Lindy
Met grote ogen kijk ik hem aan.
'Wat? H-hoe? Waarom, wacht wat?' Stotter ik. Uit mijn woorden komen lukt momenteel niet. Enzo is vroeger bijna vermoord?
Een traan -de eerste die ik zie, sinds ik Peter ken- , rolt naar beneden. Snel veegt hij de traan van zijn wang weg. 'Fuck, ik ga niet huilen.' Mompelt hij, eerder tegen zichzelf. 'Dat mag je wel,' zeg ik net verstaanbaar.
Peter kijkt me bedroefd aan, en zonder twijfels open ik mijn armen. Peter slaakt een diepe zucht en maakt zijn gordel los. Daarna, sla ik mijn armen om hem heen en druk ik hem dicht tegen me aan.
'Waarom?' Vraag ik hem, terwijl ik hem gerust stel door mijn hand liefkozend over zijn rug te wrijven. 'Maarten', sprak Peter stotterend uit. 'Hij kent mij, ook van vroeger.' Zegt hij. Hij wurmt zich uit mijn greep, en kijkt me weer aan.
'Ik nam Enzo mee. Naar verkeerde, gevaarlijke plekken. En door mij kwam hij oog in oog te staan met Maarten. Daarna, heb ik hem verboden daar ooit nog opnieuw te komen. En ik heb trouwens geen idee of Maarten hem nog herkent.' Zegt Peter in éen stuk door. Even laat ik zijn woorden bezinken.
'Wacht, verkeerde, gevaarlijke plekken? Waarom?' Vraag ik.
Peter likt kort over zijn droge lippen. 'Dat is een lang verhaal.' Zegt hij. Ik kijk hem geïrriteerd aan. 'Ik wil het weten,' eis ik hem. Hij zucht, en schudt daarna zijn hoofd.
'Het is iets waar ik spijt van heb. Ik had het mijn eigen neefje nooit aan moeten doen. Ik had hem geen slechte dingen moeten leren',
'Enzo is een goed mens,' zeg ik fluisterend. Peter knikt zwijgend. 'Ja, dat weet ik. Maar, hij is zo slim geweest om van mij en de hele familie afstand te nemen. Behalve, Adri en Cindy dan. Daardoor, is hij weer de oude geworden.' Zegt Peter. Alle informatie, verhalen blijven binnen stromen.
'Maar, hij belde je. Hij gaat hier, naar jou, toch niet naartoe als hij ruzie met je heeft?' Vraag ik. Peter glimlacht. 'Na een tijdje hebben we het weer goed gemaakt. We beseffen, elke dag nog, dat Enzo en ik elkaar vroeger heel vaak nodig hadden. Ook al hebben we een nare periode gehad met elkaar.'
Nu glimlach ik ook.
Maar, na enkele secondes verdwijnt de lach van Peter weer. En, die van mij dan ook snel. 'Maar, Enzo zal je alles nog wel een keer vertellen. Misschien, dat ik er ook bij ben. Maar, dat ligt aan Enzo. Wat hij fijner vindt.'
Ik knik begrijpend. Peter gaat weer goed achter het stuur zitten en doet zijn gordel weer om. Het is hier ook zo stil, dat er geen enkele auto toeterend achter ons staat, omdat we midden op het kruispunt staan.
Peter slaakt een zucht. 'We gaan,' zegt hij, en hij lijkt behoorlijk zijn twijfels te hebben. Maar, ik ben blij dat hij het toch doet. Glimlachend staar ik naar Peter, terwijl hij weer verder rijdt.
*
De auto komt tot stilstand. Ik kijk vanuit de auto naar buiten. Verbaasd kijk ik naar Peter. Als hij merkt dat ik naar hem kijk, draait hij zijn blik naar mij. 'Wat is er mis met deze plek?' Vraag ik. De plek ziet er namelijk netjes en normaal uit. Even blijft Peter een moment stil.
'Veel', is het enige wat hij zegt en stapt vervolgens de auto uit. Ik frons, en stap na enkele seconden dan ook de auto uit. 'Peter,' probeer ik zijn aandacht te trekken, als hij richting een stuk bos loopt, naast het terrein.
Hij zegt niks, en loopt stug door.
Ik ren achter hem aan. Als ik naast hem loop, keert hij zijn rug naar me toe. 'Wat is er?' Vraag ik bezorgd. Weer negeert hij mijn woorden. Ik pak zijn schouder beet, en ga voor hem staan. Hij wil weer zijn rug naar me toe keren, maar ik houd hem tegen.
Hij staart naar de grond. 'Peter, alsjeblieft.' Smeek ik. Langzaam heft hij zijn hoofd weer omhoog. Ik kijk in zijn bruine ogen.
