29 - Het boek

575 40 1
                                    




- DEVON -

Fierse ogen staarden ons aan. "Aangenaam, ik ben Sloane."

Ik kon een kleine lach niet onderdrukken, maar kreeg een lichte klap van mijn vader op mijn schouder.

"Aangenaam, Sloane. Ik ben Naud Swart." Mijn vader gaf Sloane een stevige handdruk. Sloanes ogen werden weer wat donkerder bij de aanraking.

"Hallo Sloane. Caroline." Mijn moeder gaf Sloane ook een hand, maar gaf haar daarna weer een knuffel. "Het spijt me dat je je familie niet meer kan zien."

Sloane sloeg haar ogen even neer, maar knikte toen. "Het is goed." Ze keek mij aan en glimlachte toen. Ik liep op haar af en sloeg mijn arm om haar schouder.

Mijn vaders wenkbrauwen trokken zich naar elkaar. Ik wist dat hij dacht aan toen, aan toen mijn vader was verbannen en mijn moeder voor hem had gekozen. Sloane had voor mij gekozen en nu was ze verbannen. Ze kon haar familie nooit meer zien en ook al zei ze dat het niet mijn schuld was, dat was het eigenlijk wel. Ik wist niet wat ik kon doen om het goed te maken, zoiets kon je niet goed maken.

"Devon, geef je Sloane even wat te drinken." Mijn moeder gaf me een licht duwtje richting de keuken. Ik knikte en opende de koelkast.

- SLOANE -

"Kan ik je even spreken? Alleen?" fluisterde Devons moeder in mijn oor. Lichtelijk verbaasd keek ik haar aan, maar haalde daarna mijn schouders op. Waarom ook niet.

Ze liep voor me de ging in en daarna de trap op. Boven gekomen ging ze een kamer binnen waar ik nog niet was geweest. Het had een hele andere sfeer dan de rest van het huis. Er was geen roze te bekennen maar er was ook niet te veel zwart. Ik voelde me er wel prettig.

Grote boekenkasten sierden de witte muren. De kasten waren van een donkerkleurig hout gemaakt, wat de kamer een beetje een duistere uitstraling gaf. Verder stond er in het midden van de kamer een crèmekleurige bank van een paar meter lang. Aan de andere kant van de kamer hingen honderden fotolijstjes in zwart-wit.

Ik liep er een beetje naar toe en bekeek de foto's. Ik zag Naud en Caroline toen ze wat jonger waren. Op een paar foto's waren hun hoorns en vleugels uit en ik vroeg me af of hier ooit mensen binnenkwamen... Verder waren er vooral foto's van Devon. Van toen hij een baby was tot aan ongeveer een half jaar terug.

Na de foto's te hebben bekeken draaide ik me om naar Caroline. Verwachtingsvol keek ik haar aan.

"Dit is de kamer waar we het meeste zijn." begon ze, "De rest houden we roze, we willen niet te veel aandacht trekken."

"Nou, de gordijnen trekken anders redelijk wat aandacht!"

Caroline lachte en knikte met haar hoofd. "Ach, beter dan alles zwart."

"Misschien wel, ja." stemde ik in.

"Onze verhalen lijken wel een beetje op elkaar."

"Verhalen?" vroeg ik haar. Caroline nam plaats op de bank en ik ging naast haar zitten.

"Levensverhalen."

"Oh. Hoezo dan?"

"Naud was verbannen door God." begon ze, "Ik had de keus of ik met hem mee ging en dus ook werd verbannen of dat ik in de hemel bleef, maar dan kon ik Naud dus niet meer zien."

"Ja... Ik mocht Devon eigenlijk ook niet meer zien." Ik sloeg mijn ogen neer.

"Maar je hebt het toch gedaan."

"Ik hou van hem." Mijn wangen kleurden rood. "Misschien wel evenveel als mijn familie."

"Dat is mooi, Sloane." Ze glimlachte naar me.

The devil of the angels (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu