20

38 9 0
                                    

Herfst verlaat de kamer en laat me alleen met een bijna dode Aelfric, als hij al niet dood is. In paniek buig ik me over hem heen. De wond in zijn buik ziet er akelig uit, ook al zit er een shirt overheen. Het blijft maar doorbloeden en heeft en afschuwelijke rode kleur. Ik proef de smaak van bloed op mijn tong en besef dat ik erop gebeten heb.
Aelfric heeft gelukkig nog een hartslag, maar ik heb geen idee wat ik moet doen. Behalve ervoor zorgen dat hij niet helemaal leegbloedt. ' Verman jezelf, Valerie.' mompel ik tegen mezelf. 'Je bent de dochter van een seizoen en een gedrocht. Er zal toch wel iets zijn wat je kan doen?'  Ik hoor Aelfric's zachte reutelende adem. En dat schiet het me te binnen. Wat ik net zei, is de reden waarom dit zou kunnen werken.
'Ik weet niet tot hoever uw krachten reiken, vader, maar u zult me toch echt moeten helpen deze keer.' Ik leg mijn handen op de plek die bloed, niet helemaal wetend wat ik moet doen. 'Verleen mij de kracht van Dood en Winter. Mijn vader en moeder. Laat ze mij helpen om deze jongen redden.' Mijn handen worden warm. Echt warm en ze beginnen met tintelen. Ik zie de lucht rondom mij handen trillen. En dan schiet Aelfric overeind.
Hij kijkt verdwaasd om zich heen, alsof hij niet meer weet waar hij is. Ik plet hem bijna tegen me aan, zo gelukkig als ik ben. Hij is een grote lastpak, maar als hij dood zou zijn zou het veel erger zijn. De tranen stromen vrij over mijn wangen, terwijl Aelfric me alleen verward aan kan kijken. 'Wat is er gebeurd?' vraagt hij met zachte stem aan mij.
Hij kreunt en snel laat ik hem los. 'Niets.'  mompel ik terwijl ik in zijn grijze ogen kijk. Al het paars is er uit verdwenen. Gewoon weg. 'Helemaal niets.' 

Prinses van sneeuw en duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu