Vierentwintig.

2.4K 107 0
                                    

Hé.' 'Hé.' 'Waar is Andries?' 'Is Thomas bij jou?' 'Nee hoezo.' 'Ik wil het hem nog niet vertellen dan zou hij heel verdrietig worden.' 'Wat is er dan?' 'Andries is ontsnapt toen we hem uit de binnenbak wilde halen om hem in de kar te zetten. We hebben hem de hele nacht gezocht maar we hebben het opgegeven.' 'En dat vertel je ons niet.' 'Het spijt me maar ik ben bang dat Thomas dan heel verdrietig word en dat wil ik voorkomen.' 'Dus je wil dat hij Andries vergeet zodat hij nooit verdrietig word.' 'Ja eigenlijk wel ja.' 'Hoe ziek moet je in je hoofd zijn om dat te kunnen verzinnen. Dus jij denkt dat Thomas nu gelukkig is?' 'Nee maar wel beter dan dat ik het hem vertel.' 'Hij heeft nu hele erge stress omdat hij niet weet waar zijn paard is.' 'Maar toch vraag ik je het niet te vertellen, het is gebeurt en hij is nergens te vinden.' 'Ik ga hem zoeken.' Zonder dat ze iets terug kan zeggen hang ik op. Ik ren naar Thomas toe en vertel hem alles. 'Ik ga hem zoeken Thom.' 'Emma, vind hem alsjeblieft.' 'Dat beloof ik.' Tranen lopen over zijn wangen van woede en verdriet. Hij geeft me een knuffel en dan pak ik een paard uit de stal. Samen zadelen we hem op en rij ik weg. Ik ga eerst naar het huis van Thomas en dan de route die we reden afleggen.

Als ik bij de manege vlakbij het huis van Thomas ben stop ik en kijk ik om me heen. Ik zie niks alleen maar landschap en bomen. Ik rij het bos in. Ik kijk tijdens het rijden goed om me heen en ga een paar keer van het pad af. Ik vind niks. Ik stop en pak een appel uit mijn tas. Ik stap af en deel hem met het paard. "Krak." Ik hoor een takje breken waardoor ik meteen opkijk. Ik zie een schaduw tussen de struiken verdwijnen. Ik spring op het paard en ren achter hem aan. Ik rij een paar meter achter hem. 'Kom op!' Ik tik mijn paard een paar keer aan zodat hij harder moet gaan. Het lukt hem want ik rij naast Andries. Ik probeer hem te pakken maar het lukt me niet. 'Shit! Andries stop!' Ik besluit mijn leven op het spel te zetten en ga nog dichter bij Andries rijden. Ik laat mijn paard los en probeer Andries te pakken. Het lukt me want ik heb zijn teugels. Ik laat hem stoppen en stap dan af. Ik laat hem tot rust komen en tranen van vreugde komen uit mijn ogen. Ik graai in mijn tas nog een appel te voorschijn en geef hem aan Andries. Hij pakt de appel aan en eet hem op. Als hij de appel op heeft stap ik op mijn paard en loop ik met Andries terug. Hij heeft een paar schrammen maar voor de rest is er niks ergs met hem. Gelukkig maar.

Ik moet en zal je krijgenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu