11. Werving

6 1 0
                                    

Die dag keek Cobe me niet meer aan. Ik wedde dat als het aan hem was, hij me helemaal niet had gezien. Maar dat kon niet, vandaag was de dag van de werving.

We hadden maar kort tijd voor ontbijt, voordat we vertrokken naar het dorp voor de show. Het plein voor de kerk stond vol met stalletjes van mensen die hun waren aan elkaar verkochten. De mensen krioelden om elkaar heen, schreeuwend met prijzen en kletsend met kennissen. Dit alles verstomde toen we het plein betraden, ik voorop.

Ik liet mijn magie de vrije loop en straalde de macht uit die ik normaal gesproken verborgen hield. Mijn magie was zo sterk dat het licht van de zon, die tot dan toe zo vrolijk had geschenen, gedempt werd. Het was windstil, maar de mensen rilden van de ijzige wind die hun hart beroerde.

Het hele dorp staarde me aan terwijl ik langzaam naar voren schreed. De mensen die het dichtst bij me stonden deinsden terug, daarbij een pad vormend dat ik kil betrad. Ik merkte dat zelfs de menselijke hulpjes achter mij, die toch wel ervaring hadden met heksen, verstilden en onder de indruk waren van mijn verschijning.

Eenmaal in het midden van het plein glimlachte ik, waardoor een man vlakbij mij een angstig gilletje sloeg. Ik keek de man doordringend aan, en liet vervolgens mijn blik verder glijden. Een voor een keek ik alle mensen aan die zich nu in een slordige cirkel om ons heen verzameld hadden. Gezicht voor gezicht, blik voor blik, ging ik ze met een kille blik langs, totdat het laatste restje moed dat de dorpsbewoners nog restte verdwenen was.

Ik voelde niks terwijl ik dit deed, mijn gevoel had ik eerder die ochtend al bevroren. Ik was nu volledig heks.

Toen sprak ik.

"Dorpsbewoners, vandaag is een bijzondere dag!" begon ik. Mijn stem was bemoedigend alsof het echt een gelukkige dag voor hen was. "Vandaag vervullen jullie je lot. Vandaag staan jullie in dienst van de heksen."

Er klonk gemompel en geschuifel in de groep, terwijl de mensen ongerust werden nu ze merkten wat er van hen werd verwacht. Met een veeg van magie liet ik het geroezemoes weer verstommen, waarbij ik zonder het te willen de verontrusting opmerkte waarmee Cobe naar me keek. Ik negeerde het.

"Jullie kinderen zullen getest worden en hen die waardig zijn, zullen gekozen worden om zich met ons te verenigen. Hen die niet waardig zijn, maar toch nut hebben voor ons, zullen worden gekozen om ons te dienen."

Nu sloeg de paniek al helemaal toe. Een vrouw bracht de moed op om te schreeuwen.

"Nee! Jullie zullen mijn dochter nooit krijgen! Jullie zullen haar niet verderven! Ik sta het niet toe!"

Ik keek haar met een ijskoude blik aan, terwijl haar dochtertje van drie zich bang aan haar been vastklampte. Toen stortte ze dood ten aarde. Bloed drupte door haar huid heen alsof het er niet was. Ik had nog geen wenkbrauw bewogen.

"Iemand anders nog bezwaar?" vroeg ik.

Niemand keek me aan, niemand bewoog. Ik interpreteerde het als een nee.

"Laten we dan beginnen."

De proeven waren afschuwelijk, de ene na de andere. Het begon met de minst erge. Voor de eerste proef moesten de kinderen over daken lopen die expres extra glad gemaakt waren met magie. Evenwicht vereiste slechts simpele krachten, waarvan ik was verzekerd dat bijna elk kind in dat dorp het bezat na mijn onderzoek de avond ervoor. Toch, mocht er een niet slagen en vallen, dan leidde dat bijna altijd tot de dood. Een kind onderging dit lot.

De volgende proeven bestonden uit competities. Heks tegen mens. Magische messen ontwijken, giftige planten eten, of het vuur doven waarmee de kinderen in brand werden gezet. Wie niet genoeg magie had en faalde, bekocht het met de dood. Het was een afschuwelijk tafereel, en het ging de hele dag door. Zeventien kinderen faalden in totaal, wat er vier overliet.

Ontsnapt aan de WraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu