5

55 11 0
                                    

Ik val al bijna in slaap als mijn hoofd het kussen raak. Ik sluit mijn ogen en probeer aan mijn ouders te denken. Degene die me hebben opgevoed. Hoe roken ze? Hoe zagen ze eruit? Hoe klonk hun geschater dat altijd de kamer vulde? Het vervaagt al een beetje. Ik ga overeind zitten en leun tegen de muur. De tranen komen als vanzelf, net zoals ze altijd doen. Die kleine kristalletjes hebben gewoon hun eigen wil. Ik lijk nooit te kunnen voorkomen dat ze vallen.
'Val?' klinkt Roderick's stem vanuit de deuropening. Ik veeg de tranen van mijn wang af. Hij mag me niet zo zien. Niemand hoort me eigenlijk zo te zien. Ik hoef geen medelijden meer, daar heb ik voorlopig mijn portie al van gehad. Roderick zucht en laat zich zakken op het bed, dat hevig kreunend protesteert. 'Ga slapen.' mompel ik, maar hij luistert niet. Of hij wil het gewoon niet horen, dat kan natuurlijk ook.
'Hoe kan ik slapen, als jij te verdrietig bent om dat te doen?' Tienduizend vlindertjes vliegen door mijn lichaam heen, op zoek naar een uitweg. Nou ja, misschien is dat wel wat ik van ze verlang. Dat ze weggaan. Misschien zouden Roderick en Aelfric hier niet moeten zijn. Dat zou zoveel makkelijker zijn. 'Dat is simpel,' begin ik met een snotterige stem. Ik pauzeer even om mijn neus op te halen. 'Je gaat liggen en sluit je ogen.' Hij grinnikt zachtjes. Ik stel me zijn halve grijns voor.
'Je denkt dat het zin heeft om me weg te duwen, hè? Je denkt dat ik je met rust zal laten en daarna Aelfric ook. Maar ik kan je alvast vertellen, geen van beiden zal het opgeven.' Ik kan alleen maar mijn adem inhouden. De spanning stuitert door deze kamer heen als een jong veulentje door de wei dartelt.
'Je moet vertrekken.' hoor ik mijn eigen stem vastbesloten zeggen. Ik kijk Roderick nog steeds niet aan, maar ik voel zijn ogen wel op mijn huid prikken. Wegduwen zal geen zin hebben, zoals hij het zegt. Maar dan kent hij Valerie Mortimer niet goed genoeg. 'Welterusten, Valerie.' zegt hij. Het bed kraakt weer als hij opstaat. Hij buigt zich voorover en drukt een lange kus op mijn voorhoofd. Ik voel het branden, maar doe alsof ik het niet voel. Roderick negeer ik al net zo erg.
Zijn fluisterende voetstappen verlaten de kamer. Ik blijf alleen achter. Met een brandend voorhoofd en een ongewenst verlangen. Ik laat mijn hoofd uitgeput op het kussen vallen en wens om mooie dromen.


Prinses van sneeuw en duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu