39 - Anders dan toen

432 36 27
                                    

-KAEL-

De zon verwarmde mijn koude, bleke huid. Mijn ogen moesten even wennen aan de felle stralen. Als bescherming hield ik mijn hand voor mijn ogen. De deur viel achter mij in het slot.

Nadat ik jaren was opgesloten in een ijskast van één vierkantenmeter leek dit stukje grond, waar ik me op bevond, reusachtig. Dat was het niet, ik wist immers veel van de aarde af, maar zo voelde het wel.

Mijn longen vulden zich met frisse lucht. Het leek alsof ik jaren niet meer had ademgehaald en dit mijn eerste teugje lucht was.

Ik twijfelde over wat ik als eerste moest gaan doen. Ik wilde mijn vrouw weer zien, maar ik wist dat ik Sloane ook moest beschermen. Ik kon haar natuurlijk gaan zoeken, de wereld is alleen zou groot. Ik zou niet waar ik moest beginnen, dus besloot ik maar naar de enige plek te gaan die ik wist; de hemel.


Veel energie had ik niet, daardoor verliep de reis naar de hemel ook wat moeizamer dan ik had gehoopt. Helaas stond er ook nog een gemene wind die me af en toe een beetje liet afdrijven.

Tussen de wolken door zag ik dat ik de hemel naderde en de zenuwen gierden door mijn lichaam. Ik weet niet precies waarom ik bang was, misschien om mijn familie en vrienden weer te zien. Zouden ze me herkennen?

De poort was groter dan ik me kon herinneren. Alles was eerlijk gezegd anders dan ik me kon herinneren. Sinds wanneer had de hemel een bel? Lichtelijk verbaasd drukte ik het knopje in. Een blije melodie vulde de lucht en werd meegenomen door de wind.

De poort opende zich en een engel keek me met zijn stralend witte tanden aan. "Hallo! Wat kan ik voor je doen?" zei hij.

Het was net alsof hij het doodnormaal vond dat er ineens iemand voor de deur stond. Al had ik natuurlijk wel vleugels. "Uhm-" begon ik, "ik wil graag naar binnen?"

"Ah ja?" hij keek me een beetje verbaasd aan. "Ik ken u niet, eerlijk gezegd..."

"Natuurlijk niet..." fluisterde ik, iets wat geërgerd. "Ik ben Kael? Kent u me dan wel?"

De jongen keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Kael?" hij lachte nerveus. "Natuurlijk, kom binnen." Hij hield zijn handen met een verwelkomd gebaar open.

Ik stapte over de drempel. De lucht hier voelde vertrouwd aan, hiervoor had ik nooit geweten dat dat kon... Ik liet de jongen achter bij de poort, hij moest die blijkbaar bewaken, nog iets nieuws en vervolgde mijn weg naar de grote zaal.

Niemand keek echt op, het was nou ook niet echt speciaal dat er een engel door de zaal liep. Mijn ogen scanden de grote menigte, maar ze herkende geen Liv of Feather.

Mijn voetstappen galmden door de witte gangen. Honderden namen las ik, maar nergens stond Liv's of Feather's naam, terwijl ik durfde te zweren dat ze in deze gang woonden. Dat wij daar woonden. De eerste bekende naam die ik tegenkwam was die van Kylian, Sloane's meester. Ik aarzelde niet en klopte op de deur.

"Ja?!" riep de man.

Ik opende de deur op een kier, zodat hij me nog niet kon zien en vroeg; "Waar is de kamer van Liv ook al weer?"

"Liv? Uh, de vijfde gang vanaf de zaal, kamer twintig."

"O, ja, natuurlijk. Bedankt!"

"Tja.. geen probleem?" Kylian klonk wat aarzelend. Snel duwde ik de deur dicht en rende naar de vijfde gang.

De vijfde gang had de mooiste kamers en ik vroeg me af wanneer ze daar naar toe was verhuisd. Half struikelend stopte ik voor de deur. Mijn vuist bonkte hard op het hout.

"Liv!?" schreeuwde ik.

----------------------------------------------------------------------------------------
Kort hoofdstuk, maar ik wilde het hier stoppen...

Bedankt voor het lezen en vergeet niet te stemmen!

Weinig Sloane hoofdstukken, maar dat is wel goed, right? Merken jullie btw dat ik echt heeeeeeeeel slecht ben in namen voor hoofdstukken te bedenken, lol.

xxx

The devil of the angels (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu