8

50 9 0
                                    

Hijgend stoppen we bij de poort van het grote kasteel. Betoverd door de schoonheid, kijk ik mijn ogen uit. 'Misschien moeten we een weg naar binnen vinden.' onderbreekt de stem van Aelfric mijn gedachten. Hij ziet er niet uit alsof hij onder de indruk is. Maar hij is ook gewoon compleet gestoord. 'Ja, laten we dat doen.' antwoord ik afwezig.
Kort daarna word ik meegetrokken aan mijn arm. Ik kijk niet op om te zien wie het is. Het is beter om niet te weten wie van de twee het is. Waar ik wel naartoe kijk, is de opdoemende poort. Er staat een wachter, gekleed in bijna dezelfde kleuren als ik draag. Alleen de mijne zijn opvallender. Alsof ik belangrijker ben. Wat misschien de waarheid is.
Als we door de poort heen willen lopen, houdt de wachter ons tegen. Hij kijkt ons met opgetrokken borstelige wenkbrauwen aan. Misschien verwacht hij een antwoord. 'Wij komen voor de koning en koningin.' zegt Roderick uiteindelijk. Het verbaast me dat de wenkbrauwen van de wachter niet de lucht in schieten, maar ze komen wel hoog. 'Op wiens bevel?' vraagt hij met trillende stem. Ik kijk hem nieuwsgierig aan. 'Zij gaven mij het bevel zelf.' Hij kijkt me aan zodra ik het gezegd heb. Zijn wenkbrauwen vliegen nog verder omhoog. Ze doen me denken aan rupsen.
'J-jij bent de d-dochter?' vraagt hij stotterend. Ik zou willen dat mensen minder schrikken, of op zijn minst hun reactie verbergen. Ik kan er gewoon niet meer tegen. De wachter doet een stap opzij om ons de doorgang te bieden. Dus lopen we naar binnen. Aelfric aan mijn rechterkant en Roderick aan mijn linker. Een miljoen "waaroms" schieten nu door mijn hoofd heen, maar niemand kan er nog antwoord op geven.
'En toen gingen we mijn ouders zoeken.' fluister ik meer tegen mezelf dan tegen de jongens. Desalniettemin krimpen ze toch in elkaar. Roderick weet al wat hij van mijn ouders kan verwachten, maar Aelfric zal zich aan hen vergapen. Ze zien er eigenlijk vrij normaal uit. Mensen zou den ze misschien niet eens opmerken als ze gewoon over straat liepen. Maar wij, de mensen die weten wie ze zijn, krijgen de schrik van ons leven. Gezegend zijn de onwetenden.  


Prinses van sneeuw en duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu