27

42 9 0
                                    

In plaats van op zijn opmerking in te gaan, stel ik een vraag. Iets waar mijn bijna-vader blijkbaar een hekel aanheeft. Had hij me maar niet moeten kidnappen. Had hij maar niet gezegd dat ik met hem moest trouwen. 'Waarom trouwen?' Herfst kijkt me verward aan. Snapt niet wat ik bedoel. Ik zucht en herhaal het nog een keer, deze keer duidelijker.
'Winter en jij, waarom trouwden jullie?' Hij kijkt me nog steeds aan alsof hij me niet helemaal begrijpt, ook al heb ik de vraag toch echt simpel genoeg gemaakt. 'Waarom denk je?' kaast hij grijnzend terug. Zijn zoon kijkt naar hem alsof hij hem niet meer herkent.
Het is het moment dat mijn broer spreekt, dat ik besef waarom. Herfst leest het van mijn gezicht af en zegt verder dus ook niets. 'Als ze het wist, dan zou ze het toch niet vragen?' Ik heb en broer en ik weet niet eens hoe hij heet. 'Ze weet het wel. Ze moest alleen even nadenken. Je lijkt teveel op je vader weet je, Valerie? Hij vroeg ook altijd eerst voordat hij nadacht.'
Aan de woorden die daaronder liggen, wil ik nu niet denken. Ook deze opmerking negeer ik. Mijn broer kijkt me verbaasd aan. Misschien ook een beetje nieuwsgierig. 'Je wilt je leven met iemand besteden die dezelfde vloek heeft als jij. Het eeuwige leven. Wat voor zin heeft het om iemand lief te hebben, terwijl je toch weet dat die uiteindelijk zal sterven en jij daar nog eeuwig mee door zal moeten leven?'
Even is het stil. Herfst knippert een paar keer geschokt. Aelfric kijkt hem aan alsof die gek geworden is. En mijn broer, die staat alweer klaar om zijn mond open te trekken. Wat hij dus ook precies doet. 'Waarom zou je dan kinderen nemen?' Er flits een kort moment van medelijden over Herfst 's gezicht voor hij antwoord geeft.
'Ook die vraag zal ik met een andere vraag beantwoorden. Misschien weet je zusje deze keer weer het antwoord.' Zijn zoon kijkt hem woedend aan, maar kalmeert zichzelf al snel. Ik sla mijn hand voor mijn mond terwijl het mijn hersenen binnendringt. Zoals een pijl door een appel. Zoals een bijl door het hout. En de waarheid doet zoveel meer pijn dan verwacht.
Omdat het ook bij mij van toepassing is. Mijn broer lijkt het antwoord ook al uit te hebben gevogeld. En dat laat alleen Aelfric over. 'Wat? Wat is het?' vraagt die bezorgd als hij onze gezichten ziet. Tranen vullen mijn ogen en als de eerste over mijn wang vloeit, ren in de kamer uit. Vastbesloten om het aan niemand te vertellen, zeker hem niet.
Maar ik weet zeker dat ze dat wel zullen doen. Dat ze hem zullen vertellen dat ik nooit zal sterven. 


Prinses van sneeuw en duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu