Lindy
Na veel obstakels qua autorijden, ben ik toch aangekomen bij het ziekenhuis. Terwijl, Peter op mij leunt, breng ik hem naar binnen.
'Wat is er gebeurd?!' Gilt een verpleegster. Ik snik even. 'Een schotwond, alsjeblieft neem hem van me over.' Smeek ik. De verpleegster knikt vlug en roept zowat de hele verpleging naar ons toe.
Peter opent zijn ogen, terwijl ik hem voorzichtig loslaat, en hij in een ziekenhuisbed wordt gelegd. 'Lindy,' hoor ik zijn gebroken stem. 'Straks overleef ik het niet, vertel Enzo dat het me spijt. Vertel he-'
'We hebben haast,' zegt de vrouw en duwt het bed van mij vandaan. Stilletjes blijf ik staan. De ogen van Peter kijken me bedroefd aan, en als hij bijna uit mijn zicht is, zie ik nog net hoe zijn ogen langzaam dichtvallen.
'Het is beter als je naar huis gaat',
Ik schrik en kijk vervolgens in de ogen van een wat oudere arts. 'Ja,' ga ik met hem akkoord. Hij glimlacht zwakjes naar me. 'Kom, dan kan ik uw adresgegevens en telefoonnummer en of mobiele nummer registreren.' Hij knikt richting de balie. Zwijgend knik ik en loop vervolgens achter de man aan.
'Zo, bedankt. We informeren u zodra we iets weten.'
'Gaat hij dood?' Vraag ik hem. De man kijkt me even geschokt aan. 'U kunt beter naar huis gaan, jongedame. Ik kan u niks vertellen.' Zegt hij. Ik zucht zachtjes. 'U bent een arts. Weet u niet of de kans groot of klein is dat hij overlijdt?' Vraag ik, misschien wat bot. Maar, is dat een rare vraag? Hij is tenslotte een arts. Kom op, zeg.
'De kans is er dat hij overlijdt. Maar, ook niet. Het is bij iedereen verschillend, vandaar dat ik op die vraag geen goed antwoordt kan geven.' Beantwoordt hij mijn vraag, hij weet me nog een zwakke glimlach te schenken. 'U zult moeten afwachten, hoe zenuwslopend dat ook is.' Ik knik. 'Bedankt, tot ziens.' Zeg ik hem gedag. 'Geen dank, nog een fijne- uh, tot ziens.'
Net als ik naar buiten wil lopen, houdt een agent mij tegen.
'Lindy de Bruin?' De mannelijke agent kijkt mij vragend aan. 'Uhm ja,' zeg ik stamelend. 'Er is een melding geweest, dat ene Peter Rijks een schotwond heeft,' ratelt de man gehaast. 'Ja, dat klopt.' Vertel ik hem.
'Weet u waar dat is gebeurd en wie dat heeft gedaan?' Vraagt hij mij. 'Ik weet wie,' zeg ik. 'Maarten,' zeg ik zijn naam. Gelijk moet ik aan Enzo denken. Hij is daar.
De man knikt en schrijft het op een klein kladblok. 'En weet u waar?' Ik knik. 'Maar ik weet alleen waar het is, ik weet niet hoe het precies heet. Ik woon hier niet.' Leg ik de man uit.
'Thijs,' hij steekt zijn hand naar me uit. Ik schud zijn hand. Hij glimlacht. 'Zou u met mij en mijn collega naar die plek willen loodsen. Dit is erg belangrijk, ook zouden we later nog meer informatie van u willen weten.' Zegt hij. Hij stopt zijn notitieboekje weg en kijkt me daarna vragend aan, als ik nog steeds geen antwoord heb gegeven.
'Oh,' stamel ik. 'M-maar natuurlijk.'
Als ik achterin de politieauto zit, tril ik als een rietje.
'Meneer,' probeer ik de agent, Thijs, zijn aandacht te trekken. Vanuit de achteruitkijkspiegel kijkt hij me vragend aan. 'Mijn andere vriend is daar nog. Hij is gegijzeld. Maarten is een vreselijke man. Hij heeft ook paard mishandeld.' Vertel ik hem.
'Hoe weet u dat?'
'Lang verhaal, maar geloof me.'
De man knikt. 'Bedankt,' zegt hij, en richt dan zijn volle aandacht weer op de weg. En naar mijn stem, hoe ik de weg vertel.
We zijn aangekomen op het terrein. Met z'n allen stappen we uit, en lopen linea recta naar het gebouw. Ik lopen angstig achter de agenten aan. Ik ben ergens wel bang. Maar, het is wat minder als ik me besef dat er twee politieagenten bij me zijn.
'Er zijn veel, veel meer paarden.' Fluistert Thijs zachtjes. Ik frons mijn blik. 'Meer paar-...?' Ik stop met praten, als ik met grote ogen mijn omgeving scan. Overal staan paarden. En ze zien er super slecht uit.
'Meer dan één paard dus', bevestigt Thijs, hij blikt even naar mij. Ik voel mijn hart tekeer gaan. 'Ja... Blijkbaar.' Zeg ik nauwelijks hoorbaar.
Met z'n drieën lopen we in stilte verder. Ondertussen hadden de twee mannen hun geweer al in handen.
De agenten horen even later stemmen. 'Sttt,' sist de andere agent. Ook al waren we al stil. De man kijkt Thijs aan. Daarna mij. 'Het is beter als je buiten wacht, het-' zegt hij, maar ik onderbreek hem. 'Stil eens,' fluister ik. Daarna, druk ik met mijn oor tegen een deur aan.
'Het is ook zijn stem, de stem van Enzo.' Zeg ik, maar ik probeer niet te enthousiast te klinken. Straks verraad ik ons nog. De mannen knikten.
Ik zette een stap achteruit.
'We beuken tegen de deur, en schieten vervolgens.' Zei Thijs.
'Straks raak je Enzo nog,' zei ik en schudde gelijk die gedachte weg. Daar wou ik niet aan denken. Dat Peter gewond is, is al erg genoeg. 'We weten wat we doen.' Zei Thijs, vol zekerheid. Ik wou iets terug zeggen, maar besloot dat niet te doen.
Dat hoop ik maar voor je, was wat ik dacht.
Enzo
Weer werd ik dezelfde ruimte in geduwd. 'Ha, dan zie je maar. Je raakt niet zomaar van ons af, manneke.' Zei Maarten grijnzend. Hij duwde weer een pistool in mijn hand. Hij verdween weer en een moment later hoorde ik alweer het geluid van hoeven.
Ik sloot mijn ogen. Niet weer. Ik wil dit niet. Het moet stoppen. Anders heb ik een trauma voor de rest van me leven. Heb ik al, maar anders is het nog erger.
Ik opende mijn ogen weer, en zag Maarten met achter zich een paard, wat er bedroefd bij liep. Maar, dat waren alle paarden hier.
Ze zijn allemaal verloren. Ook zij hebben nu een trauma.
Het paard stond voor me. Hij keek me aan. Hij begon ineens te hinniken. Plots rolde er een traan over mijn wang, ik veegde de traan snel weg. Het paard deed me aan Spirit denken. En daardoor weer aan de tijden van vroeger.
'Mag ik hem even borstelen, maar eventjes.' Zei ik een keek Maarten hoopvol aan. Hij leek te twijfelen. 'Daarna..., daarna maak ik hem af.' Probeerde ik hem te overtuigen. Maarten pakte een borstel en gaf het uiteindelijk aan mij. Het verbaasde me überhaupt dat hij een borstel bij had.
'Maar, snel.' Zei Maarten. Ik knikte. Ik liep op het paard af. Weer begon het te hinniken. Een bescheiden glimlach vormde zich op mijn gezicht.
'Ja, ik weet het.' Zei ik zachtjes tegen het paard. Ik begon zachtjes met de borstel over zijn vieze vacht te borstelen. Hij brieste.
Na een halve minuut, leek hij het beu te zijn. Hij begon met zijn hoofd tegen mijn heup te duwen. Het leek alsof hij wou spelen. Dat hij hiervoor nog kracht had, verraste mij.
Zijn vacht was wat schoner. En terwijl ik soort van met hem speelde, en hij mij duwde, viel mij plots iets op. Hij had ook litteken, net als Spirit. Precies op dezelfde plek. Mijn ogen werden groter. Ook hij had precies dezelfde aftekeningen op zijn vacht.
Ik keek opnieuw in zijn ogen.
En toen, besefte ik dat het Spirit was.

JE LEEST
Festero 3
PertualanganHet besluit is genomen. Lindy gaat met Enzo mee. Met enkel een auto, trailer en samen met Festero beginnen ze hun reis. Ze laat hem dus niet stikken, maar of ze het vriendschappelijk doet of niet is nog maar de vraag. De zware en onmogelijke reis be...