'W-waarom, huil je?' Vraag ik, en pak zijn beide handen vast. Hij ontwijkt mijn blik weer. Gelukkig laat hij mijn handen in de zijne toe.
'Ik voel het,' zegt hij, zijn stem trilt. 'Wat voel je?' Vraag ik gelijk. 'Dat Enzo hier is,' zegt hij. Ik veeg zijn tranen weg. 'Toch goed?' Vraag ik, ik glimlach. Lachen, doet Peter niet terug. 'We zorgen ervoor dat Enzo vrij komt. En Spirit ook.' Probeer ik hem op te peppen.
Hij duwt me zachtjes aan de kant. Met een teleurgesteld gevoel kijk ik toe hoe hij richting de auto loopt. 'Peter!' Roep ik.
Hij stopt met lopen. Abrupt hol ik naar hem toe. Puffend sta ik uiteindelijk voor hem. Zonder enige emotie kijkt hij me aan.
'Waarom-' begin ik.
Maar, dan drukt hij zijn lippen op de mijne.
Enzo
Maarten schudt wild zijn hoofd heen en weer. 'Het zal wel,' bromt hij. Maarten pakt me weer stevig vast en hijst me omhoog. Zijn ogen, die vol agressie staan, kijken me aan. 'Nou, je hebt al genoeg tijd verspilt, nu aan de slag. Je hebt er meer dan één te doden.' Zegt hij met een grijns. Hij duwt me weer voor het paard neer.
Kippenvel raast over mijn huid, als het paard mij aan kijkt. Ik bekijk zijn lichaam, en wonden zijn overal te zien. Een man duwt weer een wapen in mijn hand.
Ik richt mijn wapen op het borst van het paard. Mijn hele arm begint hevig te trillen.
'Ja, kom op. Wen er maar aan.' Hoor ik Maarten geïrriteerd zeggen. Woede borrelt weer naar boven. Plots voel ik een hand op mijn schouders, waardoor ik schrik.
'Ik zie wat je denkt. Je wilt Maarten doden met dat geweer in je hand. Maar, dat dacht ik niet.' Fluistert een hese stem tegen mijn oor. Ik huiver.
'Ik ga achter hem staan,' hoor ik dezelfde stem nu vanachter mij. Ik zie Maarten knikken. 'Voordat, je je wapen op Maarten hebt gericht, heb ik je allang geraakt. Dus waag het maar niet, eikel.' Gaat de man verder.
Bedenk iets Enzo. Nu!
Ik houd het wapen nog steeds op het borst van het paard gericht. 'Als ik hem neerschiet, krijg ik dan even pauze? De rest doe ik allemaal achter elkaar.' Zeg ik. Maarten begint breed te glimlachen. 'Ja, als je je daar aan houdt.' Zegt hij, hij kijkt me waarschuwend aan. 'Veel keuze heb ik niet hè?' Kaatst ik terug. Maarten negeert mijn opmerking en laat duidelijk merken dat ik moet opschieten.
Opnieuw kijk ik de ogen van het paard.
Ik knijp mijn ogen dicht. Haal de trekker over. En schiet.
Na enkele seconden open ik langzaam mijn ogen en kijk ik toe, met een steek in mijn hart, hoe het paard langzaam op de grond zakt, en hoe hij langzaam de dood vindt.
Ik schrik op uit mijn gedachtes, als ik een klap op mijn schouderblad voel. Ik kijk recht in de ogen van Maarten. Met een vieze grijns kijkt hij me aan.
Dan komen er nog twee mannen binnen. Maarten, en die vier mannen verwijderen het levenloze paard uit de ruimte.
En op dat moment ben ik alleen.
Als ik besef dat ik alleen ben, stop ik abrupt het wapen in mijn broekzak en vlucht de ruimte uit. Ik ren langs de stallen. Mijn hart bonkt in mijn keel.
Al snel sta ik buiten, op het terrein. Buiten adem kijk ik om me heen. Ik kijk naar rechts. Naar voren. Dan naar mijn linkerkant. Ik zie verderop twee gestaltes staan. Een meisje en een jongen. Verder, zie ik hun gezichten niet.
Opgelucht haal ik adem. Misschien, dat zij mij willen helpen. Ik hol erop af.
Na ongeveer honderd meter, stop ik.
Het zijn de blonde haren van Lindy. De bruine haren van Peter.
En hun lippen zijn op elkaar gedrukt.
---
#ikleefmetEnzomee

JE LEEST
Festero 3
MaceraHet besluit is genomen. Lindy gaat met Enzo mee. Met enkel een auto, trailer en samen met Festero beginnen ze hun reis. Ze laat hem dus niet stikken, maar of ze het vriendschappelijk doet of niet is nog maar de vraag. De zware en onmogelijke reis be...