"Raven." Cobe's stem piepte zwakjes, terwijl hij probeerde de woorden eruit te persen door zijn dichtgeknepen keel. Zijn bruine ogen waren groot, van angst en verdriet.
"Alsjeblieft" fluisterde hij.
Hij zag er zo iel uit, terwijl hij was overgeleverd aan mijn toorn. Hij keek naar me op met ogen vol hoop en liefde.
Zoals altijd was het zijn blik die me raakte. Zijn blik die duizenden emoties kon overbrengen, wat geen woorden ooit zouden kunnen. Verschrikt trok ik mijn handen terug, en ik keek vol afschuw naar de afdrukken die ze hadden achtergelaten.
Ik keek hem aan, opgelucht om nog leven in zijn ogen te zien. "Oh mijn god, Cobe," fluisterde ik, mijn stem amper hoorbaar.
Cobe glimlachte zwakjes naar me en raakte met zijn hand mijn elleboog aan. Tranen begonnen over mijn wangen te stromen. Hij steunde me, voelde ik in dat kleine gebaar. Hij liet me weten dat het goed zat, ondanks dat ik hem net bijna had vermoord.
Ik reikte naar zijn wang en streelde hem zachtjes. Mijn Cobe, die nooit iets tegen iemand hield.
Plotseling werd zijn wang van me weggescheurd doordat Cobe uitbrak in een heftige hoestbui. Bezorgd pakte ik hem vast.
"Cobe, wat is er? Gaat het goed?" vroeg ik in paniek. Cobe werd echter volledig opgeslokt door de hoestbui en was niet in staat me te antwoorden.
Ik bestudeerde bezorgd zijn lichaam, tot iets mijn hart verstilde.
In zijn nek, waar mijn handen hem hadden vastgehouden, kleurden de adertjes langzaam zwart. Ik trok zijn shirt weg en zag dat de aders op zijn borst ook al verkleurden. Paniek borrelde in me op. Vergiftiging, door mijn magie.
Nee! Nee, nee, nee, schreeuwde ik vanbinnen. Dit kon niet waar zijn, dit kon niet gebeuren. Ik had hem niet vermoord, ik had hem op tijd losgelaten. Hij had het overleefd.
Ik pakte Cobe's hoofd vast en keek hem wanhopig in zijn ogen. Hij probeerde te glimlachen, maar ineens draaiden zijn ogen weg en viel hij in het gras.
"Cobe!" schreeuwde ik paniekerig. Ik graaide naar zijn shirt en trok hem in mijn armen. "Cobe, alsjeblieft, blijf wakker, alsjeblieft, het komt goed, oké? Het komt goed, ik maak je beter, zolang je maar wakker blijft".
Ik sloeg met mijn handen tegen zijn wangen, maar zijn lichaam bleef even levenloos.
Ik smeekte en huilde. "Cobe, alsjeblieft, word wakker. Het spijt me. Het spijt me zo. Ik had mijn woede niet op je mogen afreageren, maar alsjeblieft, alsjeblieft ga niet dood. Alsjeblieft, blijf bij me."
Ik trok zijn lichaam tegen me aan en verborg mijn gezicht in zijn shirt. Hij mocht niet dood gaan, dat kon ik niet aan. Ik wilde niet weer alleen zijn.
Iets duwde zachtjes tegen mijn schouder en in mijn hoofd klonk Faicinn's stem. Hij is dood, Raven.
Ik schudde mijn hoofd. "Nee, nee nee nee, hij is niet dood, hij kan niet dood zijn. Alsjeblieft, laat hem leven."
Het is al te laat, Ghaoil. De magie die je om je heen hebt verzameld, die je op hem los hebt gelaten, dat kan een mens niet aan.
Ik piepte en drukte me nog dichter tegen Cobe aan. "Alsjeblieft Cobe, laat me niet alleen. Het spijt me, het spijt me van alles. Ik heb je verschrikkelijk behandelt, maar laat me niet alleen."
Uren bleef ik zo zitten, snikkend en met mijn voorhoofd tegen Cobe's borst gedrukt. Mijn hoofd kon het niet begrijpen en mijn hart kon het niet aan. Cobe was het eerste in jaren dat me weer iets had laten voelen, dat me een sprankje hoop had gegeven in mijn armzalige leven. En nu was hij dood, door mij.
Tegen de tijd dat ik mijn hoofd optilde, zag ik dat het nacht was geworden en de mensen en heksen het dorpsplein hadden verlaten. Echter, ik was niet alleen.
Naast me lag Faicinn op de stenen, me aankijkend met intelligente ogen. Zodra hij zag dat ik rechtop zat, duwde hij met zijn neus tegen mijn schouder en stond op.
Je moet opstaan, Ghaoil. De heksen jagen op je.
Ik knipperde en keek nog een keer beter het plein rond. Mijn magie liet me weten dat tussen de huizen verschillende heksen naar me loerden, net zoals Faicinn zei.
Met een brok in mijn keel probeerde ik te praten. "Maar, Cobe..."
We zullen in het bos onze eer aan hem erkennen en hem cremeren, maar voor zonsopkomst moet zijn lichaam verdwenen zijn.
Ik knikte bedroefd. Faicinn had gelijk. Als de rest van de coven Cobe's lichaam morgen zag, zouden ze het verminken. Ze zouden het zien als een teken van zwakte en proberen de macht van me over te nemen. Dat zou gevaarlijk zijn.
Nog een laatste keer aaide ik Cobe's haar en streelde ik zijn wang. Toen tilde ik hem op in mijn armen en volgde Faicinn het bos in, naar een plek waar de rest van de heksen ons niet zouden kunnen vinden.
In een oud deel van het bos, waar de dikke stammen van de bomen tot hoog boven mijn hoofd reikten, legde ik Cobe op de grond. Tranen stroomden over mijn wangen terwijl mijn magische vuur Cobe's lichaam verteerden.
Faicinn stond naast me en ik klampte me wanhopig aan hem vast. Met zijn neus duwde hij geruststellend tegen mijn schouder.
Ik huilde, om Cobe maar ook om mij. Ik huilde omdat ik het enige had vermoord dat me gelukkig had gemaakt en omdat Cobe me was afgepakt. Ik huilde omdat ik niet meer wilde. Dankzij Cobe had ik iets gehad om voor te leven, maar nu was dat weg.
Het liefst wilde ik naast Cobe's lichaam liggen en ook verteerd worden door die vlammen. Ik wilde gewoon stoppen en mijn ellendige leven achter me laten.
Maar ik kon nog niet stoppen. Eerst moest iemand boeten voor Cobe's dood...

JE LEEST
Ontsnapt aan de Wraak
Fantasy(English below) Sinds de heksen haar ontvoerden, is Raven opgeleid en getraind als heks. Gecontroleerd door de manipulatieve heksenkoningin, leeft ze met de heksen coven in een fort in La Fôret Noire. Ondanks dat ze nu gehoorzaam is, plant Raven het...