13 - Vergeef me

809 53 4
                                    

- SLOANE -

Met een plof liet ik me op het bed vallen in onze hotelkamer. Ik giechelde hardop. Devon keek me gek aan. Wat? leek hij te vragen. Ik schudde mijn hoofd. Een tijdje bleef ik staren naar het plafond. Ik maakte me zorgen om Feather, Enza en natuurlijk mijn moeder.

"Moet ik niet proberen contact op te nemen met mijn moeder?" vroeg ik Devon.

"Nee. Absoluut niet. Dat zou alles verpesten."

"Maar Devon, ze maken zich vast ongerust."

"Jammer dan. Wij weten dat het goed met je gaat!"

"Oh! Is dat zo? Geloof ik heb ik hier twee grote wonden zitten die aan het ontsteken zijn. En dat is jouw schuld!" schreeuwde ik terwijl ik naar mijn wonden wees. Devon fronsten zijn wenkbrauwen. "Ik zou bang voor je moeten zijn! Hoe weet ik dat je dit allemaal meent? Hè?"

"Weet ik niet! Ik weet niet of ik dit meen! Ik wil dit niet."

"Wat?" fluisterde ik. "Wat wil je niet?"

"Ons. Ons wil ik niet! Ik kan dat niet! Het hoort niet, Slo..."

"Noem me niet zo!" schreeuwde ik. Gefrustreerd draaide ik mijn hoofd weg. "Ik wil het wel."

"Ik hou van je, Sloane, echt. Het voelt gewoon niet goed!"

"Ben je boos?" vroeg ik hem. Het zou wat zijn als ik dadelijk nog twee gaten in mijn borst had zitten.

"Ja! Nee!! Ik weet het niet!" Hij haalde zijn handen door zijn haar. "Ik ben boos omdat ik van je houd!"

Ik liet mijn adem los en een warm tintelend gevoel verspreidde zich door mijn lichaam.

"Devon, kijk me aan." Devon draaide zijn gezicht en keek me aan. Rode plekken, van schaamte, hadden zich op zijn wangen verspreid.

"Ik hou van je."

Devon schudde lichtjes zijn hoofd.

"Jawel. Ik hou van je." zei ik nog een keer.

"Hoe? Hoe kun je van me houden? Na alles wat ik heb gedaan?" fluisterde hij.

"Vergeven, Devon. Het zit in mijn aard."

Devon sloot me in zijn armen. Ik voelde zijn sterke lichaam tegen me aangedrukt en sloot mijn ogen. Onze lichamen verwarmden elkaar. Ik had me nog nooit zo fijn gevoeld. Ik voelde Devons ogen op me brandden en keek weer op.

"Je bent zo mooi." fluisterde hij in mijn oor. Ik giechelde licht.

Langzaam boog hij naar voren en de vlinders in mijn buik klapten harder en harder.

"Mag ik?" vroeg hij een centimeter van mijn lippen vandaan.

"Alsjeblieft." zuchtte ik tegen zijn lippen.

~

Na een tijdje lieten we elkaar los. Ik streelde met mijn vingers over zijn lippen.

"Wil je iets doen?" vroeg Devon.

"Ik wil naar de Eiffeltoren!" riep ik uit.

"Lekker cliché, huh?"

"Lekker cliché? Romantisch zul je bedoelen." grijnzend keek ik hem aan.

"Vooruit dan maar, engeltje van me." Nu was hij aan de beurt om mij grijnzend aan te kijken.

"Zei je niet net iets over cliché?"

~

"Zo spectaculair vind ik het niet." zei Devon. We zaten samen op een bankje te kijken naar de Eiffeltoren.

"Iedereen zo zijn mening." zei ik, "Zullen we maar iets gaan eten dan?"

"Oui!"

"Daar is wel een leuk restaurantje." Ik wees naar een restaurant aan het eind van de straat.

"Als ik er maar iets kan eten..."

Samen liepen we naar het restaurantje. Toen we binnenkwamen kreeg ik een gek gevoel, ook Devon keek me verward aan. Ik haalde mijn schouders op.

"Deux personnes, s'il vous plaît." vertelde ik de ober. Hij knikte en leidde ons naar een tafeltje achterin. Devon en ik bestelden meteen drinken en eten.

"Hey, is het goed als ik nog even naar de wc ga?" Devon keek me vragend aan.

"Tuurlijk, ik wacht wel." Devon stond op en liep door de deur waar 'toilettes' op stond. Het gekke gevoel was niet meer weggegaan sinds dat ik hier was. En het werd op dit moment alleen maar sterker.

Plotseling stonden twee engelen voor mijn neus.

"Sloane?" vroeg de een. Ik herkende hem. Een goede vriend van Gioya. Ik slikte.

"Ja?"

"Je moet onmiddellijk met ons meekomen." vervolgde de andere.

"Wat? Nee?" De vriend van Gioya knikte naar de ander en samen tilden ze me op. Niemand in het restaurant leek het op te merken. Via een achterdeur verlieten we het restaurant.

"Wat willen jullie met me!" schreeuwde ik.

"Bevel van de raad."

Samen stegen ze op, nog steeds met mij in hun armen.

"Jullie weten dat ik zelf ook vleugels heb, toch?" zei ik geïrriteerd. Ik sloeg mijn vleugels uit in de hoop dat ze me los zouden laten.

"Laat me los!" gilde ik. De mannen keken elkaar aan. Hun handen lieten mijn armen los en ik zakte naar beneden. Mijn vleugels werkten niet. Een gil ontsnapte uit mijn mond. De mannen vlogen een eind naar beneden en pakten me weer vast.

"Middeltje in je ontbijt." De vriend van Gioya glimlachte licht.

~

"Samenzwering met een duivel, Sloane. Daar staat verbanning uit de hemel voor." zei Gioya. Alle engelen waren bijeengekomen. Bijeengekomen voor mij. Samenzwering met een duivel. Puh.

"Door de raad, toch?" vroeg ik hem.

"Door God. Al is dat Zijn beslissing. Laat ik zeggen dat Hij het nog nooit door de vingers heeft gezien."

"Maar ik heb niks gedaan!" schreeuwde ik. "Ik ben degenen die is ontvoerd!"

"De mannen die je hebben opgehaald zeggen anders dat jullie het redelijk naar jullie zin hadden."

"Ik heb hem ontmoet toen hij nog niet getransformeerd was. Ik heb, had, gevoelens voor hem." vertelde ik Gioya.

"Maar als ik je zou vragen hem nooit meer te zien of te spreken, zou je het daar dan mee eens zijn?" Gioya keek me vragend aan. Ik zocht naar woorden, maar vond er geen. Zou ik dat kunnen. Zou ik Devon nooit meer kunnen zien? Een brok vormde zich in mijn keel. Gefrustreerd haalde ik mijn schouders op.

"Weet ik niet..."

"De keus is aan jou. Je ziet die jongen nooit meer of je zal voor altijd worden verbannen uit de hemel!"

Geroezemoes klonk door de zaal, maar dat deed me niks. Mijn moeder en Feather, zij zorgden ervoor dat ik op mijn knieën viel en uitbarstte in tranen.

The devil of the angels (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu