Hoofdstuk 28.

139 16 6
                                    

Lindy

Ik was bijna thuis. Nog een paar straten. Ik had zo erg de dwang om mijn ouders weer te zien, en mijn zusje uiteraard. Ik had de auto voor ons huis gezet. Niet veel later stond mijn moeder, helemaal in shock, buiten.

'Lindy...,' stamelde ze van verbazing.

'Ik vertel je alles.' Was het enige wat ik kon zeggen. 'Het spijt me te moeten zeggen, maar je hebt grote problemen.' Mijn moeder keek me bestraffend aan.

'Nee. Ze is achttien. Ze is onze kleine meid niet meer.' Mijn vaders stem. Mijn moeder en ik draaide beide om. 'Ze is wijs genoeg, en dat zie en weet ik.' Mijn moeder sloeg haar ogen neer door de woorden van mijn vader. Ik loop op hem af en sloeg vervolgens mijn armen rond zijn middel heen. 'Het spijt me', verontschuldigde ik mezelf.

'Het geeft niet, het gaat erom dat je veilig en heel thuis bent.' Stelde mijn vader me gerust. 'Oké, je hebt gelijk. Maar, ik wist niet dat al kon auto rijden?' Begon mijn moeder. Ze gebaarde naar de auto.

'Kan ik ook niet.' Een zucht rolde over mijn lippen.

'Ik denk het ondertussen wel. Jij gaat je rijbewijs zo halen.' Mijn vader lachte.

'Doe normaal, ze kon wel een ongeluk kunnen hebben. Wie heeft je ertoe gedwongen? Je zou dat nooit zelf verzinnen, dat weet ik zeker.' Klonk de ongeruste en bezorgde stem van mijn moeder. Tranen begonnen naar beneden te stromen.

'Hey, meid.' Mijn vader trok me weer dichter tegen zich aan. 'Enzo,' zei mijn moeder net verstaanbaar. 'Die jongen is niet goed wijs.' Ging ze verder. Mijn tranen hielden niet op. Vooral niet door de woorden van mijn moeder. 'Laat die jongen', siste mijn vader.

'Nee, het is maar een keer klaar. We hebben nou al zoveel geluk gehad dat er nooit iets met Lindy is gebeurd. Straks gaat het echt een keer verkeerd. En dan zijn wij weer de slechte ouders, omdat we je niet tegen hielden of wat dan ook.' Sprak ze pap tegen. Hij rolde vervolgens zijn ogen. 'Ik denk dat er juist door Enzo niks is gebeurd.'

Mijn moeder keek van pap naar mij. 'Zeg eerlijk. Zijn er veel dingen gebeurd?'

Wat moest ik doen? Wat moest ik zeggen?

Ik knikte langzaam. 'Zijn neef ligt in het ziekenhuis.' Vertelde ik. 'Zijn neef?' Vroeg ze verward. Weer knikte ik. 'In Frankrijk,' vertelde ik haar kortaf. Ik veegde enkele tranen weg. In hoop dat ze zouden stoppen. 'Je bent daar geweest?' Vroeg ze. 'Mam, alsjeblieft.'

Ze zuchtte en leek even weer gekalmeerd te zijn. 'Oké, sorry.'

'Waar is Enzo? In de auto?' Vroeg mijn vader. Ik schudde mijn hoofd. Was dat maar zo.

'Ik weet niet waar hij is. Mam en pap, Enzo was verdomme gegijzeld. Die mensen slachten paarden en Peter, zijn neef, moest ze geld geven, pas dan zou hij Enzo vrij laten. Ik weet niet wat er allemaal is gebeurd en wat Enzo allemaal heeft meegemaakt. Het enige wat hij tegen me zei was "je weet me te vinden". Daarna, is hij ervandoor gegaan, met Spirit. Het verbaasde me dat-'

Ik stopte en ik begon hevig te snikken. Mijn ouders kwamen op me af gehold en sloegen vredig hun armen om me heen. Stotterend ging ik verder. 'Het verbaasde me dat Spirit nog kon lopen. Hij was zwaar gewond. En nu ben ik ze kwijt.'

'Hoe kwam Spirit daar?' Vroeg mijn moeder fluisterend.

'Hij was meegenomen door die mensen, die paarden slachten.'

'En ik had zijn neef verdomme gezoend, en Enzo had het gezien. We zijn allang uit elkaar, maar ik zag zijn blik. Ik heb hem gekwetst. En ik weet niet waarom.' Weer begin ik mijn tranen weg te vegen. Mijn moeder gaf mij een kus op mijn voorhoofd. 'Maar, Peter en ik hebben gepraat. We zouden niet met elkaar verder gaan. Vanwege, dat hij in Frankrijk woont, maar vooral door Enzo.' Alle woorden rolden over mijn lippen heen. En eerlijk gezegd, het luchtte op.

'Je hebt nog gevoelens voor Enzo', zei mijn vader. Hij klonk zeker, alsof wat hij zei zo ie zo waar was. Maar, dat was ook. Enzo heeft nog altijd een plek in mijn hart. 'Ja, pap. Ik ben nog steeds op Enzo.' Vertelde ik hem. Hij knikte en glimlachte zwakjes.

'Festero is wel altijd bij je gebleven?' Vroeg mijn moeder. En negeerde het feit dat ik nog steeds op Enzo ben. 'Ja, hij wel.' Antwoordde ik. Ze knikte. 'Zullen we Festero maar even naar Adri en Cindy brengen?' Vroeg mijn moeder, ze glimlachte. 'Ik ga liever even alleen.' Zei ik zachtjes. Mijn ouders gingen akkoord. 'Kom je zo snel mogelijk thuis?' Vroeg ze. 'Ja, tot zo. Ik houd van jullie.' Reageerde ik terug. 'Volgens mij lukt het wel, maar kijk alsnog uit.' Mijn vader knipoogde. 'Zolang ik geen politie tegen kom,' nu knipoogde ik naar ze. Net op dat moment kwam mijn zusje, Milla, tevoorschijn.

'Lindy!' Riep ze en zwaaide. 'Ik zie je zo!' Riep ik. Ik startte de auto en reed weg.

*

Niet veel later, reed ik het erf op van de boerderij van Adri en Cindy. Ik kreeg abrupt kippenvel. Ik dacht aan alles. Aan vroeger en gewoon aan alle leuke en minder leuke herinneringen. De auto kwam tot stilstand. Toen viel mij pas op dat er ook een dierenarts auto op het erf stond. Ik fronste en stapte de auto uit.

Ik besloot Festero nog even in de trailer te laten en eerst maar even een kijkje te nemen en uiteraard gedag te zeggen. Het is allemaal natuurlijk al een tijdje geleden. Met een langzame en onzekere pas liep ik richting de stallen. Nieuwsgierig en onopgemerkt keek ik naar binnen.

Spirit lag in de dichtstbijzijnde stal.

En Enzo zat hurkend naast hem.

---

Wat vinden jullie er tot nu toe allemaal van?
Laat me het weten! X

Ohja, ik heb het hoofdstuk best wel snel geschreven. Sorry, voor spelfouten of dergelijke dingen.

Festero 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu