11 - Wij

884 56 2
                                    

- SLOANE -

Zijn zachte lippen raakten de mijne. Zijn lippen waar ik al weken naar keek. Waar ik al weken lang naar verlangde. Ik zuchtte zachtjes tegen zijn lippen aan. Hij liet mijn lippen los en glimlachte.

"Dat had ik eerder moeten doen, niet waar?" vroeg hij. Ik knikte snel mijn hoofd waardoor Devon harder begon te lachen.

"Devon," begon ik, "we moeten weg."

"Ja, natuurlijk. Maar waarheen?"

"Parijs!" grijnzend keek ik hem aan.

"Parijs?" herhaalde hij.

"Oui, oui! Je bent toch zo goed in Frans. Jeetje, we hebben al veel school gemist!" ratelde ik.

"Oké, Parijs... Here we come!"

"Dat is Engels."

"Ik was toch zo goed in Frans." zei hij sarcastisch, "Uh, Engels, wacht?"

Ik lachte Devon uit maar stopte toen ik een steek voelde op mijn borst. Een kreun ontsnapte uit mijn mond.

"Slo, alles goed?" vroeg Devon bezorgd.

"Nee," stamelde ik, "mijn wonden."

Devon keek geschrokken naar mijn wonden, terwijl ik schamend mijn hoofd weg draaide.

"Ik, uhm, wat kan ik doen?" vroeg hij. Ik staarde naar de twee rode wonden op mijn borst. Aan de randen waren al korstjes ontstaan maar in het midden zag het er angstaanjagend uit.

"Is hier ergens een drogist?" vroeg ik, "We moeten het ontsmetten en verbinden." Mijn medische kennis was minimaal, maar dat leek me een redelijk goed idee. Ik maakte me lichtelijk zorgen omdat we in Londen waren, maar het moest.

"Vast wel."

~

Devon en ik liepen hand in hand door de straten. Een grote glimlach op mijn gezicht geplakt. Ik voelde me zo normaal. Gewoon een stelletje. Maar waren we dat wel? Gisteren vermoordde hij me bijna, ontvoerde hij me en vandaag? Vandaag zoende hij me. Ik weet niet of ik hem heb vergeven voor wat hij gisteren deed.

"Hier is een drogist." haalde Devon me uit mijn gedachten.

"Mooi!" zei ik. Devon en ik liepen naar binnen en pakten de spullen die we nodig hadden.

"Dat wordt dan zeventien euro twintig." vertelde de caissière ons. Devon en ik keken elkaar aan. Oeps. Devon glimlachte naar de vrouw en keek mij kort aan. Hij gebaarde naar de spullen. Ik liep ernaartoe en pakte ze in.

"Sorry hoor, even zoeken..." zei Devon tegen de vrouw. Ze keek ons ongeduldig aan. En toen renden we. Ik vervloekte het dat we onze vleugels niet konden gebruiken, want dat zou een te groot risico zijn.

"Devon," hijgde ik tijdens het rennen, "ik heb eigenlijk ook nieuwe kleren nodig."
Devon kreunde.

"Meisjes en kleren..." zuchtte hij.

"Nee, Devon. Het bloed." stamelde ik.

"Oja, tuurlijk!! Hier in." riep hij.

"Ze hebben niks wit. Wit? Wit, halloooo?" zei ik geïrriteerd.

"Deze is mooi..." Devon hield een zwarte jurk vast. Hij was inderdaad prachtig. Maar de kleur...

"Ja, is goed.We moeten hier weg!" besloot ik vlug. En weer renden we zo hard als we konden.

~

"Devon, draai je om." zei ik hem. Devon gaf geen kik en keek me grijnzend aan. "Alsjeblieft?" Met een zucht draaide hij zich om. Ik trok de witte jurk met de bloedvlekken uit en deed mijn nieuwe zwarte jurk aan. Hij zat als gegoten. Ik keek in de spiegel. De jurk was echt mooi.

"Pfooee! Goede keus van mij..."

"Devon!!"

"Hey, rustig. Ik heb niks gezien!" Twijfelend keek ik hem aan. Ik was een engel en mijn lichaam was dus redelijk perfect. Maar toch was ik onzeker. Nog nooit had ik me zo gevoeld. Ik voelde me kwetsbaar.

"Laten we gaan." zei Devon. We stonden in een huis, geen idee van wie het was. Ik knikte mijn hoofd, dat was een goed idee.

"Naar Parijs?" Smekend keek ik hem aan. Devon zuchtte en draaide met zijn ogen.

"Jij je zin."

The devil of the angels (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu