Hoofdstuk 14

125 6 3
                                    

P.O.V. Harry
Ik trek het echt niet meer. Waarom moet ik zo'n mooi en leuk meisje kapot maken?! Ik MOET naar Zayn toe. Ik stop met de bus bij Zayn en stap uit. Gelukkig woont Zayn dicht bij de bushalte. Ik bel aan. Zayn doet open. "Zayn, ik trek dit niet meer. Wat moet ik doen inplaats van geld geven om het niet te doen?" Smeek ik. Zayn lacht. "Je neemt een maand een relatie met Sarah en verteld ALLES van wat er is gebeurd." "Deal." En Zayn deed de deur weer met een klap dicht. Raar... Maar het zou moeten... Waarschijnlijk als ze dit hoort breekt ze ook. Ik zucht en ga zitten op een muurtje. Waarom is mijn leven toch zo klote?! Mijn ouders zijn er niet meer door een ongeluk, en ik heb niemand van de familie. Ik woon niet heel ver weg van Zayn's huis, dus ik loop maar midden in de nacht naar huis. Ik voel een traan over mijn wang rollen. Wacht. Ik ben geen mietje. Dat zegt mijn hoofd, maar mijn lichaam wil bij Sarah zijn. Ik ga staan bij een meer. Een ijskoud meer. Zal ik erin springen?

P.O.V. Sarah
De volgende ochtend werd ik wakker, en ik vond toch dat ik sorry moest zeggen tegen Harry. Iedereen zegt dat hij echt van me houd, maar ik geloof het maar amper. Nu geloof ik het echt. We hebben al een soort relatie, maar het is niet een echte. Ik pak mijn jas en fiets en fiets naar Harry zijn huis. Maar als ik fiets zie ik Harry bij een ijskoud meer. "Harry!" Gil ik. Ik ren naar Harry toe. Hij heeft zelfs ijs over zijn kleding. Ik trek mijn dikke jas uit en doe hem bij Harry aan. "Het komt goed." Fluister ik. Harry blijft maar voor zich uit staren. "Zeg iets!' Harry blijft maar voor zich uit staren. "Ik bel 112." Ik pak mijn mobiel, maar Harry houd me tegen met zijn koude hand. "Hoeft niet." Fluistert hij. Ik pak Harry aan zijn arm en neem hem mee naar mijn fiets. "Kan je achterop?" Vraag ik. Harry knikt. Harry is best dun, dus ik kam hem wel houden. Harry gaat zitten en ik rijd naar zijn huis. Als we bij zijn huis zijn doet Harry de sleutel in het sleutelgat. "Je gaat nu in bed liggen." Zeg ik. Harry schud zijn hoofd. "Harry! Je bent verdomme onderkoelt!" Harry zucht en gaat toch in bed liggen. "Ik blijf bij je." Fluister ik. Harry zijn ogen worden groot. "Ik moet je iets vertellen, waarschijnlijk vind je het niet leuk..." Fluistert Harry, waarschijnlijk heeft hij super veel last van keelpijn. "Harry, dat hoeft nu niet, je bent ziek." Harry pakt mijn pols. "Het is heel belangrijk." Ik kijk hem met grote ogen aan, wat gaat hij vertellen? Ga ik het echt heel erg vinden?

What he did (Nederlands) 1 (voltooid ✔️)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu