Hoofdstuk 8: Doodsbang

348 16 7
                                    

"Nee! Laat me los!" Liselotte schreeuwt het uit en probeert hard om zich heen te slaan. Het lukt niet. Een man duwt haar arm hardhandig op haar rug. Liselotte gilt. Het doet enorm veel pijn. De mannen werken ontzettend snel. Binnen een paar seconden hebben ze haar armen met tie raps aan elkaar gebonden. Het zit veel te strak. Even later zitten ook haar enkels en knieën aan elkaar. De mannen zetten Liselotte met haar rug tegen de muur. Ze pakken een grote zak en doen die vlug om haar hoofd. Heel even is Liselotte bang dat ze haar gaan laten stikken, maar na een paar minuten merkt ze dat ze nog steeds kan ademen. Opgelucht en angstig tegelijk probeert ze rustig te blijven ademen. Als ze nu in paniek raakt is ze er geweest. Dat weet ze als forensisch specialist maar al te goed. In.. Uit.. In.. Uit.. In.. Uit.. Opeens voelt Liselotte een hand in haar gezicht. Ze schrikt zich kapot. "Laat me los!", gilt ze. "Help!" Liselotte wil net nog harder gaan schreeuwen als er een doekje tegen haar mond wordt geduwt. Ze wordt moe. Het kan bijna geen andere stof zijn dan Chloroform. Langzaam zakken haar ogen dicht. En even, heel even, is ze weg uit de nare realiteit.

Een week later
Bram zit op het bureau. Eergisteren is de vermiste Natalie gevonden. Dood. Een snee van haar middel tot haar kin heeft haar de dood in gejaagd. Doodsbang is het team, doodsbang zijn ze dat ze een deze dagen hun Liselotte ergens dood vinden. Inmiddels is hun collega al negen dagen ontvoerd. De meeste slachtoffers waren in die paar dagen al vermoord. Maar Liselotte nog niet. Tenmiste, ze is in ieder geval niet gevonden.
"Bram, kom je?" Bram wordt door Fenna uit zijn gedachten gehaald. "We moeten naar het park. Er is iemand gevonden." Bram kijkt Fenna ongelovig aan. "Is het Liselotte?", vraagt hij angstig. Fenna schudt haar hoofd. "Dat weten we niet. Ik ben gebeld door een man die door de vondst helemaal in paniek was. Ik weet niet eens of degene die gevonden is dood is." Met tegenzin pakt Bram zijn jas. "Ik durf niet", mompelt hij zacht. "Wat zeg je?" Fenna kijkt hem vragend aan. "Ik vroeg waarom Evert niet met je mee kon", liegt Bram. Fenna lacht en klopt Bram op zijn rug. "Jij let ook niet op hè?", zegt ze grinnikend. "Hij heeft je vanmorgen nog persoonlijk gezegd dat Brecht ziek is en dat hij op haar moet passen." Bram herinnert zich het weer. Er is geen ontsnappen aan. Hij zal met Fenna mee moeten naar het gevonden persoon. De jonge rechercheur gooit de autosleutels naar zijn vrouwelijke collega toe. Ze schenkt hem een geruststellende blik en samen lopen ze naar de auto. Fenna rijdt niet hard. Ze wil het niet laten merken, maar stiekem vindt ook zij het doodeng. Het is ongeveer een kwartiertje rijden. Fenna stopt de auto op de parkeerplaats bij het park. Een oudere man staat al naar de rechercheurs te zwaaien. Hij gebaard dat ze snel mee moeten lopen. Fenna rent gelijk achter de man aan. Bram haalt eerst een paar keer diep adem. Dan loopt ook hij achter de man en Fenna aan. Ze duiken onder een paar takken door. Lopen dwars door de bosjes. Struikelen bijna over wat losse takjes. En dan stoppen ze opeens. De man strekt zijn arm uit en wijst richting het oosten. "Daar", zegt hij. "Ik ga er niet meer heen. Nog ongeveer veertig meter." Fenna duwt de man haar kaartje in zijn handen. "Blijf bereikbaar", drukt ze hem op het hart. De man knikt en duikt snel weer onder de bosjes door het park uit. Bram en Fenna blijven staan. "Zullen we maar gaan", zegt Fenna na een tijdje. Bram blijft stil voor zich uitkijken. Fenna wacht niet op zijn antwoord. Vastberaden loopt ze naar het oosten. Na zo'n twintig meter ziet ze in de verte iemand tegen een boom zitten. Het is een vrouw, dat ziet ze zo. Maar wie het is weet ze niet. De vrouw heeft een zak over haar hoofd. Snel rent Fenna naar het slachtoffer toe. Ze knielt voor de vrouw. Voorzichtig haalt ze de zak van de vrouw haar hoofd. De zak is bebloed. Fenna walgt ervan. Ze laat de zak iets zakken en doet haar handschoenen aan. "En?" Fenna veert overeind. Ze schrok zich kapot. Bram staat achter haar. "Wat en?", vraagt ze bot. Bram slikt. "Is het.. Liselotte?"

Een cliffhanger... Is het Liselotte? Wat denken jullie?

Moordvrouw: Dansen In De RegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu