gedurfd me te trotseren omdat we zo lang moesten wachten, had Cobe het voor me opgenomen.
Natuurlijk was het een domme zet geweest. Al was die heks niet zo sterk als ik, ze had hem gemakkelijk in een pad kunnen veranderen. Toch zorgde zijn steun ervoor dat ik me sterker voelde. En diep van binnen had ik toch allang besloten dat ik hem tegen iedereen zou beschermen, dus wat maakte het uit.
Dat zijn support me zo raakte, was behoorlijk raar. Tenslotte was het absoluut niks waard noch hielp het mij specifiek. Er was een reden dat ik de opperheks was. Geen enkele lagere heks kon mij trotseren zonder dood te eindigen. Maar toch zorgde Cobe's steun ervoor dat ik me beter voelde, dat het me minder deed dat er aan mijn leiderschap getwijfeld werd.
Dit was waarschijnlijk de reden dat ik mild was tegen die opstandige heks. In plaats van haar te vermoorden, degradeerde ik haar slechts tot hulpmeisje. Je kon merken hoe komisch de andere heksen het vonden dat een heks een mensentaak uit moest voeren, en overal werd de heks gevolgd door gegiechel. Misschien was dit wel de meest vernederende straf die ik haar had kunnen geven, erger dan een onmiddellijke dood. In gedachte maakte ik daar een aantekening van.
De avond na deze gebeurtenis, toen ik met Cobe alleen in mijn tent was, pakte hij mijn hand vast en kneep er in.
"Je hebt haar niet vermoord" zei Cobe.
"Nee," antwoorde ik, "dat was niet nodig."
Cobe glimlachte en knikte.
Ik keek hem vreemd aan, voordat ik besloot zijn rare gedrag te negeren. De jongen moest zijn verstand zijn verloren.
Cobe sliep tegenwoordig elke nacht in mijn bed. De nachten werden steeds kouder en ik was bang dat de lage temperatuur hem anders fataal zou worden. Echter, naarmate de dagen verstreken, merkte ik dat ik het prettig begon te vinden. Het was fijn om eindelijk niet alleen te zijn. Ook dat gevoel haatte ik.
De ochtend van de dag dat we eindelijk weer zouden vertrekken, werd ik dus zoals altijd naast Cobe wakker. Die nacht was Cobe kennelijk naar me toe gerold, want hij lag vlak naast me.
Ik was verrast hem daar te zien liggen, met zijn voorhoofd zachtjes tegen mijn schouder gedrukt en de dekens opgetrokken tot zijn kin. Een week geleden was het nooit te bedenken geweest dat hij zich zo kwetsbaar aan me zou tonen, al was het in zijn slaap. Ik begreep niet waarom nu wel, maar de aanblik van hem slapend met een tevreden uitdrukking op zijn gezicht, verzachtte mijn hart.
Ik tilde langzaam mijn hand op, twijfelde even, en streek toen voorzichtig een lok haar uit zijn gezicht. Cobe bewoog lichtjes zijn hoofd en ik trok verschrikt mijn hand weg, bang dat ik hem wakker had gemaakt.
Dat was inderdaad het geval, want even later opende Cobe langzaam zijn ogen en keek me lui aan. Hij knipperde even toen hij zag hoe dicht hij bij me lag en begon bij me weg te schuiven, bang dat ik boos zou worden. Echter, ik pakte zachtjes zijn arm vast, voorkomend dat hij nog verder weg zou gaan. Ik keek hem aan en verklaarde mezelf voor gek, voordat ik voorzichtig naar hem toe boog en mijn lippen zachtjes op de zijne drukte.
Het voelde fijn, het zachte contact, en tot mijn verbazing stribbelde Cobe niet tegen. Ik legde mijn hand op zijn wang en genoot van het moment. Cobe's hand gleed om mijn middel en hij trok me naar zich toe.
Ineens kwam een herinnering in me op. Ik hield Cobe in mijn armen, stevig tegen me aan gedrukt en volledig in mijn macht. Met mijn lippen had ik zijn mond geopend en met mijn magie had ik hem overmeesterd.
Geschrokken duwde ik Cobe van me af, om meteen op te staan en het bed uit te vluchten.
