10 - Liefde

914 57 5
                                    

- SLOANE -

Mijn huid werd opengereten en mijn schreeuw vulde de lucht. Ik hapte naar adem. Het was doodstil. Tranen liepen over mijn wangen. Devon vloog geschrokken een paar meter achteruit.

"Sloane!" riep Feather. Ze vloog naar me toe en knielde naast me neer. "Oh, Sloane!" Voorzichtig legde ze haar handen op de twee gaten in mijn borst. Ik sloot mijn ogen. En we geven niet op. En we geven niet op. En we geven niet op!

Ik duwde Feather langzaam van me af en knikte naar haar. Met een bezorgde blik gaf ze me een kus en draaide om. Naar haar familie, weer klaar voor de strijd. Rafaël, de engel van de genezing, vloog naar me toe. Hij glimlachte naar me en legde zijn handen op mijn borst. Mijn wonden genazen, langzaam.

"Ga van haar af!" Rafaël werd door Devon van me af geduwd. Toen werd ik door Devon opgetild. Ik kreunde zachtjes, maar ik had de kracht niet om me te verzetten. Devon vloog weg met mij in zijn armen. Rafaël had mijn wonden al voor een groot deel geheeld waardoor de pijn al minder was maar het deed nog zeer.

"Devon, wat doe je?" vroeg ik.

"Weet ik niet..." antwoordde hij. "Wat doe ik eigenlijk?" vroeg hij zichzelf. Hij schudde zijn hoofd en keek achter zich. Onze families. Hij zuchtte en vloog door. Ik sloot mijn ogen en voelde zijn sterke armen om me heen. Ik voelde me veilig, wat heel raar was, als je je bedenkt dat ik in de armen van een duivel lag die nog geen tien minuten geleden me bijna had vermoord. Ik opende mijn ogen en zag dat hij naar me keek, een frons op zijn gezicht. In een reflex liet ik mijn vingers over zijn frons glijden. Hij ontspande zijn gezicht en glimlachte zacht.

"Devon," bracht ik fluisterend uit.

"Nee, sst. Ik breng je ergens veilig." fluisterde hij terug. En ik geloofde hem.

~

- FEATHER (JAAA )-

Ik duwde een van de duivels van me af. Met een klap viel hij op de grond. Zijn ogen rolden naar de achterkant van zijn hoofd. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond. Ik was hier niet voor gemaakt. Ik draaide mijn hoofd en slaakte een gil. Devon boorde zijn hoorns in Sloane's borst.

"Sloane!" gilde ik. Zo snel als ik kon vloog ik naar haar toe. "Oh, Sloane!" Ik drukte mijn handen op haar borst. Sloane sloot haar ogen, haar adem bibberig. Ik keek op naar Devon, die een paar meter achteruit was gevlogen. Hij keek geschrokken en wendde zijn gezicht af. Ik voelde Sloane's koude handen op mijn borst, zachtjes duwde ze me weg. Wij geven niet op. Ze knikte naar me. Tranen brandden in mijn ogen. Ik bewoog me naar voren en gaf haar een kus op haar voorhoofd. Ik gebaarde naar Rafaël om te komen. Hij gaf me een klopje op mijn schouder. Ik vloog terug naar het strijdveld en knikte lichtjes naar Gioya. De strijd moest doorgaan. Alsof er niks was gebeurd stortte iedereen zich weer op elkaar. Een duivel vloog op me af en ik bereidde me voor op de klap. Samen rolden we over de grond. Ik kreunde door de impact maar sloeg hem meteen van me af. Ik had één doel: ontwijk de hoorns. Mijn vleugels klapte in zijn gezicht en ik gaf hem nog een harde trap.

"Ga van haar af!" Ik draaide mijn hoofd naar het geluid. Rafaël lag op de grond. Devon tilde Sloane op en steeg op.

"Mam!" gilde ik. Niemand had aandacht voor mij. Ik rende naar mijn moeder en wees in de lucht. Nergens waren ze te bekennen. Ik draaide mijn hoofd. Nee.

"Mam, ze zijn weg!" Ik viel op mijn knieën en schreeuwde het uit terwijl de strijd gewoon verder ging achter mij.

~

- DEVON -

Ik keek naar het meisje dat in mijn arme lag. Sloane haalde rustig adem, misschien iets te rustig. Ik maakte me zorgen om haar. En ik werd overspoeld door schuldgevoel. Al sinds weken had ik me niet meer zo gevoeld. Vreselijk voelde het.
Nadat ik uren had gevlogen, was ik gestopt op een wolk. We dreven langzaam verder en zo kon ik even mijn krachten sparen.
Ik keek naar de wonden op haar borst. Haar prachtige witte jurk was besmeurd met bloed. Haar bloed. Mijn schuld. Ik sloot mijn ogen om het niet aan te zien. Waarom? Waarom redde ik haar? Waarom voelde ik plots niet meer de drang om haar dood te hebben? Waarom voelde ik me zo aangetrokken tot haar? Waarom, waarom, waarom? Honderden vragen vlogen door mijn hoofd, ik kreeg er hoofdpijn van. Ik tilde Sloane voorzichtig op en legde haar neer op de wolk. Toen ging ik naast haar liggen en sloeg mijn armen beschermend om haar heen.

~

"Hello, sir?" Ik schrok wakker en keek naar de vrouw die voor me stond. Sloane en ik lagen op de grond. Om ons heen was overal mist. De wolk was gezakt en had ons meegenomen.

"Um, hoi." sprak ik. De vrouw keek me niet begrijpend aan.

"Sorry, what did you say?" vroeg ze.

"I'm sorry, nothing. Where are we?" vroeg ik haar.

"London... Why?" Ik schudde mijn hoofd, pakte Sloane vast en liep weg. De vrouw bleef me verbaasd aankijken maar ik negeerde haar.

"Devon." Sloane's prachtige stem vulde mijn oren.

"Hey."

"Waar zijn we?" vroeg ze me.

"Londen." antwoordde ik. Haar ogen werden groot. Grinnikend keek ik naar haar.

"We kunnen hier niet blijven, Devon. Hier is het zo druk. En in Londen krioelt het van de duivels." sprak Sloane.

"Je staat voor een duivel."

"Precies. En kijk wat één duivel kan aanrichten. Laat staan duizend." Auw. Dat deed pijn. Maar ze had gelijk, natuurlijk.

"Waar wilt u heen, mevrouw?" vroeg ik haar. Ze giechelde terwijl ze haar schouders ophaalde.

"Naar huis..." fluisterde ze.

"Nee. Nog niet. Misschien wel nooit."

"Wat? Waarom niet?" verbaasd keek ze me aan.

"Omdat je dan vlucht, voor mij. En dat, dat kan niet!" schreeuwde ik.

"Devon," ze pakte mijn hoofd vast in haar handen, "dat zou ik nooit doen." En ik geloofde haar, haar ogen vol liefde. En ik kon het gewoon niet laten. Ik pakte haar hoofd vast en boog naar voren.




Mijn lippen raakten zachtjes de hare.

The devil of the angels (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu