Als we doorlopen komen we op een pleintje terecht. Overal staan kraampjes met vrolijk babbelende mensen. Mijn mond valt open als ik zie hoeveel het er zijn. de binnenplaats staat helemaal vol met mensen, kraampjes, dieren en snuisterijen. 'Waar moeten we heen?' vraag ik met nog openstaande mond aan Roderick. Hij grinnikt. Zijn paarse ogen fonkelen ondeugend. Ik vraag me af wat hij nu weer gaat doen.
Hij buigt zich naar me toe en fluistert maar een woord. 'Rennen.' En dan verdwijnt hij in de krioelende menigte. Mijn voetstappen dragen me al verder voordat ik het doorheb. Aelfric laat ik achter zonder om te kijken. Roderick rent een paar meter voor me uit. Hij beweegt zich door de menigte heen alsof hij dit elke dag doet. Ik kan hem maar met moeite bijhouden.
Aan de andere kant van het plein staat hij me op te wachten. In de schaduwen. Ik hul me in de schaduwen van de wereld en duik weer op als ik naast hem sta. Net zoals hem sta ik nu nonchalant tegen de muur aan geleund. Hij kijkt me verbaasd aan. 'Inmiddels moet je toch wel weten dat ik niet helemaal normaal ben.' fluister ik naar hem toe. Hij grijnst nu naar me en ik kan er helemaal niets aan doen. Ik moet gewoon terug grijnzen.
'O, daar zijn jullie. Wat bezielde jullie?' gromt Aelfric woedend. Niemands humeur wordt beter door onze reis. En allemaal hebben we zo onze eigen redenen. 'Kom op, Roderick.' Ik kies er bewust voor om Aelfric te negeren. Niet omdat ik dat leuk vind, maar omdat ik het niet met hem eens ben. Ik ben niet zijn eigendom, dus heeft hij niet het recht me zo te behandelen. Ik kan er toch niks aan doen dat we gekoppeld zijn of zo. 'Wijs ons de weg.' gooi ik er nog achteraan. Hij grijnst en gaat ons voor. Zijn silhouet steekt af tegen de witte gebouwen.
Na een tijd door de binnenstad gekrioeld te hebben, komen we eindelijk in het midden van de stad. Als ik omhoogkijk zie ik de gestalte van het paleis afsteken tegen de lucht. Eerst nog honderden traptreden lopen voor we er zijn dus. Ik slaak een vermoeide zucht. Aelfric en Roderick draaien zich bezorgd naar me om. Zijn ze soms bang dat ik te moe ben. O, ik zal ze nog eens wat laten zien! 'Wie er het eerst boven is.' roep ik, en begin aan de klim. Al snel hoor ik~
Allereerst bedank ik jullie voor het lezen van deze tekst en het verhaal. Ik wil drie mensen opnoemen van wie jullie de verhalen zeker moeten gaan lezen. xmeee_, EvaCarstairs en SvetlanaDeBadrihaye. Dus bij deze; lees hun verhalen, of anders stuur ik Roderick achter jullie aan. ;-)
JE LEEST
Prinses van sneeuw en duisternis
FantasyValerie's leven staat op het punt om nog moeilijker te worden. Met wraak voor haar neus en wanhoop aan haar zijde, is het leven nou niet bepaald gemakkelijk. Ze zal haar zusje moeten vinden, voor het te laat is. En wie van de twee charmante broers...