Het was een herinnering van niet zo lang geleden, maar het voelde alsof het een andere wereld was. Toen had ik hem nog gezien als een normale dienstjongen waar ik alles mee kon doen en die ik zou breken zoals ik dat wilde.
Ik rilde. Nu haatte ik wat ik Cobe had aangedaan, maar dat was wel de persoon die ik was. Hoe kon ik er zeker van zijn dat ik het niet weer zou doen? Hoe kon ik er zeker van zijn dat de enige reden dat Cobe het nu toeliet niet ook was omdat ik hem onbewust gevangen hield met mijn magie? Ik was me nergens van bewust, maar de emotie gierde door mijn lichaam en dit was een situatie die ik niet herkende.
Of, bedacht ik me plots, wat als het iemand anders was? Wat als iemand anders, de koningin of een andere heks, Cobe had gemanipuleerd om me leuk te vinden. Om een grap met mij uit te halen? Dat zou wel zijn rare gedrag van de afgelopen dagen verklaren.
De onzekerheid overspoelde me en ik liet me op de grond zakken. Het was zo'n mooi moment geweest, maar wat als het allemaal een illusie was?
"Wat is er?" vroeg Cobe vanaf het bed.
Niet wetend wat te antwoorden, besloot ik hem te negeren. Ik kon hem nu niks zeggen. Hij zou het niet begrijpen en ik kon niet het risico lopen dat ik alles alleen maar erger maakte.
Ik hoorde hoe Cobe opstond van mijn bed. Ik deed alsof ik niks merkte en hoopte met heel mijn hart dat ik de tentflap zou horen dichtvallen, wat zou betekenen dat hij de tent had verlaten. Echter, in plaats daarvan liep hij naar me toe en knielde hij achter me neer. Vanuit die positie sloeg hij zijn armen om me heen en drukte me tegen zich aan.
"Ik vond het fijn," fluisterde hij in mijn oor.
Zijn woorden overvielen me. Fijn? Waarom zou hij het fijn vinden? Alles wat ik hiervoor had gedaan was hem verschrikkelijk behandelen.
Ik schudde mijn hoofd en bleef naar de grond voor me staren.
Cobe trok me dichter tegen zich aan fluisterde indringend: "Ik meen het."
Over mijn schouder keek ik naar hem op en ontmoette zijn blik. Die stond vastberaden en hij knikte bemoedigdend.
Ik opende mijn mond om iets te zeggen, maar kon niks uitbrengen. Uiteindelijk mompelde ik zachtjes: "Waarom?"
Een lach brak door op Cobe's gezicht. "Waarom?" vroeg hij. "Moet ik echt gaan uitleggen waarom zoenen fijn kan zijn?"
Cobe's lach verwarmde mijn hart en had iets aanstekelijks. Dus antwoordde ik met een grijns. "Alsjeblieft, leg me in details uit wat er fijn is aan zoenen."
Echter, meteen daarna werd ik weer serieus. "Cobe," begon ik. Maar Cobe legde een vinger op mijn mond.
"Het is oké," zei hij. "Echt."
Ik knikte. Mijn twijfels wegdrukkend probeerde ik me te ontspannen. Voorzichtig liet ik mijn gewicht tegen hem aanzakken, zijn armen om me heen.
"En over die uitleg," fluisterde Cobe nu ondeugend. Zijn adem kietelde mijn oor. "Ik denk dat ik je dat beter kan demonstreren."
Met zijn rechterhand pakte hij voorzichtig mijn kin vast en draaide me naar hem toe. Toen drukte hij zijn lippen op de mijnen.
Deze keer liet ik de kus alle gedachtes uit mijn hoofd verdrijven en verdronk ik in het gevoel van zijn zachte lippen en handen op mijn lichaam.
JE LEEST
Ontsnapt aan de Wraak
Fantasy(English below) Sinds de heksen haar ontvoerden, is Raven opgeleid en getraind als heks. Gecontroleerd door de manipulatieve heksenkoningin, leeft ze met de heksen coven in een fort in La Fôret Noire. Ondanks dat ze nu gehoorzaam is, plant Raven het...