Hoofdstuk 14.

228 15 43
                                    

Enzo

Ik maak de deur aan de kant waar Lindy zit open. Even blijf ik een paar tellen naar haar kijken. Ik zucht even. 'Lindy, wakker worden.' Zeg ik. Natuurlijk reageert ze niet gelijk.

'Lindy, wakker worden.' Probeer ik nog een keer. 'Mmm, laat me slapen.' Mompelt ze zachtjes, ik versta het net. Ik lach. 'We zijn bij m'n neef.' Vertel ik haar tenslotte. Ze wrijft in haar ogen en moeizaam opent ze haar ogen. Ze kijkt me duf aan.

'Oh,' stamelt ze, en wrijft nogmaals met haar handen in haar ogen, terwijl ze geeuwt. Weer lach ik. 'Wat?' Vraagt ze lachend. Ik schudt mijn hoofd. 'Niks.'

Ze tuurt met een moe gezicht naar buiten. 'Waar zijn we man?' Vraagt ze verward. 'Bij m'n neef toch.' Zeg ik. Ze rolt haar ogen. 'Zijn we in Bourgondië?' Vraagt ze. Ik knik. 'Klopt.' Nu knikt zij.

Als ze uit de auto wilt stappen, zet ik een stap opzij. Ze loopt naar de trailer. 'Waar is Festero?' Vraagt ze bezorgd. Ik lach en ga vlak tegen haar aan staan. Ik pak haar beide handen vast en kijk diep in haar ogen. 'Vertrouw je me nou niet?' Vraag ik haar. 

Ze is even stil. 'Wel, gewoon...' Ze zegt niks meer. 'Je vertrouwt m'n neef niet?' Gok ik. Ze haalt haar schouders op. 'Ik mag toch wel weten waar Festero is?' Vraagt ze, mijn vraag negerend. Ik knik. 'Natuurlijk mag dat.'

'Dus? Waar is hij?' Zeurt ze, ze wikkelt zich los van mijn greep. 'Peter heeft hem naar zijn stal gebracht.' Vertel ik haar. Ze kijkt me plots grijnzend aan. 'Peter?' Vraagt ze lachend. Ik knik. 'Ja, dat is zijn naam.' Ze lacht. 'Mooie naam,' zegt ze, nog steeds is de grijns op haar gezicht te zien. Dan grijns ik.

'Vertel hem dat maar persoonlijk.' Ik knik naar de richting achter Lindy. Ze fronst naar me, maar uiteindelijk draait ze zich om. Peter grijnst even naar mij en zet dan een stap dichter naar Lindy toe. Lindy staat stokstijf tegenover hem. Ik lach inwendig.

Lindy

'Ik ben inderdaad Peter,' hij steekt zijn hand uit. Ik steek ook mijn hand uit en uiteindelijk schudden we elkaar de hand. 'De knappe van de familie.' Hij knipoogt. Ik glimlach verlegen. 'Lindy,' vertel ik mijn naam. Peter knikt glimlachend.

'Zo kan het wel weer.' Enzo duwt Peter aan de kant. Maar, het had niet veel zin. Peter staat nog steeds op zijn plek waar hij stond. 'Zo,' Peter grijnst. 'Was ik bijna gevallen.' Ik begin spontaan te lachen.

Enzo kijkt mij niet begrijpend aan. Ik lach gewoon door.

'Was dat zo grappig?' Vraagt Enzo mokkend. Ik haal mijn schouders op. 'Oh ja Lindy,' ik kijk Peter afwachtend aan. 'Ik ben ook nog eens de grappige en de sterke.' Hij grijnst.

'Voor een mier, ben je wel erg sterk ja.'

Hij kucht. 'Pardon, ik ben een rendier.' Ik rol mijn ogen. 'Ik háát rendieren.' Spreek ik duidelijk uit. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes. '1 april.' Grap ik. 'Oh, je houdt wel van rendieren?' Opnieuw grijnst hij. Ik zwijg even. 'Misschien, misschien niet.' Nu ben ik degene die grijnst.

'Waar staat Festero?' Verander ik van onderwerp. 'Moet ik de stallen laten zien?' Vraagt Peter. Ik knik met een glimlach. 'Ik ga mee, ik ben hier ook al heel lang niet geweest.' Peter en ik knikken. Peter schijnt weer met zijn mobiel. En Enzo en ik lopen achter Peter aan.

'Ja, dus hier zijn de stallen.' Ik kan nog net in het donker zien, dat hij in zijn nek krabt. Hij ziet er plots zenuwachtig uit. Enzo en ik knikken zwijgend. Ook al ziet Peter daar niks van. 'Sorry voor de rommel,' biedt hij zijn excuses aa, terwijl hij met zijn mobiel van de ene plek naar de andere schijnt. 'Geeft niet.' Antwoord Enzo.

Festero 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu